DIDALAM K Het is zonde dat Indische en Indonesische schilders zoveel voorkeur hadden voor berg en ver-gezichten en zo weinig aandacht voor simpele kam pongkijkjes, zoals dit schil derij van S. Sudjojono: "Dida- lam kampung". Ook al begrijp ik volkomen wat die schilders bewoog (ik ben met verschil lende van hen op stap ge weest): de majesteit van de Ruimte die ieder mens soms volkomen overrompelen kan en een gevoel geven van be vrijding van alles wat aards en klein is. Toch bewijst dit schilderij hoe men "down to earth" kan blij ven en toch datzelfde gevoel krijgen van bevrijding en to tale ontspannenheid. Het is een ongelooflijk goed schilde rij dat steeds meer vertelt hoe langer men ernaar kijkt. En men snapt niet goed waardoor het veroorzaakt wordt. Want het is eigenlijk alleen maar een opname van een typisch kampong zij- of voorerf. Zon der enige pretentie. Elke vormgeving van wat volgens europese maatstaven een tuin hoort te zijn, ontbreekt. Is in feite alleen dat schriele rijtje balsa- mientjes i.pl.v. een "border", maar toch, als U in kampongs gezworven of geleefd hebt, weet U dat het precies genoeg is. Want houdt Europa van "tuin-architectuur" met hele partijen en bedden en borders van bloemen, de indonesische kampong schijnt de tuin te hebben om er vrij in te kunnen lopen alle kanten op en verder zijn drie, vier bloempjes al genoeg in hun schaarste om het wezenlijke bloemeffect: zeld zaamheid, uitzonderlijkheid, te accen- tuëren. Ook heesters, struiken en boompjes staan apart, zonder dat iemand zich hoeft te bekommeren om "artistieke groepering". Het is alsof ieder stukje plant aandacht voor zich alleen vraagt. Kijk, hier ben ik: de djeroekboom, de pisang, de ketella de klapper, de ketja- pi (jammer genoeg gaan in de foto de kleuren verloren, maar als je het schil derij zelf ziet, lijkt het alsof je er zó in kan wandelen als in een oude bekende tuin uit je jeugd). Zo volmaakt vrij van alle presentatie en pose is het schilderij dat zelfs de meneer op de prent met zijn gezicht afgewend zit, geheel geabsorbeerd door de aanblik van de baby. Met zijn rug zit hij naar de wand van het ge bouw, waarin hij vermoedelijk woont, alsof hij met deze houding wil zeggen wat Ezra Pound in zijn Cantos dicht: Pull down thy vanity, I say pull down Learn of the green world what can be thy place Ook Rogier citeerde deze woorden toen hij zijn geboorteland terug vond en zich op slag bevrijd wist van de westerse "zekerheden" die nochtans elke wezenlijke vrijheid blokkeren Wég met Uw ijdelheid, weg ermee! Leer van de groene wereld wat Uw plaats kan zijn. Het huis is ijdelheid, de tuin is Leven en Waarheid. Vreemd, hoeveel schilderkunstige be koring er uit kan gaan van zo'n primi tief baby-boxje, van simpele zelf in elkaar getimmerde duivenhokken en vogelkooien. Je begrijpt beter, waarom ook de culturele Indonesiër instinctief dichter bij de bewoner van Siberoet verkiest te wonen (die naar men zegt even eenvoudig leeft als de Indone siër van het stenen tijdperk). En waar zelfs geen paden gehakt 2ijn in het bos en men elke vertreden plant in staat stelt zich weer op te richten' En je begrijpt waarom die sympathieke zwerver door de Indonesische natuur Fairchild, eenmaal teruggekeerd tot het ultra-moderne en puissant-rijke Ame rika, zijn proeftuin in Florida "Kam pong" noemde, en toen hij zijn einde voelde naderen, wég wou van de ste riele van alle gemakken voorziene hos pitalen, maar terug wou naar een sim pel hutje in een verre kampong daar vér in de gordel van smaragd. Schilderijen van Indonesiërs bieden veel sleutels tot nieuwe filosofieën en zijn op een wonderlijke manier ge spaard gebleven van de klassificerings- ziekte van de europese kunst, die als maar verder gaat met het bouwen van nieuwe hokken van beperkte volmaakt heden, waarvan iedereen toch weer gauw bósen en leeg wordt In de linkerbenedenhoek ziet U heel nadrukkelijk en alleen een verdord blad liggen in het overigens "rapi" onder houden tuintje (keurig geveegd en op geruimd). Waarom dat ene blad? Om ons eraan te herinneren dat wij sterfe lijk zijn, dat alles voorbij gaat, om dan als compost Nieuwe Levens te dienen. Pas als je je dat serieus realiseert, be grijp je waarom al die jacht naar be schavingsrijkdommen, terwijl wij de oeroude en eeuwige natuur de rug toe draaien, dom is. Meer dan dat: krank zinnig, een fictie. En dat wij, met onze jacht naar de zaligheden van Parijs, Rome en New York een boot gemist hebben, die ons had kunnen voeren tot een verantwoorder, menselijker en rij ker leven "didalam kampung" (Zou ook U niet verlangen zorgeloos buiten te zitten, alleen met sloffen aan en een jasje dat al lekker helemaal "amoh" (tot bijna op de draad ver sleten) is? Dankjewel, schilder, voor uw fijne herinnering!) T.R. 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 25