15 AUGUSTUS NA ACHT-EN-TWINTIG-JAAR
15 AUGUSTUS
IN DIT NUMMER
Altijd in ons midden
Voor dit nummer van 15 Augustus
hebben we een kleine greep gedaan
uit onze dikke mappen overgebleven
"tawanari- en bevrijdingscopy". Een
greep zonder selectie. De eerste zes,
zeven zijn genoeg - en niets beter of
slechters dan andere copy. (Zie de
pagina's 5, 8, 9, 11, 12, 13, 14).
Het gaat er alleen maar om, üw her
innering weer even wakker te maken
(voor zover het nog nodig mocht zijn).
Dan kunt U verder een uur of langer
vertoeven in Uw eigen mijmeringen.
Die dieper zullen gaan en wijzer wor
den hoe ouder U wordt
Op een paar na wist niemand, dat zij
altijd in ons midden was geweest - de
vlag.
Bij het bericht capitulatie, onze eerste
gedachte:
"de vlag"
en meteen wapperde zij uit in de gou
den morgenzon.
Bandoeng,
Burgemeester Kührweg 57
Vervolg: Bij de Voorplaat.
kingsdrama's en wij niet? Vraag niet
en oordeel niet. Neem waar dat de In
dischman zwijgt en vergeet. Als U niet
begrijpt, waarom, vergeet het dan ook
maar. Want hoe willen wij duidelijk
maken dat wij op Tjiater de laatste
adem uitbliezen van ons Indische le
ven? En dat sindsdien ALLES definitief
voorbij is? Zó definitief dat we zelfs
onze ziel vergeten zijn?
God behoede je, Kinderen van het
Lali Djiwo (zielsvergetelheid). Kinderen
zonder kerkhoven en zonder bevrij
dingsmonumenten! Weet, dat als alles
verloren is, vanzelf het uur aangebro
ken móet zijn van een nieuwe ochtend.
En vergeet niet dat wij, omdat wij Kin
deren van het Morgenland zijn, de
ochtend van een nieuwe ziel het eerst
zullen aanschouwen!
Zie dan nogmaals voor het laatst dit
landschap. Zoals het schreit zonder
tranen. Zoals het getuigt zonder woor
den. En nochtans dichter bij ons hart
is dan het dierbaarste dat wij ooit
zagen.
Adieu!
A Dieu.
T.R.
P.S. Maar vergeet in elk geval de man
niet, die namens ons allen en bij ons
allen de oorlog moedig verklaarde en
de capitulatie moedig tekende: Jhr.
A. W. L. Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer. Hoe verder wij van hem
af staan, hoe hoger hij stijgt in ons
aanzien. Als een berg. Saluut! Saluut!
Saluut!
Een verschroeiende zon in een strak
blauwe lucht: het waren echte oost-
moessondagen, nu acht-en-twintig jaar
geleden. Zelfs die helle tropische zon
neschijn had nederlandse vliegers niet
belet op klaarlichte dag oranje pam
fletten met nederlandse en maleise
tekst boven Batavia te doen nederda
len. In de stad hadden die een klimaat
van opgewonden spanning teweegge
bracht. Zou dan eindelijk aan de be
proeving van de bezetting een eind
komen?
Het waren vreemde dagen, die dagen
vlak voor en vlak na de 15de augustus
1945. De stad gonsde van geruchten.
Hoe scherp de bezetters de distributie
van nieuws ook in het oog hielden, de
verwachting, dat de Japanners op hun
laatste benen liepen was algemeen ver
breid. Clandestien werd er immers zelfs
in de kampen geluisterd naar de be
richten van geallieerde radio-stations?
Dat de oorlog in Europa afgelopen was
wist iedereen. Dat de Amerikanen een
ijzeren gordel rond Japan hadden ge
legd was duidelijk. Zelfs wist men hier
en daar van de atoombom, dat afschu
welijke nieuwe wapen dat dood en ver
derf om zich heen verspreidde. Maar
al dat goede nieuws kon tóch niet alle
twijfel wegvagen, die de beurs gesla
gen nederlandse burgerij in en buiten
de kampen voelde opkomen wanneer
onbewogen Japanners hun gang gingen
of er niets aan de hand was. Als dan
toch eens
En plotseling was het zover: Japan had
gecapituleerd. Het was bijna niet te
geloven, maar de snel veranderende
houding van de Japanse bewakers der
kampen bewees het. Er kon niet aan
getwijfeld worden: de nachtmerrie was
ten einde.
