m m ik KERSTMIS 1953 i Ik was een verwoed jager en ik was dan ook geen vrije dag thuis. Ik had een dubbelloop Cal 16, merk Geko. Ja rustig maar, niet om mee op te scheppen, want de Geko was het goed koopste merk op de markt. Of was het de Bayard? Zie opsomming van "dure" en heel dure" geweren van Hr. Bartman in T.T. Nr. 5, dd. 15-9-73. Patronen waren niet te koop, dus die moesten zelf worden gemaakt. Onderdelen werden overal gebietst. Hulzen van 12.7 vliegtuigmi trailleurs werden passend afgedraaid, percussies van 7.7 patronen werden losgepeuterd of van stengunpatronen, en kruit werd "ergens" gekocht. Ge reedschap bestond uit een percussie- trekker-duwer en een kruitmaatje. En met die zelfgemaakte patronen schoten we de grootste zwijnen neer. Zoals ik zei, ik was geen vrije dag thuis, dus elke Zaterdag of elke feest dag ging ik op jacht maarjagers zijn bijgelovig. Denk maar aan de "Primbon", die door de meeste jagers gehanteerd werd. Mijn bijgeloof zei: "Op Christelijke feestdagen niet op jacht en geen dingen doen, die onge lukken kunnen veroorzaken. Dus ook geen tochten op de motor, zwemmen in zee, e.d. Er werd verteld, dat Gerrit de Raadt tijdens een jachtpartij op een Christe lijke feestdag werd neergeschoten, ter wijl iedereen verwachtte, dat hij op de racebaan zou sterven. Op zulke dagen bleven wij dus nood gedwongen thuis en dachten met wee moed aan "Knor knor in de mane schijn." Dit was ook het geval op Kerstmis 1953. Ik zat me thuis rot te vervelen en besloot ten einde raad mijn patronen- voorraad aan te vullen. Ik begon per cussies in de lege hulzen te drukken en de eerste drie gingen er normaal in, maar bij de vierde hoorde ik een knal en voelde een klap boven mijn rechter oog. Een halve cm. lager en ik had een oog verloren. Ik had mijn patronen altijd op dezelfde manier gemaakt. Er was nog nooit iets gebeurd. Op een of andere onverklaar bare oorzaak was de percussie ont ploft. Mijn bijgeloof zegt nu, dat op Kerstdag ook geen moordtuig gemaakt mag worden. Het stukje geplofte percussie had waarschijnlijk een ader geraakt, want het bloed gutste over mijn gezicht. Klopt eigenlijk niet, met wat mijn le raar altijd zei: "K. jij hebt zaagsel in jouw kop." Een goede raad voor bijgelovigen: Doe op Christelijke feestdagen geen dingen, die onqelukken kunnen veroorzaken. Th. Kempff Noot: Ja beste Kempff, ik weet het allemaal nog heel erg goed! Ik zou er een ver- Als jezelf in het publiciteitsvak zit en je zoon Rogier ook, dan stuit je telkens op wederzijdse kennissen, die per sé de groeten willen laten overbrengen aan de Pa. En soms zelfs een foto: links en midden twee oude sobats uit de tijd toen ik nog bij het Advertentie bedrijf "Grafica" werkte, na "de Over dracht". Het zijn Mardjuki en Napis. Ook lezer Clem Ie Cotey zal zich de colporteur en de boekhouder met ple zier herinneren. Rechts een kenalan van Tjalie sendiri uit de rumoerige tijd der tweede poli tionele actie, toen ik de afdeling Kediri van de RVD opzette en leidde. Vaak ging ik er met de Propagandawagen op uit met Mardhi naast me met de mega foon. We kwamen vaak erg ver en lagen nogal eens onder vuur. "Mardhi masih ingat Pare?! Atau barangkali Ngoro? Wlingi? Wadduh! Hebat! Se- perti Tahun Barul!" Er werd namelijk in de nacht een ver rassende aanval ingezet op het plaatsje met een "vuurwerk", dat horen en zien je verging. Mijn hemel, dat was leven!! Mardhi zorgde voor het gesproken en gezongen woord. Tussen de toespra ken draaiden we eindeloos dezelfde handvol jazz- en stamboelplaten af. Tot de dag van heden blijven songs als "Indian Summer" onverbrekelijk ver bonden met het venijn van snipervuur of de dreigende stilte, die aan hinder lagen placht vooraf te gaan. En van een bizar soort kameraadschap, zelfs met "vijanden". Maar hoeveel opener en moediger was dat leven ver geleken bij het hypocriete, laffe en karakterloze leven hier en nuI haal over kunnen schrijven. Over de tijd, dat we terug waren uit krijgs gevangenschap, we WILDEN jagen, maar er was geen munitie. Toen be gon het levensgevaarlijke ge-experi- menteer met kruit- en percussiesoor ten. We zaagden Lee-Enfieldpatronen in de lengterichting door om maar bij het slaghoedje te kunnen komen mengden paars-en rood-en groen-en oranjekleurig kruit door elkaar mortierafvuurladingenonze kruit- maat was een oude eetlepelzoveel en zoveel in de huls? ah! koerang boeng! tambah ih I I I Ieen kaliber 12 moest drie Stenpatronen hebben... beuk! Niettelang! Maar de lopers gin gen er wel dwars doorheen hoor. O zo! Af en toe: Weh neus-oor-of oognja! Geweernja bledos! Maar dan zeiden we glashard: Peh hehad! Doorhaan met jahen! Kempff, dat weet ik nog heel goed. De kali Solo met het pontje bij Sem- bajat. Daar jaagde ik met Jo, van der Pauwert, de gebroeders Stasinet en Rambing! Met Kerst, Pinksteren en Pasen gingen we inderdaad niet op jacht. Waarom niet? Het was dacht ik niet zo zeer vanwege de "tjelaka", maar traditie. Een Engelsman zou zeggen: "it is not done". Dat doet men niet! Zondags gingen we wel op jacht. En toch is zondag de Dag des Heeren. Op die dag behoort een Christenmens in de kerk te zijn. Maar we hadden daar zo erg weinig vertier en jaagden zo ver schrikkelijk graag. En dus gaven we Kerk en Diana elk een eerlijk deel. Maar met Kerst, Pinksteren en Pasen: no hunting! No sir! Waarom niet? It is not done! Traditie. In Nederland mag volgens de wet op zondag niet gejaagd worden. Doe je het toch en je wordt gepikt: Boete! Dus: tjelaka! Beste Kempff, weidgenoot, tot kiek en laat eens wat van je horen. Prettige Kerstdagen en beste groeten toegewenst, ook aan alle jagers en ex- jaqers van G. H. Bartman 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 30