m AANTREDEN VOOR SNERT "Wat is dat voor een boom?" mompel de hij, toen hij de tjemara met haar kinderen in het oog kreeg. "Het lijken ook wel dennebomen!" Nu was de jonge houthakker nog niet zo lang houthakker en veel verstand had hij nog niet van bomen. Maar in zijn ijver om toch maar zoveel en zo vlug mogelijk bomen te hakken, lette hij niet zo goed op het verschil tussen een gewone tjemara en een denne- boom. "Dit is een aardig klein Kerstboompje," zei hij en daarmee bedoelde hij de kleine tjemara, die zo graag naar de stad wilde. Met een paar forse slagen had hij het buigzame, ranke stammetje van de tjemara doorgehakt. Moeder Tjemara schreeuwde van ontzetting, maar nie mand lette op haar en al was dat wel het geval geweest, hoe hadden de an dere bomen haar kunnen helpen? "Moeder, ik ga naar de stad!" juichte de kleine tjemara opgewonden. "Ze zullen me versieren en ik word een echte Kerstboom!" "Je zult sterven", snikte Moeder Tje mara. "O, wat ben je toch een domme kleine boom. Net zo eigenwijs als je vader; ik heb het wel gedacht, o, o, o!" "Dag Moeder, dag, dag!" wuifde de kleine tjemara, toen hij over de schou der van de houthakker naar de kar werd gedragen. En zo kwam het, dat een gewone kleine tjemara tussen allerlei echte denne bomen verzeild raakte en ook in de stad kwam, om als Kerstboom ver kocht te worden. Het is maar een eenvoudig donker groen boompje met dunne takken, die direct ombuigen, als je er iets zwaars aanhangt. Erg geschikt als Kerstboom is die kleine tjemara niet, maar dat weet hij niet. Hij wilde zo graag Kerstboom worden en daar had hij zijn leven voor over. Wie hem in huis kreeg? Het waren mensen die niet zoveel geld konden betalen voor een boom en omdat de tjemara veel goedkoper was dan de dennen en sparren, namen ze hem. Zijn takken waren schriel en stonden niet recht genoeg, daarom hingen de kinderen er maar wat gekleurde papie ren slingers in en zelfgemaakte zilver papieren sterren. Maar het stond toch ook erg vrolijk en de kleine tjemara schitterde van trots. Vooral toen op het tafeltje onder hem kadootjes wer den neergelegd en in een kring de kaarsjes werden aangestoken. Hier had hij altijd over horen spreken, dat het hem nu zelf zou overkomen! En hij voelde nauwelijks dat hij na de derde dag al slap en ziek begon te worden, want vol dankbaarheid dacht hij: "Ik ben maar een gewone Indische tjemara en toch ben ik een echte Kerstboom geweest! Vrede op Aarde, in de Mensen een Welbehagen!" Dat laatste zinnetje had hij net van de kinderen geleerd. Lilian Ducelle Zo gebeurde het eens, in December tegen Kersttijd, dat een Jannen Compie (totok compie) meerdaagse oefeningen hield in de goenoeng, vlak bij ons koffieland. Dat oorlogje spelen duurde, meen ik, vijf dagen. Natuurlijk was er ook een veldkeuken bij en elke dag kregen we van de Jan kok een proefkiriman toegestuurd. Weliswaar bestond het soldatenmenu uit veldrantsoenen uit blik, zoals stamp pot met klapstuk, boerenkool met worst, capucijners met spek, enz., maar de kok was een meester in z'n'vak en wij smulden dan ook van de voor ons ongewone lekkernijen. Dagelijkse rijs- tepikkers als wij waren. Een dag hebben de soldaten ook rijst tafel gehad. Klaargemaakt door hun keukenjannen, bijgestaan door Vader, Moeder en onze twee keukenprinses sen. Vader zelf was een Meester-kok. Voor de laatste dag stond "Erwten soep" op het menu. "Zal wel wat dun worden", zei de kok, "want ik denk, dat ik niet genoeg spliterwten heb meegenomen." "Lappen met katjang idjo," zei Vader, "en maak er maar snert van. "Gampang (makkelijk) toch, daar in de goenoeng. Uien, prei, ba- wang daoen (sla-uitjes of sjalotte-plan- tjes) selderie, enz., neem maar uit de kebon sajoeran (groententuin) zoveel als je nodig hebt. En omdat 't de laatste dag van de Jannen was, bood Vader hen voor de snert nog een heel speen varken aan, mede als dank, dat de mannen bij hun oefeningen haast geen schade aan het gewas hadden toege bracht. Maar, stelde Vader als voor waarde, ze moesten de big zelf van gen. Dat was dan metéén zijn Kerst cadeau aan de Jannen Compie. Natuur lijk was dat wel naar hun zin en dat vangen van Toean Babi, daar was geen kunst aan, vonden zij. De beesten le ken zo tam en mak, dachten zij. De grotere biggen, die al van de zeug afwaren, liepen nl. vrij rond, of bijna vrij dan, op een groot, maar wel sterk afgerasterd stuk veld. Als je bij hen kwam, stonden ze meteen allemaal om je heen, denkend, dat ze gevoerd wer den, wat tweemaal per dag door de verzorger gebeurde. Ik krabde hen meestal met een panne- scherf (krèweng) over hun rug, tot ze erbij gingen liggen van genot. Wel, de 27ste December zou de troep, 's morgens vroeg afzwaaien en was dus de 23ste hun laatste dag. Al heel vroeg kwamen ze, vier man sterk ende jacht begon. Bedenk wel, het was december, Westmoesson en die nacht had het hard geregend, het grimiste nog 'n beetje. En toen Jan springt in de omrastering, grijpt met lange zwaaiende armen. Mis! Oeiük, oeiük, sjèèèt boek! Oeiük, oeiük, Sjèèèt boek, hier oeiük, daar sjèèèt boek (Jan hier, big daar, rennen, roewet, ramé.) L/>] En het "Gossamme hier en gunder" was niet van de lucht. O mensen, we lachten ons een ongeluk! De babi's waren wel mak en tam, maar lieten zich toch heus niet zo maar beetpak ken. En snel dat ze waren. Natuurlijk, die enge ruimte gewend en getraind in 't rennen, om elkaar de beste hap jes af te pikken. Wel een half uur lang hebben we, rol lend van het lachen, Jannen en biggen getanggapt (schouwspel aanschouwd) tot Vader, de uitdenker van dit toneel stuk, de toekang babi (varkens-ver zorger) toeriep even met de voedsel- emmers te komen rammelen. De biggen negeerden meteen hun achtervolgers en kwamen rennend op hun verzorger toe. De keuze van Jankok was zo gevangen, 's Avonds kwamen alle Jannen, van hoog tot laag, van ons allen afscheid nemen; bedankten en wensten elkaar wederkerig een zalig en vrolijk Kerst feest toe. De snert was de lekkerste van de allemaalste. Maar sekali-kali kon deze, toen al, dik ke kleine saja, er niet van eten, want, voortaan zou ze één van haar speel makkers moeten missen toch. Kindertijdherinnering van PIM Medanners attentie: Op 1 December 1973 ontviel ons tante Dee Knuppel, wed. van Otto Knuppel. Met dank geden ken wij haar zorgzaamheid, vriendschap en trouw. Mevr. E. van Bodegraven Harry en Miranda v. Lies hout-Fontein Brenda John en Yvonne Fontein- Beentjes John en Maureen Wijnstra- Fontein Celeste Fontein Jim Fontein Corr. Adres: Jan van Polanen- straat 128, Heemskerk - NH. Telefoon 02510-3 44 20 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 15