Mohamed en Christus veel vijanden hadden omdat zij hun principes niet konden verzaken. Hij deed het dus ook niet. Het ontslag aanvaardde hij zonder wrok. Wij persoonlijk geloven niet dat Hoe- geng met zijn gedrag zijdelings wilde duidelijk maken dat andere generaals, die wél doorwerkten, dus automatisch allemaal fout zouden zijn. Rij zag drommels goed in dat het moderne Westerse mercenaire bestaanspatroon (denk altijd aan Mercurius, de God van Handel en dieven!) nu al eenmaal on zuivere technieken "ingebouwd" had en dat deze wereld nu eenmaal "in het schuitje zit en moet mee varen", waarbij men alleen kan trachten om zo min mogelijk schade te veroorzaken. Maar Hoegeng's structuur van eenvoud en oprechtheid maakte dit helaas on mogelijk. Voor hem was kwaad nu een maal kwaad. Punt afgelopen. En aangezien hij bleef leven, zocht zijn bestaansdrift doodeenvoudig terreinen waar hij zichzelf wél kon zijn. Dat kon! Hoegeng pikte een klein radio-omroep- je op, "El Shinta" in Jakarta, dat elke zondagochtend in de lucht is met o.a. een gemoedelijk programma op het thema van een ons allen goed beken de "Evergreen": "Little Things mean a lot." Pas wie zich de grootste ziekte van de moderne tijd goed realiseert: "Steeds meer willen; steeds rijker en machtiger worden" kan de durf begrij pen, nee: eigenlijk de juiste mensen kennis in zo'n simpele "tactiek": juist het eenvoudige, het NIET-veeleisende, het begeerteLOZE. (Zie de bijgaande song). Het programma werd een "instant hit". Evenals trouwens ook een ander pro gramma van Mas Hoegeng, voor de Televisie, waar zijn "Obrolan mPok Ani dan Bang Madi", miljoenen kijkers/ luisteraars heeft door heel Java. Toch zeggen deze twee "eenvouds-princi- pes" nog niet genoeg. Enorm belangrijk is de gemoedelijke, losse, easygoing stijl waarmee Hoe geng converseert. In het Banjumas, dat gemoedelijk en leutig is, en in nog een soort "dialect", waarmee hij ook in het Jakarta van een halve eeuw terug legioenen vrienden gewonnen zou heb ben, een stijl die hij zelf "Tjaptjai-stijl" noemt, omdat hij zonder de minste in spanning Indonesisch, Nederlands, "Indoosch", Frans, Engels, Duits, enz. enz, gezellig door elkaar hutselt en zonder de minste inspanning of bedoe ling om lollig te zijn. Het is voor insiders de taal die vóór de oorlog al vaak werd gehoord bij de koffieboer op Pasar Baru tegenover Seksi Tiga, of bij Topo in Surabaya. Een taaltje dat helaas door buitenstaan ders wordt veroordeeld als "hopeloos on-model", vooral bij alle taalpuristen en status-bewusten. Maar wie de toe hoorders oplettend bekijkt en beseft dat hier veel soorten mensen en talen en levensfilosofieën dooreen zitten, begrijpt opeens "als bij openbaring" Deze studie is in ruime mate gebaseerd op het frontplaatartikel van April, dat het maandblad "Ekspres" over Hoegeng schreef en daarmee op rustige wijze onderstreepte haar benoeming van deze uitzonderlijke fi guur tot "Man of the Year 1970". Het artikel is niet alleen een knap stuk vakwerk, maar ook een brok karakterstudie van klasse, zoals wij de laatste jaren maar zelden te genkwamen. Verder ontleenden wij ons materiaal aan vele tijdschriftartikelen en brieven over de man en van de man zelf. Onze enorme waardering voor zijn persoon steken wij niet onder stoelen of banken. We geven direct toe dat dit artikel ongewoon is van lengte, samenstelling en opvatting, maar het gaat ook over een hoogst origineel (en dus zeld zaam) mens. Met bovendien een aparte INDONESISCHE denk- en karakterstructuur. Model-beschouwingen zijn dus onbruikbaar. Mas Hoegeng heeft een ongewoon milde levenshouding en is waarlijk een