'S AVONDS VERMOEID NAAR BED? GEEN ENERGIE? Aktief VITALE POSITIEVE GEZONDHEID VOOR MAN EN VROUW HAROEM Dit nieuwe, natuurlijke antwoord kan voor u de oplossing zijn. CAPSULES Als u 's avonds oververmoeid bent, geen energie meer bezit, kan dat be tekenen, dat u de natuurlijke vitaminen nodig hebt, zo noodzakelijk voor de juiste bloedtoevoer naar de spieren van het lichaam en naar de hersenen. Neem daarom Aktief Capsules. Deze combineren hoge concentraties van tarwekiemen (de rijkste bron van groei"- en ,,energie"-vitaminen) met andere natuurlijke vitaminerijke con centraties. Aktief Capsules zijn smaak loos, werken niet gewoontevormend. U zult verbaasd staan over de invloed van Aktief Capsules op uw energie en welzijn. Begin vandaag nog met Aktief Capsules. Verkrijgbaar bij apo theker en drogist, ƒ4,20 per kuur. Nu verkrijgbaar in handige doordruk- verpakking. In Europa denkt men heel anders over mensen waarvan het brein gestoord is dan in Indonesië. Daar ging men niet zo gauw tot opsluiting over en vooral op kleine plaatsen was daar meestal ook geen inrichting voor. Alleen voor mensen die te erg in de war waren en een gevaar voor hun medemensen opleverden werd dan een cel in de gevangenis vrijgehouden. De hoofdbewaker van de gevangenis had dan tevens de functie van zenuwspe cialist en soms speelde hij het klaar om de patient weer geestelijk zover in het model te brengen dat de maat schappij hem weer op kon nemen. Maar de ongevaarlijke gevallen werden door de gemeenschap opgevangen. Zo hadden we in Bandjermasin Haroem, die als een vrolijke versiering bij het stadje hoorde. Je zag hem uit de verte al aankomen want hij was gemakkelijk te herkennen omdat hij zich op een bijzondere manier voortbewoog. Hij had een soort slingerende gang waarin vooral zijn armen een groot aandeel hadden. Die draaiden, als hij opgewon den was, in onregelmatige slagen om hem heen, waardoor hij een onzekere zigzag beweging maakte bij het lopen. Zodra hij binnen roepafstand van mijn vrouw gekomen was schreeuwde hij opgewekt: "Tabé nja, mana Moertjie?" Moortje was onze hond, waar hij even eens bijzonder op gesteld was. Dan zwaaide hij het voorerf op, klom op de voorgalerij en hurkte neer om Moortje te knuffelen en zijn nieuwste aanwin sten te vertonen. Hij was mager, schoon en van een moeilijk te schatten leeftijd, misschien wat hij tussen de dertig en veertig jaar. Zijn geest was stil blijven staan in zijn prille jongensjaren. Maar hij was een buitengewoon beminnelijk mens met een zonnig humeur en met een groot vertrouwen in zijn medemensen. Twee ervaringen hadden grote indruk op hem gemaakt dat waren de Japanners, die hem afgeranseld hadden en de jenever, waar hij bijzonder ziek van geworden was. Van de Japanners was hij gelukkig verlost, maar jenever meed hij alsof het vergif was. Verder was hij altijd in afwachting van het schip dat vol met spullen zat, waar mee hij het restaurant vol zou stapelen dat hij in zijn verbeelding bezat. Steeds maakte hij een eind aan zijn bezoek door te vertellen dat hij nodig naar de boom moest, omdat morgen zijn schip aan zou komen. Als hij overdag kwam had hij altijd een mager bosje bloemen in een van zijn maaiende handen en dat verdeelde hij aan zijn bevriende huismoeders. Van de vijf bloemen, die hij in de tuin van de buren had geplukt, kreeg zijn favo riet van die dag er dan twee of drie, die hij zorgvuldig voor haar uitzocht en dan omstandig aanbood. Ook deed hij graag een boodschap en daar was hij dan geweldig trots op. Als hij 's avonds kwam dan informeer de hij altijd: "Pigi bieskoop?" En als we dat bevestigden dan wachtte hij altijd totdat we zouden wegrijden in onze oude kneus en sloot dan zorg vuldig het portier, nadat we waren in gestapt. Bij de bioskoop stond hij dan weer klaar om de deur open te maken, tot onze niet geringe verbazing. Later merkten wij dat hij kans zag om zich achter op de auto vast te klemmen en mee te rijden. "Saja djaga motor", kon digde hij dan aan en als we de bios koop verlieten stond hij weer klaar met de mededeling dat de film mooi was geweest en dat hij hem ook had gezien. De kaartjesverkoper had hem er voor niets ingelaten, dat was een grote vriend van hem. Soms ging hij ook wel met mijn vrouw naar de passar waar hij als een heer voor haar zorgde, de spullen droeg, ruim baan voor haar maakte, wat ieder een grinnekend deed en de bedelaars wegstuurde. Eens was er één erg las tig, toen trok Haroem zijn portemonnaie en betaalde hem een cent met een gebaar als van een edelman terwijl hij riep: "Sekarang pigi lekas". Op een avond kwam hij binnenvallen met een bijzonder geheimzinnig gezicht. En nadat hij ons allemaal begroet had en Moortje had aangehaald, stelde hij zich op onder de lamp, midden op de voorgalerij, stond toen een poos on waarschijnlijk roerloos en toen hij zag dat hij onze aandacht had gevangen, klopte hij een paar keer zachtjes op de borstzak van zijn kaki overhemd. "Njèt-njèt", klonk het na ieder klopje uit die zak en Haroem lachte verheugd over onze verbazing. Zonder een woord te spreken grabbelde hij een lapje uit zijn borstzak en schudde het heen en weer en weer klonk hetzelfde snerpen de geluid. Toen begon hij het voorzich tig los te wikkelen en daar verscheen eindelijk een grote boze tongèrèt, die onder het lamplicht geweldig hard be gon te kwetteren en te snerpen. Dat was te veel voor onze Moortje, ze sprong tegen Haroem op, die liet de cicade even los en daar vloog het beest al als een bommenwerper door de kamer, om de lamp, botste tegen de muur, vloog weer op, belandde achter een schilderij, snerpte weer wat en maakte vandaar een duikvlucht naar de lamp terug. Een van ons dook op Moor tje, die luid happend, een jacht op het insect had ingezet. Haroem was deso laat en nam op zijn beurt samen met de rest van het gezelschap eveneens serieus aan de jachtpartij deel. En gelukkig, daar greep iemand, boven op een stoel staande, eindelijk het gillen de beest uit de lucht en gaf het aan Haroem terug. Die pakte het weer zorg vuldig in het lapje, dat weer in zijn borstzak verdween. Toen we eindelijk van het lachen en van de opwindende jacht bekomen waren stelde Haroem zich weer op onder de lamp. Weer voltrok zich het zelfde ceremonieel, hij klopte weer eens op zijn borstzak en toen de tongè rèt een paar keer met "njèt-njèt" daar op had geantwoord, trok er een tevre den lachje over het gezicht van onze vriend. Opeens draaide hij zonder verder com mentaar een halve slag om zijn as en daar verdween onze vrolijke gast al armenzwaaiend weer in de duisternis van de tuin, op weg naar een nieuwe vertoning bij een van zijn vele vrienden. Bosganger 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 13