Er was, die eerste dagen na de capitu
latie geen wilde vreugde in Batavia.
Men schudde elkaar de hand, prees
zich gelukkig als men oude vrienden
ontmoette. Indonesische en Chinese
bezoekers gingen goede bekenden
zoeken in de kampen, zij brachten
voedsel en vruchten. Het weerzien zou
meer ontroerend dan vreugdevol zijn.
Tevelen waren er niet meer. Maar toch,
feestelijk was het zeker. Niet uitbundig.
Een gevoel van diepe dankbaarheid
overheerste.
De eerste aanduiding van wat zou
komen kregen wij toen we een zorg
vuldig verborgen nederlandse vlag voor
de dag haalden en uitspreidden op het
dak van het huis, waarin wij geinter-
neerd waren. Een uurtje later kwam het
hoofd van het achter het huis gelegen
kampong bij ons en zei: U zoudt er
goed aan doen, die vlag weg te halen.
U kunt nooit weten wat er anders ge
beurt
Weinige dagen later werd er vanuit de
tram, inmiddels versierd met anti-kolo
niale leuzen op het huis geschoten. De
bersiap kondigde zich aan. Op verlaten
kantoorpanden verschenen de woor
den: Milik Republik. Weinigen, om het
even of zij Nederlanders of Indonesiërs
waren wisten dat de republiek inder
daad was uitgeroepen. De plechtige
afkondiging op 17 augustus op de
voorgalerij van wat de "Gedung Pro-
clamasie" genoemd zou worden aan
Pegangsaan had nauwelijks de aan
dacht getrokken en was alleen bijge
woond door de groep die Soekarno
en Hatta onder druk gezet had. Toen
de Japanners wat later Soekarno be
letten het woord te voeren op een mas
sameeting op het Koningsplein gingen
velen zelfs aan het proclameren van
de republiek twijfelen. De verwarring
was, door het gebrek aan normale
voorlichtingskanalen onbeschrijflijk.
Maar waarover al spoedig geen twijfel
meer kon bestaan was het optreden
van groepen, waarvan niet altijd dui
delijk was of zij bestonden uit jonge
idealisten of schorriemorrie, maar die
in ieder geval een bedreiging vormde,
in de eerste plaats van alle Europeanen
maar vaak ook van Indonesiërs en
Chinezen. Een vriend van ons, wiens
huis aan de Oude Tamarindelaan in de
oorlog was bewaakt en bewoond door
Indonesische vrienden, boloste en
keerde naar zijn woonstee terug. Alles
was intact.
Hij had ons opgezocht en gezegd, dat
bij hem in de buurt alles veilig was en
dat hij verscheidene families die inmid
dels ook uit kampen waren verdwenen
in zijn huis had opgenomen. Wij hadden
onze twijfels toen hij in de avond per
fiets naar huis terugkeerde. Een paar
dagen later bereikte ons het bericht,
dat de man en zijn vrouw, mitsgaders
16 anderen die hij onderdak had ver
schaft, met afgesneden kelen waren
aangetroffen in hun woning, die zij zo
veilig achtten.
De bersiap was nu in volle gang.
Na de verschrikkingen van oorlog en
bezetting zou een tijdperk volgen dat
voor velen nog groter ellende zou
brengen dan de japanse overheersing.
Laten wij op deze dag de duizenden
en duizenden, die het slachtoffer van
geweld en ontbering werden in de jaren
tussen 1942 en 1950 in stilte gedenken.
De tijd heelt alle wonden, maar ook
na meer dan een kwart eeuw zijn nog
niet alle wonden vergeten. Bedenk: zij
zijn niet waarlijk dood, die in ons harte
leven.
J.H.R.
ADRES GEZOCHT
Wie kan ons aan het adres hel
pen van de heer R. Severien, tot
enkele maanden geleden p/a
Chopinlaan 251, Schiedam, nu
misschien weer varende. Maar
voor welke maatschappij en
waar? Graag inlichtingen aan ad
ministratie Tong Tong, tel. 545501
3