'S AVONDS VERMOEID NAAR RED?
GEEN ENERGIE?
Aktief
VITALE POSITIEVE GEZONDHEID
VOOR MAN EN VROUW
<~Urede
Dit nieuwe, natuurlijke antwoord
kan voor u de oplossing zijn.
"Buiten het kamp"
"Meer, meer,
meer"is noodlottig)
CAPSULES
Als u 's avonds oververmoeid bent,
geen energie meer bezit, kan dat be
tekenen, dat u de natuurlijke vitaminen
nodig hebt, zo noodzakelijk voor de
juiste bloedtoevoer naar de spieren
van het lichaam en naar de hersenen.
Neem daarom Aktief Capsules. Deze
combineren hoge concentraties van
tarwekiemen (de rijkste bron van
groei"- en ,,energie"-vitaminen) met
andere natuurlijke vitaminerijke con
centraties. Aktief Capsules zijn smaak
loos, werken niet gewoontevormend.
U zult verbaasd staan over de invloed
van Aktief Capsules op uw energie
en welzijn. Begin vandaag nog met
Aktief Capsules. Verkrijgbaar bij apo
theker en drogist, f 4,20 per kuur.
Nu verkrijgbaar in handige doordruk-
verpakking.
Op een zeker moment moest iedere
moeder met kinderen naar het 10e
Bataljon voor eigen veiligheid verhui
zen. Vooral zij, die in de kampongs
woonden.
Ik woonde in Petodjo Oedih in de keu
ken van een Ambonnese familie, die
later ook evacueerde.
Mijn dochtertje, 5 jaar oud, was heel
erg ziek en ik vond 't onverantwoor
delijk, om met haar tussen zoveel men
sen op de grond in barakken te lig
gen
Ondanks aandringen van de Engelse
en Hollandse M.P. bleef ik, waar ik was
en vertrouwde ons leven aan de Voor
zienigheid toe. Die ons ook niet in de
steek liet.
De kampong-bewoners achter ons, in
clusief de Kepala Kampong, verbood
mij de kamer te verlaten. "Want", zei
den ze, "wij zullen U geen kwaad doen,
maar bij drommen komen weieens ga-
rongs door onze kampong, uit andere
kampongs, die naar blanda's zoeken,
om ze af te maken."
Ik kreeg mijn rijst, tempé, tahoe, groen
ten, vis en medicijnen van hen heel
diep in de nacht, als alles veilig was.
Moest ik toch naar buiten voor 't een
en ander, dan keken ze voor me uit,
of de kust veilig was.
En dat alles zonder vergoeding ervoor
te vragen. Ook niet voor de eenvoudige
maaltijden, waarin ze zelf zo tekort
kwamen.
Toen ik door verraad (die zijn er altijd
wel, ook nu hier in Nederland, in vre
destijd, nietwaar?) werd opgehaald en
ergens in Tanah Abang ondervraagd
en de nodige beledigingen en folterin
gen moest ondergaan, hebben ze zich
over mijn kleintje ontfermd.
Na twee dagen en nachten mocht ik
naar huis, nadat ik hun had kunnen
overtuigen, dat ik geen enkel landaard
haat, die geen kwaad doet.
Wel smeekte ik om mijn leven, voor
mijn kind, dat mij nog zo hard nodig
had.
Toen ik in Petodjo terug kwam, moest
ik van hen evacueren, nadat ze mijn
kind, gezond, vrolijk en schoon, had
den overhandigd, met tranen in hun
ogen, want ze hadden zoveel van die
nonnie gehouden.
Ik moest weg, omdat ze in die dagen
zo vreselijk ongerust over mij waren.
Nooit, zolang ik leef, zal ik dat verge
ten.
God geve hun, wat ze verdiend hebben:
Een rustig en normaal bestaan.
Poppie Elzinga
Die dag begon als alle dagen in het
Madjala-kamp (boven Bandoeng). Ik
slofte mee, dook, krimpend van pijn,
om 't kwartier de velden in om wat
slijm kwijt te raken, gaf urenlang mod
der aan mijn maat door. Modder voor
de dijk, die nergens heen leidde; ons
leven, dat nergens toe leidde.
Versuft sleepten we ons terug naar de
barak. Straks zouden we bij elkaar
kruipen en in het donker pogen te ver
geten. Morgen, overmorgen zouden we
koelie zijn zoals gisteren, eergisteren.
Er vibreerde iets. Ik keek op, zwijgzame
Javanen langs de weg. Ze zwegen,
maar anders. De Hei-hoër vond 't goed:
We kwamen bij een put, midden in de
kampong. In pisangbladeren heerlijke
gerechten; we konden het niet op, zo
gauw. We begrepen 't niet, accepteer
den dankbaar. We smokkelden wat
mee, werden betrapt
Een uur later aantreden. De Japanner
krijste. Brillen af, oneven nummers
naar voren. Hij hief z'n stok, zwaaide
met volle kracht, hield plotseling vlak
boven mijn hoofd in. We begrepen 't
niet, durfden dat niet.
Kop-staart in de benauwde barak; stil,
toch anders, gespannen. Ik voelde de
kramp weer, zocht moeizaam m'n weg
door 't duister. Haastte me naar de
w.c. stellage boven de kali. "Keree!"
brulde hij; ik was het vergeten, voelde
de brandende klappen op m'n slappe
lijf. Ik hurkte, slijm, de kramp ebde weg.
Toen zag ik 't. Ginds, op de berghelling
brandde 't, fel, laaiend. Ik keek, be
greep 't niet. Tuurde. Ineens de bran
dende, lichtende letters: PEACE.
Vrede, dus toch?
J. H. Ringrose
Later schreef Ringrose in een andere
brief onder meer:
Die brandende letters op de
berghellingen: ik behoor blijkbaar
tot de weinigen, die deze gezien
hebben. M'n kontjo's zaten, la
gen in de barak. Ik heb hier en
daar, later, er nog wel eens naar
geïnformeerd, maar nooit een
verklaring gevonden. Soms denk
ik wel, dat ik me die brand ver
beeld heb. Zelfs al zou het een
hallucinatie of visioen geweest
zijn, dan doet dat nog niets af
aan de ervaring als zodanig.
Ik moet je eerlijk bekennen, dat
ik in zekere zin met enige be
klemming dit herdenkingsnummer
van Tong Tong tegemoetzie
En nóg later ontvingen wij het bericht
dat hij overleden was, zéér zeker ook
door verzwakkingen, in krijgsgevangen
schap opgedaan. En wij weten allen dat
hij één der zeer vele Indischgasten
was, die dit lot deelachtig werd. Onze
wereldkennis is opgebouwd uit wat
bekend geworden is. Maar hoe ontzet
tend veel meer is altijd onbekend ge
bleven?
Terecht zag Ringrose 'met beklemming'
het herdenkingsnummer tegemoet. Het
zou immers ALTIJD achterblijven bij
onze ervaringen en zeker bij de wer
kelijkheid zelve! En inderdaad zijn onze
herhaalde pogingen om de vele inzen
dingen te bundelen tot een leesbaar
verhaal, mislukt. Mislukt door eentonig
heid - want het vreemde is: diepe el
lende is onpersoonlijk en kleurloos
5