HEIN BUITENWEG MET DODDY VAN OUDYCK OP DE PASAR MALAM WERFT ABONNEE'S Ik wil het nu zeggen, en het kan nu nog gezegd worden, omdat er nog velen leven die het bevestigen kunnen: Hein Buitenweg is één van de beste en dier baarste schrijvers over ons oude Indië en het "eeuwige" Indonesië. Hij heeft de roem en het respect niet gekregen die hem deelachtig hoorden te zijn. En omdat de velen die Hein wel begrijpen en waarderen, helaas niet in posities zitten om hem in de publiciteit te bren gen. Namelijk niet cultureel zijn of academicus of publicist in de Kring der Prominenten. En zulke mensen worden nooit gehoord, hoe goed ze ook zijn. Dat wil het lot nu eenmaal. En dan zijn er nóg zeer velen die Hein "volgen" kunnen omdat ze hem let terlijk ook gevolgd hebben. Dat wil zeggen langs die buitenwegen wandel den, die Hein zijn hele Indische tijd gewandeld heeft. Er is in feite geen pseudoniem dat beter bij Hein past dan de naam Buitenweg. Want wie hem zo zoetjes aan heeft leren kennen uit zijn vriendelijke en vaak geroerde vertellin gen, weet dat Hein eigenlijk een zwer ver is "pur sang". Die dus geen doel en geen thema en geen voorschrift heeft om te wandelen en om "op ad vies" links of rechts te kijken, want "dit of dat is mooi, hoor! Alle kunstenaars zeggen het, dus is het zo." Neen, Hein is een wandelaar, die zelf kon kijken. Ook naar niets en tevreden zijn; en in de wolken zijn over een stukje pagger of in tranen over een vergeten kampongweggetje. Ja, dat is het: Hein kon constant ontroerd zijn. Terwijl zovele culturelen, erudieten en intellectuelen alleen omschrijven en copiëren konden als een djoeroetoelis - en tóch als schrijver beroemd worden in een maatschappij die het imposante woord vereert. En als je al die bekroon de standaardwerken van onze erkende intelligentsia leest, en leeg gebleven bent, kan je Hein Buitenweg pakken met zijn woorden van mens tot mens, en met een simpel kiekje van een onbelangrijk ding, en zeggen: hij weet het; hij heeft geleefd. Want toen ande ren tot diep in de nacht achter schrijf tafels zaten te knutselen en te timmeren aan mooie woorden, wandelde Hein ergens buiten als een Flierefluiter en getuigde. Goed gedaan, Hein! En als U net als Hein óók wil leven, schrijf niet, studeer niet, maar LOOP! Want Kilroy (van "Kilroy was here uit Wereldoorlog II) leeft EEUWIG. D.w.z. de man die niet praat uit de verte, maar overal IS en DOET. En het is die Kilroy (die Hein ook was) die cultuur maakt en geschiedenis maakt. Niet de prater. T.R. Astrid Ceuleers als "Doddy" Ze kwam naar me toe in de boekentoko waar ik op verzoek van een plaatselijke boekverkoper enige malen heb post gevat om eventuele kopers van mijn pasverschenen "Land waar de gamelan klinkt" met een handtekening en een babbeltje gelukkig te maken. Zij, een lieftallig achttienjarig Indisch meisje, de dochter van de Resident - oude stijl dus met een hoofdletter a.j.b. - Otto van Oudyck uit Couperus' mees terwerk De Stille Kracht. Van het type dat je best als schoondochter zou wil len hebben. Blij als een kind vertelde ze me van de rol die haar was toebe deeld in de televisiebewerking van Walter van der Kamp in De stille kracht, die over enkele maanden op de beeldbuis zal verschijnen. Een rol waarvan ze in de verste verte niet had durven dromen toen ze zich naar aanleiding van een geplaatste oproep als figurante meldde. Opgetogen als een kind kan zijn ver telde ze hoe een bijzondere eer ze het vond als doodgewoon Indisch meisje zonder enige toneelervaring te mogen optreden in gezelschap van bekende beroepsacteurs en actrices als Bob de Lange, Lex van Delden, Pleuni Touw, Petra Laseur e.a. Hoe ze haar aanvan kelijke schroom - zou ik het écht wel goed doen? - had overwonnen dank zij de hartelijke kameraadschappelijke geest waarmee ze door de hoofdrol spelers werd ontvangen. Vol trots toon de ze me een album met heel mooie kleurenfoto's tijdens de opnamen ge nomen. Intérieurs, groepsfoto's en van haarzelf in een beeldig fin-de-siècle japonnetje, die er naar doen verlangen de tempo-doeloefilm t.z.t en dan liefst op de kleurentelevisie te kunnen be wonderen. Ze vertelde van haar liefde voor het werk van Couperus, waarvan ze dan ook enkele delen op haar boekenlijst voor haar eindexamen H.B.S. had ge plaatst. Onwillekeurig vraagt men zich af of zo'n plotselinge bekendheid een eenvoudig kind uit het verre Oosten - in Irian werd ze geboren - niet naar dat lieve hoofdje zou zijn gestegen, maar uit de haast kinderlijk-naieve wij ze waarop ze babbelde sprak niets dan blijheid om de eer en de vreugde die haar te beurt was gevallen, met een ondertoon van: wie ben ik, dat ik dit heb mogen doen. Tot afscheid schonk ze mij twee fo- to'tjes met aan de achterkant: God bless you. With love from 'Doddy'. Een hartverwarmende heilwens. HEIN BUITENWEG 'Doddy" als Astrid Ceuleers 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 8