De Kolonel Sneuvelde In De
Voorste Linie
Een herinnering aan de slag om de Tjiater-stelling
Op 5 maart 's morgens kwamen berichten binnen dat de Japanners hun Hoofd
aanval zouden doen naar Soebang waardoor Kalidjati in gevaar kwam. Vecht-
wagens leverden hier nog een zeer goede strijd en kwam de Japanners nog duur
te staan. De stellingen bevonden zich een eind terug en wel nabij Tjiater, hier
bevonden zich alleen als vaste bezetting de Eur. Compagnie van het 1ste
Bataljon Infanterie onder Kapitein M. Kooistra. Dit was in de nabijheid van een
brug. Soebang en daarna Kalidjati werd ingenomen en nu moest de stoot komen
op de Tjiater-stelling. In allerijl werden inmiddels troepen naar de Tjiater-stelling
gedirigeerd, maar deze konden de stelling niet tijdig bereiken en vochten in het
terrein achter de stelling.
De Jappen naderden de Tjiaterstelling:
voorop tanks gevolgd door infanterie.
Achter de brug nabij de Tjiaterstelling
stond een licht stuk zeegeschut opge
steld, dat werd bediend door een bri
gadier met enige Inh. helpers, deze bri
gadier schoot geweldig. Verschillende
tanks werden vernield; eveneens
vrachtauto's met Infanterie.
De Japanners verdwenen nu onmiddel
lijk in het zijterrein. Hier begon de in
filtratie, de brug werd opgeblazen. De
ze werd in de nacht door de Japanners
hersteld.
De Kolonel de Veer was 's morgens
onmiddellijk naar boven gegaan. De
weg van Lembang tot aan Tjiater stond
vol vrachtauto's die met versterking
naar boven waren gedirigeerd. De Jap
pen cirkelden onophoudelijk met vlieg
tuigen boven de weg, en bombar
deerden en mitrailleerden alles wat ze
zagen of niet zagen. Wij kwamen bij
de Kolonel aan die zijn Commandopost
had ingericht op de driesprong van
wegen op de Tangkoebanpraoe. Ik
moest de taak op me nemen de Kolo
nel voortdurend te beschermen. Het
was mistig en dat was een prachtige
bescherming voor de troepen en auto's
die thans geheel geblokkeerd stonden
van Lembang tot aan de driesprong,
de weg was smal, passeren kon men
niet en draaien in het geheel niet, ver
der was de weg modderig geworden
door het vochtige weer en de auto's
liepen vast in de modder.
De troepen kwamen echter ongelijk en
niet met gehele onderdelen aan. De
Kolonel regelde op de weg het naar
voren zenden van de troepen, gaf hier
de opdrachten die in allerijl moesten
geschieden. Intussen bombardeerden
de Jappen de omgeving op goed ge
luk want er was geen zicht door de
mist, de kolonel gaf de militairen
door zijn houding midden op de weg
morele steun en vertrouwen, stelde
hun voor ogen niet onnodig te vuren
om geen vliegtuigen aan te trekken.
De auto's konden die nacht nog terug
keren op Bandoeng door de voorste
bij de driesprong te laten keren. In
het voorterrein liep het als volgt:
de Jappen waren aan het infiltreren bij
de Tjiaterstelling, lieten de Compagnie
van het 1e Bataljon Infanterie onder
Kapt. Kooistra in hoofdzaak ongemoeid
en deze zag een omsingeling tegemoet,
hij moest weg en is door het terrein
op Bandoeng teruggetrokken. De troe
pen die vanuit Bandoeng naar de Tjia
terstelling waren gedirigeerd konden
de stelling niet tijdig bereiken, deze
troepen leverden strijd achter de stel
ling van Tjiater. Hierbij ook de KOR.O.
onder Overste Altena. De Kolonel was
steeds in de weer en de duisternis
RELAAS VAN EEN SERGEANT
Over de laatste slag op Java, die bij de
Tjiater-stelling - in de nieuwe spelling.
Ciater - is veel minder bekend, althans
bij het grote publiek, dan men opper
vlakkig zou verwachten. De stelling
sloot de belangrijkste pas af in de weg
van de laagvlakte met het grote cultuur
gebied van de Pamanoekan en Tjiasem-
landen - naar Bandoeng; het feit, dat
de Japanners nabij Cheribon waren ge
land maakte het waarschijnlijk, dat hun
belangrijkste stoot gericht zou zijn op
het vliegveld Kalidjati bij Soebang en
dat vandaar uit het centrale verdedi
gingsstelsel van de hoogvlakte zou wor
den bedreigd. Dat geschiedde inder
daad.
De officiële berichtgeving in de studies
van de Krijgskundige sectie van het
Departement van Defensie (Deel VII,
"Japan contra Nederlands-lndië) geeft
een volkomen onpersoonlijk en (on
danks het vele kostbare bloed dat in de
strijd verloren ging) bloedarm verslag
van het verloop van wat dan ook strikt
historisch-wetenschappelijk de "ge
vechtshandelingen" wordt genoemd.
Een onzer lezers intussen was en is zo
geïnteresseerd in hetgeen zich in wezen
daar afspeelde dat hij in de loop der
jaren een groot aantal documenten
heeft verzameld, die betrekking hebben
op de gevechten tussen de overmachti
ge en over grote oorlogservaring be
schikkende Japanners en ons politie-
leger. Liever dan ons te wagen aan een
samenvatting van het materiaal, dat hij
ons tijdelijk afstond zullen wij een deel
afdrukken van een na de oorlog opge
maakt verslag van de dardanel" van
een der gesneuvelden, de kolonel Van
der Veer, die met grote moed zijn rol
vervulde in dit drama en zijn optreden
met de dood bekocht.
Heeft het zin, na meer dan 30 jaar op
deze gebeurtenis terug te komenVoor
beelden van moed en zelfopoffering
zijn, dunkt ons, altijd de moeite waard
in herinnering te brengen. Hier volgt
dan, enigszins bekort en hier en daar
wat bijgeschaafd het relaas van de
sergeant die was aangewezen als per
soonlijke beschermer van de Kolonel
De Veer. Dat hij beter met een kle
wang en geweer kon omgaan dan met
de pen zij hem vergeven. Tenslotte is
bloed kostbaarder dan inkt en van wie
zijn leven in de waagschaal stelt kan
men niet verlangen dat hij daarover
bovendien nog een literair opstel
schrijft. In zijn eenvoud is het hier
volgend relaas treffend.
bracht stilte, de Japanners hielden
halt.
Stilte was het echter niet voor Kolonel
de Veer die voor de nacht zijn Com
mandopost had ingericht in het Hotel
Tangkoebanpraoe. De Kolonel heeft
niet geslapen, overdacht voortdurend
alle situaties liep rond en gaf orders.
6 Maart 's morgens vroeg wederom
De driesprong bij Tjiater, zoals die er nu uitziet. De omgeving van de Tjiater-pas was het terrein
van de bloedigste gevechten in de strijd tegen de opdringende Japanse overmacht in maart 1942.
Hoe het oordeel van de geschiedenis over de laatste slag ook moge zijn, vast staat dat aan onze
zijde voorbeelden van grote moed en plichtsbetrachting zijn getoond, zoals het optreden van
kolonel De Veer.
12