DE DESSA IN MIDDEN-JAVA (I)
Wie zal hij dan vertrouwen?
Hoe vaak zijn we vroeger niet tijdens
de jacht of een uitje door of langs een
desa gelopen in zalige onwetendheid
van alleswat daarbinnen leefde? Om
trent het desaleven zouden we onze
lezers gemakkelijk een overzicht kun
nen geven, geput uit een encyclopedie
en habis perkara.
Maar er waren er onder ons, die in de
desa thuis waren, die alles uit eigen
ervaring hebben opgetekend, die de
reuk van de smeulende houtvuurtjes
hebben opgesnoven, die het sobere eten
hebben geproefd, die met de eenvou
dige desaman hebben gepraat, en vaak
prefereren wij zulke persoonlijke erva
ringen boven een droog academisch
verslag. Daarom laten we het woord
aan Pak Pettie.
Aan het hoofd van een desa staat de
loerah. Hij is de rust- en ordebewaar
der in algemene zin. In zijn taak wordt
hij bijgestaan door: 1e tjarik of rechter
hand van de loerah; hij zorgt voor alle
administratie van het dorp. 2e de
moedin of geestelijke, die zorgt voor
het gebeden opzeggen bij diverse sla-
metans, het regelen van begrafenissen,
het schoonhouden van de begraaf
plaatsen, het regelen van huwelijken.
3e. de bajan of dorpspolitie zorgt voor
de veiligheid, het controleren van de
nachtwakers bij de diverse gerdoe's
of wachthuisjes en het innen van de
belasting van het volk.
Hun inkomen is als volgt:
De loerah krijgt naar gelang van de
grootte van 't dorp van zeven tot vijftien
bouws sawah (1 bouw of bahoe 0,7
ha). Deze sawahs noemt men bengkok,
het zijn de mooiste van het dorp, maar
blijven niet permanent eigendom van
de loerah; hij moet ze overdragen aan
zijn opvolger. Een loerah wordt door
het dessavolk gekozen via een stem
ming, waaraan soms feesten en eetpar-
tijen voorafgaan om het volk te paaien.
Het loon van de loerah bestaat uit 6%
van de geinde belasting, wat kan oplo
pen tot de somma van 1000,tot
f 1500 per jaar. Bij belangrijke trans
acties, zo als het verhandelen van vee,
sawahgronden, regeling van huwelijken
en het verlenen van vergunningen ont
vangt hij ook z.g. getuigengeld (wang
saksi), waarvoor hij z'n stempel zet.
Zijn rijstvelden worden bijna gratis be
werkt. Eens per jaar, na het innen der
belasting en de rijstoogst, wordt van
de bevolking een bijdrage gevraagd
voor een jaarfeest (sedekah dessa) en
er wordt een wajang poerwo-voorstel-
ling gegeven met het doel de geesten
goedgunstig te stemmen.
De tjarik of schrijver van de loerah
krijgt als loon vijf tot zes bouw sawah
(ook bengkok) en ook een deel van
het getuigengeld, want bij afwezen van
de loerah stelt hij de stukken op en
voorziet ze van een stempel. De tjarik
wacht geduldig de tijd af, dat de loerah
de dienst verlaat, want meestal wordt
hij z'n opvolger, ook al duurt het een
jaar of twintig, want voor het loerah-
ambt bestaat geen vastgestelde dienst
tijd.
Nu volgt de moedin (soms ook lebbe
geheten) oftewel de geestelijke. Hij
ontvangt als bengkok anderhalve bouw
sawahgrond. Bij iedere gelegenheid,
waar zijn diensten nodig zijn, ontvangt
hij wat geld en een mandje gekookte
rijst met toespijzen. Dit noemt men de
berkat. Als er een kindje wordt ge
boren, blijft men soms tot twee weken
de hele nacht dobbelen, waarbij tien
procent van de totale winst in een
apart potje wordt gestort (tjook) en is
bestemd voor de volgende avond. Zo'n
opblijverij noemt men Djagong Baji. Als
de navelstreng is afgevallen, wordt er
een slametan gehouden, evenals na
een dag of tien later. Hierbij krijgt het
kind een naam, rekening houdend met
de dag en pasaran van de geboorte
volgens de boekoe pitoengan.