broeder van zijn medemens, wat werkelijk verba zingwekkend is omdat hij als jarenlang hoofd van de staatspolitie letterlijk iedereen dóór en dóór kent, en als "gewoon princi pieel burger" als U of ik eigenlijk in een smal glazen huisje zou moeten wonen, ver van die "hele slechte wereld om hem heen" Al geloof ik toch wel dat hij juist door zijn zeldzaamheid vaak erg onbegrepen en al leen zal zijn. Daarom geef ik met vriend schap dit artikel aan je, Hoegeng, zoals je onlangs een cassette met muziek aan me gaf: "KOGEL" Javaans to give some thing to a friend, driven by a feeling from the bottom of one's heart!" T.R. het hart. Soms een beetje brutaal of hoe verrassend vertrouwd en onge kunsteld een taal is, waarin veel woor den gebruikt worden die ieder op een eigen manier "raak" zijn. Zo'n taal is gewoonweg "thuis" en echt. Maar vooral (en hier zijn we typisch in het slootje van Hoegeng!): zulke taal is economisch omdat zij altijd "the right word in the right place" stelt. Massa's woorden zijn onvertaalbaar of onvervangbaar dan alleen met veel om haal (en dan ben je er nóg naast), maar een Jakartaan "lèlt" altijd meteen in hard, dat geef ik toe, maar altijd raak. Nooit conventioneel, nooit hypocriet, nooit "model-deftig" en niet eeuwig met die vervelende tussenvoegsels als "als-u-weet-wat-ik-bedoel". Te deksel man, als je wat anders bedoelt, zeg het dan teroes terang! Maar wat al deze van links en rechts geleende vreemde woorden óók mees terlijk doen: ons denken rijker maken door het invoeren van andere denk elementen. Mensen zoals Hoegeng zijn door het kunnen spreken van deze "in ternationale" taal "easy-going" in hun gedrag ook. Ze winnen gemakkelijk alle harten omdat zij vele "diepe roer selen" in andere soorten mensen met telkens weer zo'n stukje psychologie in één "eigen" woordje licht aanraken en daardoor zélf ook ineens het andere gezichtspunt goed aanvoelen. Hoegeng verstaat vele "echtheden omdat zijn natuur nu eenmaal zo is. Ik ken werkelijk niemand die zó oncon ventioneel en zo "on-status is als hij. Hetgeen ook komt omdat hij ondanks zijn top-ambtenaarlijke vermogens ook een artist is tot in zijn vingertoppen. Dat valt je al meteen op als je zijn huis binnenkomt: een van die betrek kelijk kleine huizen aan wat voorheen de Madoeraweg heette in Jakarta (vlak bij het vroegere Dept. van Onderwijs), en waarin Hoegeng dwars door aller lei posities heen bleef wonen: als hoofd v.d. emigratie voorheen, als mi nister daarna, als hoofd van de staats politie later en als ambteloos burger nu. Het huis is voor hem "altijd groot genoeg" geweest. Nu is geheel in te genstelling van wat men hier in Holland door de bank denkt, het gemiddelde Op 8 en 9 Sept. jl. waren in Bandung nationale go-cart kampioenschappen. Zoon Didit (2de v. links gehurkt achter de go-cart) werd derde. Rechts de dochter van Hoegeng, Reni (eig. Soerjanti). Wie de volgende generatie van verre gadeslaat, zal merken dat zij baanbrekers hebben op vele terreinen en zich thuis voelen onder de "koplopers" op internationaal niveau. Velen hunner zijn als speerpunten weggeschoten uit de burgerlijke middelmatigheid van onze voormalige maatschappij. De tijd dat jonge Indonesiërs netjes achter het Hollandse schoolvoor beeld liepen, is definitief voorbij. Zij zijn bezig een "jeunesse dorée" te vormen waaraan elke kleinburgerlijkheid totaal vreemd zal zijn, hopen wij. Duizenden hebben inderdaad geen bromfiets, maar enkelingen kennen de go-cart GRONDIG. Daar ontwikkelt zich een heel andere maatschappelijke structuur, die wï] geboeid gadeslaan. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 5