De Kupiah Meukeutop VERSJE HET ATJEHSE HOOFDDEKSEL Voor voorname Atjehers is het hoofd deksel de kupiah, bijna cylindervormig en lijkend op een afgeknotte kegel. Deze kupiah wordt vervaardigd van stijf samengeperste boomwol, die door op de binnenkleding vastgenaaide dra den in smalle verticale ribben is ver deeld. Daarop zijn dunne repen zijde dooreengewerkt, zodat het geheel de indruk geeft van een mozaïek patroon. Tussen de ribben wordt ook nog goud draad gespannen, dat aan de boven zijde in sierlijke figuren uitloopt. In onderscheid met de veel lagere kupiah's uit Mekka noemen de Atjeh ers de hunne kupiah Meukeutop; soms wordt om de onderrand een doek als tulband (tangkulo') bevestigd. De kupiah werd vroeger vervaardigd in Lam Gugöb, een bekende gampong in Groot Atjeh, waar ook verschillende atjehse kledingstukken werden ver vaardigd, o.a. de 'idja Lam Gugob". Het dragen van de kupiah meukeutop, zonder toevoeging van een hoofddoek, noemt men de gewone stijl. De hoofdingang van het paviljoen van Atjeh Barat op de jaarmarkt van Kotaradja, was ge sierd met een grote en fraaie versierde meu keutop. In de poort de schrijver van deze bijdrageTeukoe Tjoet. Na zijn onderwerping van Teuku Pang lima Polem Moehammed Daoed Moeda Perkasa aan de toenmalige Kapitein H. Colijn, in zijn functie als fgd. Con troleur te Lho' Seumawé, werd het dra gen van de kupiah zonder hoofddoek een soort mode. (de z.g. Panglima Polem stijl). Later werd de kupiah meukeutop ge dragen in combinatie met een hoofd doek. Een gewoonte speciaal op de Westkust van Atjeh is de hoofddoek met drie uiteinden te laten uitspringen aan de rechterkant van de kupiah, lijkende op een open bloemkelk. Men noemt deze stijl de z.g. "boengong keumang" stijl, (ontplooide bloem) Het oude monument voor Teukoe Oemar, dat ettelijke lezers van Tong Tong nog gekend hebben, vóór het plaats maakte voor een nieuw monument uitgevoerd in het model van de meukeutop (zoals op de andere foto). Door sedati dansers werd de hoofd doek aldus gedragen, (echter zonder kupiah). Ziet men een Atjeher een kupiah meu keutop dragen met hoofddoek waarvan het uiteinde recht en stijf aan de rech terkant naar boven staat, dan noemt men dit de stijl van de Atjehse bruide gom, de z.g. "meukeutop lintö barö. Dit is eveneens de gewoonte op de Westkust van Atjeh. In Groot Atjeh draagt men de kupiah meukeutop met hoofddoek volgens ei gen stijl; hier worden de 4 uiteinden van de kain verenigd eveneens aan de rechterkant van de drager, maar met een breder onderstuk. Verder heeft men nog de "boengong koembeë stijl, d.i. de stijl van de nog niet ontplooide bioem, eveneens aan de rechterzijde van de drager. Is de kupiah meukeutop dan geen speciaal hoofddeksel van Teuku Umar, zoals te zien van foto's in de geschie denis boeken? Het antwoord is neen; Teuku Umar was maar een van de vele oorlogs-aanvoerders, die de ku piah meukeutop altijd droeg, maar wel met een eigen stijl, die niet is nage volgd. Wat de kupiah meukeutop voor Teuku Umar betekende kan men vergelijken met de zwarte fluwelen muts van de gewezen Indonesische president Soe- karno. Deze laatste vond zijn kleder dracht niet compleet zonder hoofdmuts, bekend in Indonesië als "kupiah model Soekarno", een beetje hoog en recht op gedragen, met naar boven uitstaan de zijkanten. Op de Westkust van Atjeh heeft de kupiah meukeutop veel te betekenen. Men maakte deze als symbool tijdens de deelname van dit contingent aan de Culturele jaarmarkt in 1972. Op het paviljoen van Atjeh Barat tijdens de culturele week te Banda Atjeh werd de meukeutop in het groot boven de in gangspoort geplaatst. Voort is de kupiah meukeutop te be schouwen als een teken van moed en dapperheid, daar het huidige monument ter herdenking van de Atjehse held Teuku Umar in de vorm van een kupiah is gemaakt. Dit monument is geplaatst te Soeaq Oedjong Kalak, 2 km. ten Noorden van Meulaboh nabij de grote weg naar Banda Atjeh. (Kuta Radja), alwaar Teu ku Umar werd getroffen door geweer vuur van een kleine afdeling (20 man) onder co. van de Luit. Verbrugh op 11 februari 1899. Nabij dezelfde plaats stond 10 jaren geleden nog een herdenkingsmonument eerder opgericht door de Ned. Ind. Regering, waarop stond gegrift: "Hier sneuvelde Teukoe Oemar, 11 februari 1899. Dit monument stond dichter bij zee, bij het strand, en was reeds door golfslag aangestast. Volgens oude Atjehers is echter T. Umar aldaar niet gesneuveld, maar wel gewond en vervolgens overleden 7 km. landinwaarts van Soeaq Oedjong Kalak, nabij gampong Poetjok Loeëng, waar hij ook ter aarde is besteld. Volgens deze Atjehers zou dus op het oorspronkelijke monument gegrift moe ten zijn: "Hier werd Teuku Umar ge troffen" en niet "hier sneuvelde Teuku Umar". Teuku Tjoet Mohammed Hoessein (Tjoetje) (tijdelijk in Holland) Hoe veel gelukkiger zou de heden daagse wereld zijn indien de mensen dezelfde levens-filosofie hadden als mijn over-grootmoeder. Die vroeg nooit naar het waarom der dingen, hoe onwaarschijnlijk het soms ook mocht lijken of hoe onrechtvaardig. Zij erkende Gods schepping, zowel de grote als de heel simpele, als de on omstotelijke waarheid en kon daardoor ieder Gebod blijmoedig aanvaarden. Zij heeft onderstaand versje aan mijn grootmoeder nagelaten en die weer aan mijn moeder. Ik heb het zorgvuldig op getekend, in de hoop dat mijn kinderen en kindskinderen het eens zouden le zen en begrijpen. Aku duwé uro-uro ik ken een lied tinggallané Ejang-bujut swargi - dat mijn over-grootmoeder heeft nagelaten, djagad djembar, langit duwur - de we reld is ruim, de hemel oneindig, si tjempé putrané méndo - het lam is het jong van het schaap, mori putih jèn diwêdêl dadi wulung - wit katoen in indigo gedompeld wordt blauw. ora ngandêl njatakno - als je het niet gelooft, zoek het maar uit: asem kêtjut, gulo lêgi - tamarinde is zuur, suiker is zoet. KOESADALINA 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 8