KOUD - KOUD - KOUD - WARM 1001 avonturen met de soetil Van instanties en personen komen re gelmatig verzoeken binnen om te on derzoeken of hulp, die gevraagd wordt voor een persoon in Indonesië, inder daad gerechtvaardigd is. Of dat er sprake zou kunnen zijn van een "jam- merverhaalvan iemand die het niet eens zo erg nodig heeft. Voor Oost Java komen zulke verzoeken bij de GIK1 in behandeling en daar wordt vaak werk geëntameerd, waar men in Holland geen idee van heeft. Koesadalina (die regelmatig voor Tong Tong schrijft) maakte van zo'n speur tocht bijgaande reportage, waarbij wij aparte aandacht vragen voor de persoon van Mevr. Bierhuis, bestuurslid van de G1KI, die wij kennen als een aanpakster en doorzetster van de eerste orde, streng maar rechtvaardig, en van letterlijk on meetbaar nut voor haar enorme arbeids- Er was een verzoek van de HALIN bin nen gekomen om een onderzoek in te stellen naar de levensomstandigheden van twee personen met name J. Sw. oud 70 jaar, wonende in Tempeh Lor en F. R. Ks. oud 61 jaar, in Glenmore. Verder om geld (een reeds ingewilligde steunaanvrage) met instructies voor de uitgave, af te geven aan E. S. Bm. in Tanggul. En zo stapte mevrouw Bierhuis, be stuurslid tevens sociaal werkster van de Giki met mij als gezelschap in een bus en reden door een bleekgroene jonge dag naar Lumadjang waar we J. Sw. als eerste geval wilden opzoe ken. Met de vaart die onze jeugdige chauffeur de hele rit door volhield en ons dikwijls het hart in de keel deed schieten, waren we al gauw in Sido- ardjo. We zagen manden boordevol kepiting en rijen gerookte bandeng. Mevrouw Bierhuis nam zich voor om teruggaande een paar van die vissen mee te nemen en ik een dozijn kepi- tings. Het was het begin van de reis en we waren veel van plan. Dan denderden we alweer over de Kali Porong, die in deze tijd van het jaar maar een vadsig stroompje was, en zwenkten zwierig linksaf naar Ban- gil. Al voor de aloon-aloon kwam de geur van geroosterde saté kambing ons tegemoet, wat ons plotseling eraan herinnerde dat er alleen maar koffie in onze maag klotste. Ook Pasuruan hadden we al gauw achter de rug en even later reden we langs de bloeiende manggatuinen van Probolinggo, een zoete belofte voor September van ha- rum manis en manalagi. Voorbij Pro bolinggo sloegen we remmendknersend af naar het Zuiden over de ineenge strengelde voeten van de gunung La- mongan links van ons en van hetTeng- gergebergte rechts, over wier rug de top van de Smeru vanuit zijn goud groene hoogte majesteitelijk op ons neerkeek. We snelden langs de pa pierfabriek Lètjes met z'n schattige employee-woningen, een fleurige af wisseling na al het groen, stopten even in het van-nangka-doorgeurde Klakah, waar deze enorme vruchten in stapels langs de weg werden verkocht, zeiden tegen elkaar: "morgen ééntje meene men." en waren in Lumadjang voor we het wisten. Hier verlieten we de bus en gingen op zoek naar vervoer voor Tempeh Lor ongeveer 15 km. dieper de dessa in. Een ijverig chauffeursknechtje had ons al gauw geronseld. Hij bracht ons naar zijn wachtend vehikel, een opelet voor 7 personen waar tot onze verbijstering reeds 18 andere passagiers zaten. Ogenschijnlijk kon er geen levend mens meer bij. Toch, het wonder ge schiedde en even later waren we, ste vig geklemd, op weg naar Tempeh Lor. Aangezien we de streek niet kenden en nog minder J. Sw., begonnen we in het voertuig al onze voelhoorns uit te steken. Een jongeman die mevrouw Bierhuis zowat op zijn schoot had (80 kg en geen ons minder) was nochtans zo aardig om ons de raad te geven bij een zekere Frits (ook