Salatiga in de geschiedenis staan in de plaats van de oude kratons respectievelijk Pasar Gedé en Banaran. In de sultansstad leeft de naam Tugu nog voort o.a. in de Tugulaan, die tus sen het fort "Vredeburg" en het Gou verneurshuis recht tussen de beide "waringin.kurung" omheinde waring- ins) en de noordelijke hoofdpoort loopt naar de "Siti-lnggil" (hoge grond, ver heven plaats, d.w.z. de troonzaal). Deze plaats, bestemd voor de eerste Jogjase sultan Hamengku Buwono I, was oorspronkelijk een klein gehucht, Gardjitawati geheten, gelegen aan een viersprong van paden, die door het oerbos "Aias Bringan" liepen. Uit het oogpunt van strategie een ideale plaats dus. Ter herdenking van welk feit waren de ze drie stenen hier opgericht en wie waren er de hoofdspelers bij en wan neer heeft het feit plaats gehad? Laten wij bij het laatste beginnen. Als gevolg van de opstand der Chinezen, die zich als een olievlek van Batavia snel over geheel Java uitbreidde en ook spoedig het Rijk van Mataram teisterde, werd dit gebied in een vol slagen heksenketel herschapen. De Sunan werd van al zijn waardig heden vervallen verklaard, doch later door de V.O.C. in zijn rechten hersteld. De verbrokkeling van het Rijk was ech ter niet meer te stuiten. Dit alles was teveel voor Paku Buwono II, die dood ziek werd. Toen hij reeds op sterven lag, kon hij nog de geestkracht opbren gen, zijn enige zoon, de kroonprins G.P.R.A. Anom van de erfopvolging vervallen te verklaren, omdat hij een verhouding zou hebben met een der bijvrouwen van zijn vorst en vader. De Gouverneur, Von Hohendorff, door ervaringen elders opgedaan, wijs ge- Het is met legenden altijd zo gesteld, dat wanneer men de hoofdzaak ervan verwaarloost, of uit het oog verliest, men de oorsprong van het verhaal - dus de ware geschiedenis - moeilijk meer kan weervinden, om haar eindelijk ge heel uit het oog te verliezen en gaat men in het ongewisse rondtasten, zon der een bevredigend antwoord te beko men. Een nauwkeurige studie kan ech ter opheldering brengen. Zo is het ook gesteld met de naam SALATIGA. Een naam, die door klank verandering oorspronkelijk Selè-tigo- (drie stenen) luidde. De oorspronkelijke naam van de plaats was "Kalitjatjing" (Wormenrivier). Een tolpoort stond daar in de nabij heid van het lustverblijf van de So- lose Rijksbestuurder Pangeran A. A. Pringgalaja, een zwager van de Susu- hoenan Paku Boewono lil die na on dertekening van het vredesverdrag tus sen de drie oorlogvoerende vorsten zelfmoord pleegde door warangan (rat- tekruit) in te nemen, omdat de verra derlijke rol aan het licht was gebracht, die hij ten eigen bate had gespeeld. Bij vele volkeren - ook het Indone sische - is het oprichten van gedenk- of grensstenen een algemeen gebruik. B.v.: "batu pahat" de gebeitelde steen; "batu tulis" de beschreven steen; "tugu" merksteen of -pilaar, zoals o.a. die door Jogjase wichelaars en schriftgeleerden werd opgericht, om de plaats aan te geven, waar de nieuwe kraton NGAJOGJAKARTA ADINING- RAT "de aangewezen of juiste en verhevene plaats" moest komen te Wie van de oudste oud-gasten van Semarang heeft dit beeld ooit in echt gezien, namelijk van de Waterval T'oentang Semarang? Die titel stond in elk geval onder de oude ansichtkaart in ons bezit. De foto werd volgens de briefkaart gemaakt door fan 't Sas. Wie heeft deze fotograaf ooit gekend? Was het een fotograaf in Semarang? worden, stoorde zich niet aan de uiter ste wilsbeschikking van de keizer. Te 9 uur, Vrijdagmorgen, 11 december 1749 1 Sura, Alip 1675 (Qakajaar), deed de vorst plechtig afstand van de troon. De kroonprins werd door Von Hohendorff als zijn wettige opvolger aangewezen. Een andere troonpretendent n.m.l.: Ra den Mas Sudjono - later bekend onder de naam van Pangeran Mangku Bumi, een jongere broer van de keizer, was echter op zijn qui vive en toen hij de lucht kreeg van de op komst zijnde abdicatie* liet hij zich in zijn nieuwe kra ton Ngajogjakarta op plechtige wijze als vorst van heel Mataram uitroepen en zich met veel pracht en ceremonieel inhuldigen. De opkomst bij die gele genheid van adel, zowel als van het gewone volk, was van een dergelijke omvang, dat hij met recht later kon beweren, dat zo goed als geheel Ma taram op zijn hand was. Deze prins wordt afgeschilderd als een krachtige, verstandige, maar hoogmoe dige persoonlijkheid, die zeer gesteld was op pracht en praal. Door verraad van de Rijksbestuurder P. A. Pringga laja was hij in ongenade gevallen. Toen hij zich als vorst uitriep, nam hij de titel aan van Sultan Hamengku Buwono I en zijn zetel was de nieuwe kraton van Jogja. In de kratonstad Soerakarta was men niet weinig verrast door het doortas tende optreden van de Mangku Bumi en haastte men zich dan ook om de wettige kroonprins op de daarop vol gende Maandag, 14 december 1749 4 Sura, Alip 1675 (Qakajaar) te verhef fen tot Susuhunan van Mataram. De tjandra sengkala (chonogram) van die dag luidde: "Tata pandita rasaning bumi", d.i. de regeling van de priester zal zijn nasleep doen gevoelen in de wereld. Opgemerkt dient te worden, dat de vorst tevens de hoedanigheid van kalief - dus de hoogste priesterlijke macht - bezat. Als Susuhunan nam de nieuwe vorst de naam aan van Paku Buwono III; hij had een ooggebrek, waardoor hij voor de rechtgelovige Islamiet niet aan vaardbaar werd geacht voor de keizer lijke waardigheid, terwijl hij ook door verschijning en optreden zich niet be mind kon maken bij het volk. In het kort, hij was slechts een "schijnkeizer", die in het jaar 1747 gehuwd was met Raden Aju Wuku, een Madurese prin ses, een dochter van Prins Tjakraning- rat. De derde persoon in de trits was ech ter de gevaarlijkste en onverzoenlijk- ste en heette Raden Mas Sahid, later meer bekend onder de naam van Pan geran Mangku Negara. Hij was de zoon van de gelijknamige broer van de keizer, die naar Ceylon was ver bannen en aldaar overleed. Deze prins wordt in de geschiedenis afgeschilderd als een krijgshaftige fi guur, doortastend en ondernemend. In het kort: hij was een Razende Roland, 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 14