WIELRENNEN IN INDONESIË van links naar rechts: van Loon, Raes, van Heel, een Chinese wielrenner, naam onbekend, Jan Ligtvoet, na een 80-kilometer race. Verschillende malen heeft Tong Tong artikelen geplaatst over de wieler sport in Indië. Hieronder volgt een verslag van een wielerwedstrijd die gereden werd in het kader van de IS.I.B. (Internationale Sport in Ba- doeng) in het jaar 1928. - Red. I.S.I.B. Internationale Sport In Bandung 1928. Dit evenement werd een eerste en ook laatste poging in internationaal ver band van het Indië onder Nederlands beheer. Onze P.R.M.V. zou in de afdeling rij- wielsport meedoen door het uitschrij ven van de weg-race Bandoeng - top Nagrekhelling en terug; een afstand van 70 km met weinig stijgend terrein en voor Raes en mij niet zo aantrek kelijk, omdat wij niet onze uitputtings tactiek zouden kunnen toepassen om de sprinters uit te schakelen. Niettemin schreven Ed en ik toch in, zogenaamd voor de gezelligheid, maar wij trainden noest om onze snelheid te verhogen. Gevaarlijk waren de ren ners v.d. Poel - de gebroeders Burki, en Harms - Wim v.d. Putten, alsmede de "groot-verzet" (1 op 4) renners Koppen - v. Heel - Kareltje Ligtvoet en een Chinees wiens naam mij ontscho ten is. Verder deed er geloof ik als enige buitenlander een Filipino mee. Zoals verwacht, ging het er op de vlakke weg afschuwelijk ruig toe. le dereen had haast en de pure berggei ten konden niet anders doen dan in het kielzog van de "bliksem-actie-men- sen" trachten mee te komen. Bij de eerste stijging van de enige, zes km lange helling, rukte Raes op en ik volgde volgens rooster hem aflos send door de kop te nemen, elke keer wanneer mijn longen het toelieten. Een voorsprong hadden we vlug bereikt, maar op de terugweg - helling af en vlak - werden we weer al lachend en joelend ingehaald en zo ging het met een moordende snelheid verder. In zo'n tempo naderden we snel het eindpunt dat ter hoogte van het "Sidolig" voet balveld lag. Even voor de Gemeente-grens 1,5 km van de finish begon Kareltje Ligt voet een zelfmoord-eindspurt, en om dat eerst niemand reageerde, ontstond er een flink gat tussen hem en de rest. Toen spurtte Raes hem achterna met mij aan zijn achterwiel vastgekleefd. Door ons klein verzet kwamen wij los en snel bij de uitgeputte Karei. Er waren toen echter nog 200 m te rijden en de heren v. Heel en Harms waren op snelheid gekomen en stormden ons met langzame trapbewegingen hun fietsen vooruitjagend voorbij. Ik kon nog net, schuilend achter het stevige brede lichaam van Harms jr. meekomen en zoals alle andere keren kwam mijn 2e reserve mij bij het zien van de menigte bij de eindstreep te hulp en vooruitspringend kwam ik Harms voor bij en kon ik tjangak van Heel net op de streep met een banddikte kloppen. Dus na mij kwam van Heel no. twee en Harms werd derde. Ik heb mij beperkt tot het beschrijven van de voornaamste rennen, omdat er een boekdeel van te produceren is en naar ik vrees een verduveld vervelend geval. Het is toevallig, dat ik in deze promi nente wedstrijden excelleerde, maar achteraf niet zo verwonderlijk; ik train de onmenselijk veel en hard en had alles voor deze sport over, terwijl ik de geluksgodin aan mijn zijde had. De laatste belangrijke race was er echter één met een heel andere uit slag. Het traject Bandoeng - Garoet v.v. was na Garoet golvend-hellend, met als knaleffect de 2 km lange en 20% Nagrek-helling, die zo steil was, dat er voor het fietsend bedwingen van deze verschrikking een aparte prijs werd uitgeloofd. Tijdens de training werd zoals altijd de weg verkend en de tactiek overwogen. Ik voor mij had besloten om op de hellingen af naar Garoet mijn fiets te laten voortrollen met de grootst mo gelijke snelheid om zoveel mogelijk renners af te schudden en na Garoet uit te lopen om de Nagrek-helling met een voorsprong te bereiken, want al weer vreesde ik de bergprestaties van Raes. In het begin leek alles te lukken; bij het keerpunt was de groep renners gedecimeerd en dat gaf een rustig ge voel op die smalle bergwegen. Van een onoplettendheid van Raes maakte ik gebruik om aan een nuttige voorsprong te knutselen. Ik ging fijn op dat gol vende terrein, maar eindelijk moest ik overwegen om mijn wiel op bergver- snelling om te zetten, want de muur deed zich door zijn wat steil begin in mijn benen voelen. Haastig afstappend en al omkijkend naar de grimmig naderende Raes, deed ik de nodige handelingen. Snel - veel te snel - in paniek, zette ik mijn achter wiel om en toen ik weer reed, steeg Ed af om zijn fiets klaar te maken. Gerustgesteld door de nog aanwezige voorsprong trapteik energiek het bergavontuur tegemoet, toen opeens liep mijn fiets vast en mijn ketting van het tandrad; ik had zojuist te pa niekerig gehandeld en verzuimd de vleugelmoeren voldoende vast aan te draaien. Terwijl ik de schade herstelde, snorde Raes regelmatig als een locomotief voorbij. Ik verloor alle moed en ik kroop de helling op en toen die krankzinnige Chinees, die ik reeds eerder noemde, mij nog, al rennnend met zijn fiets aan de hand voorbij snelde, liet ik mij op de wegberm vallen en wilde ik het op geven, terwijl ik eigenlijk nog veel troeven in de hand had; ik had me goed voorbereid en was in goede con ditie. Het is aan mijn vrienden te dan ken: ze hebben mij op de been ge schreeuwd en gescholden, ik kwam nog als slechte derde aan. Uitslag van die wedstrijd: 1 - Raes in 4 uur 3 min. 24 sec.; 2 op een paar minuten de loop- Chinees en op heel veel minuten treuzel van Loon. Deze race was de laatste, die P.R.M.V. uitschreef; korte tijd later werd de club ontbonden. In 1938 kwam er een andere en maar korte wielerperiode. Er kwam zelfs een wielerbaan, waarop zelfs stayer-wedstrijden achter grote motoren werden verreden. Deze baan stond in het Decca-park te Batavia. Alhoewel ik verscheidene eve nementen heb bijgewoond, kunnen mij geen namen of prestaties te binnen schieten. Misschien zwak geheugen, koerang djenkol si. Kortgeleden kreeg ik verscheidene oud-renners aan de rijsttafel en door dat gezelschap van die imposante fi guren en blinkende bruine schedels werden de wedstrijden weer hijgend en krakend uitgereden; wij hebben toen gelachen om de legio anecdoten en grappige situaties en gesmuld van de ajam panggang en oerap oerap. Wat een verleden - machtig - wat een mieterse tijd - hoe intens genoten en leefden wij jonge mensen toen! F. H. van Loon 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 20