een orang be- landa) te informeren. Hij zou zorgen dat de chauffeur voor zijn huis stopte. Frits bleek een Hollands-sprekende Chinees te zijn. Wist zo'n jongen veel. Wat erger was, hij kende J. Sw niet. Koud! Maar hij zou ons het adres van een zekere R. (een andere orang Be- landa) geven. Meneer R. was inderdaad een Indo maar wist evenmin waar J. S. tegenwoordig tehuis was. Weer koud. Het leek wel een spelletje. Ja toch, ziet U die Tukang sepeda daar? Een uitge strekte arm in de verte. Die is ge trouwd met een nicht van de eerste vrouw van J. Sw. Die kan U zeker helpen. Wij naar de tukang sepeda. Ja, hij kent tuan Sw., ja, hij is familie van hem, ja, hij weet waar hij woont. Warm En dan stonden we voor J. Sw. zelf. Lang, mager, melancholieke ogen in een scherp gezicht en erg oud. Hij woonde in één achterkamer van het huis van familie van zijn vrouw, een Javaanse van ongeveer 40 jaar. Kin deren hebben ze niet. Mevrouw Bier huis haalde formulieren te voorschijn en begon weldra met haar intervieuw. Ze was niet gemakkelijk, leder ant woord moest met bewijzen worden ge staafd. Ja, zo'n man werd wel binnenste buiten gekeerd. HALIN is geen Sinter klaas. Toch klopte er achter die on barmhartige vragen een warm hart en ze was er zich terdege van bewust dat het wel en wee van zo'n man veel zou afhangen van haar rapport straks. Vraag: kan meneer Sw. niet werken voor de kost? (O God, met zijn 70 jaar.) Een rechterhand waaraan de middel vinger ontbrak werd opgeheven. Hij was van huis uit monteur maar het Taotjo maken Van onze sobat de heer The uit Sura- baja een recept van taotjo. Kun je na tuurlijk in potjes of blikken krijgen, maar meestal is die zo hels zout dat je soms driemaal moet wassen. En ik heb altijd het idee dat dan ook de smaak eraf was. Dus dit recept proberen maar. Een stuk tempé van 10 x 20 cm wordt verkruimeld. Een teentje knoflook met wat zout fijn oelek en met de tempé vermengen. Dit mengsel 1 nacht laten staan. De volgende dag een brok goe- la djawa (Javaanse suiker, ik zou het niet met donkere basterd proberen) met wat water aan de kook brengen, laten afkoelen en dan door de tempé mengen. Dat alles nu 5 dagen lang in de zon (schietgebedje) en als het te droog wordt overgieten met GEKOOKT water (beslist koken, anders kweekt U schimmel). Sambel goreng taotjo met tahoe Ik weet niet hoe het bij U is, maar bij mij valt sambel goreng taotjo soms erg lekker, maar ook wel eens afgrijselijk uit. Ligt aan de taotjo, die meestal te zout of te sterk is. Goede raad: ge bruik weinig taotjo, er kan altijd wat bij als de smaak "koerang" is. Véél gesneden ui (anderhalve grote) veel groene lombok, ook gesneden, opfruiten met een stuk laos. Dan erbij doen wat asem/trassi water (ik leng ze tegelijk aan, die keukenasem in een pot is werkelijk erg makkelijk) en dan een volle eetlepel taotjo. Persoonlijk ben ik een voorstandster van daon salam, maar het hoeft niet. Een beetje water erbij en dan alles even laten sudderen. Tahoe in kleine stukjes snij den, even voorbakken en die op het laatst in de sambal goreng mengen. Tip: dit gerecht blijft in de ijskast lang goed. U kunt er dus veel van maken en bewaren voor een luie dag. L.D. ging niet meer zo best. Vraag: Hoeveel dacht meneer Sw. voor steun nodig te hebben? Rp. 100,per dag zou voldoende zijn. Een dankbaar, hoopvol echtpaar deed ons daarna uitgeleide. We gingen maar weer aan de kant van de weg staan om een opelet aan te houden. Even later reden we, even stevig vastge klemd als bij de heenreis, terug naar Lumadjang. Koesadalina 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 20