Bij een sterfgeval komen er meer sla-
metans: te beginnen op de sterfdag
(soortanah), de derde dag, de zevende
dag, de veertigste dag, de honderdste
dag, na één jaar, het tweede jaar en
ten slotte op de duizendste dag. Iedere
keer krijgt de moedin een fooi en vrij
eten. Bij een huwelijk moet hij meegaan
naar de mesigit of moskee, waar hij als
getuige optreedt. Hierbij worden ook
twee klapperplantjes gezegend, naar
huis medegenomen en op het erf ge
plant. Bij de slametan, gegeven bij de
naamgeving van een baby, geeft men
de gewone Nasi Boetjoe speciaal vijf
borden boeboer merah poetih; elk bord
bestaat voor de helft uit rode (bruine)
en uit witte pap, waarbij het getal vijf
de vijf geesten of zintuigen verzinne
beelden, die het lichaam bewonen.
De bajan of dessa-politieman (in een
grote dessa zijn het er soms twee)
krijgt als beloning ongeveer een bouw
sawah (ook bengkok) en fooien als hij
bodediensten verricht. Behalve het be
waren van rust en orde in het dorp be
staat zijn werk ook uit het innen van
belastingen, het doorgeven van orders
van zijn meerderen en het regelen van
de gerdoewacht. Dit wachthouden is
een onbetaalde plicht van de mannelij
ke bevolking. Slechts zij, die de wacht
doen bij het wachthuisje, behorende bij
de woning van de loerah, krijgen gratis
koffie en eterij. Ter controle maakt de
bajan op ongeregelde tijden een ronde.
Iedere nacht maakt het wachtsvolk een
ronde door het dorp, soms voorzien
van een kleine tong tong van bamboe,
waaruit zij diverse klanken kunnen ha
len. Bij elke woning manen zij tot waak
zaamheid, men noemt dat Djaga Tettek.
De tong tong bij de loerah of die bij
een gerdoehuisje wordt meestal ge
maakt van de stam van een oude nang-
kaboom, djati, of andere harde hout
soorten. Met een kapmes wordt de
stam afgewerkt. De opening van de
tong tong is even groot als de omtrek
van de stam. Sommige dessa's be
zitten meer dan honderd jaar oude
tong tongs. Met dit voor de desa on
ontbeerlijke instrument geeft men sig
nalen als volgt: Bij brandalarm regel
matig vier slagen, bij diefstal of vecht
partij regelmatig drie slagen, bij sterf
geval in het dorp des morgens tien
slagen. Bij algehele oproep van het
volk wel twintig slagen, eerst langzaam,
dan hoe langer hoe vlugger. Als de
loerah dadelijk thuis moet komen van
wege hoog bezoek, een paar keer
eenmaal op de tong tong geslagen.
Wanneer de loerah zijn tjarik moet
spreken, klinken er twee slagen; voor
de moedin en bajan drie en vier maal.
Een goede tong tong is wel een paar
kilometer ver te horen.
Toen de vrouw van DsengDsi naar de
markt wilde gaan begon haar kleine
zoon te jengelen en ging hij haar ach
terna. "Je moet zoet thuis blijven" riep
de moeder. "Als je dat doet zal ik een
varkentje voor je slachten als ik thuis
kom".
Toen de vrouw thuiskwam vond zij
haar man bezig een varkentje te slach
ten. "Maar man", riep ze uit "ik heb
dat maar gezegd om te zorgen, dat het
kind zoet zou zijn!"
"Hoe kun-je nu een kind zo voor gek
houden zei de man. Als je de waar
heid niet spreekt, leert hij liegen. Als
hij zijn moeder niet eens kan vertrou
wen, wie zal hij dan vertrouwen?"
(Oud-Chinese wijsheid)
Vind je het niet gek? We hebben in dit rijke
Nederland tegenwoordig duizenden miljonairs,
maar NUL MaecenassenDe hordenmens
imiteert de aristocraat in alle vormen van ne
men, maar in nul van geven.
19