DE KOEKOEK-BELO ÉÉN ENKEL WOORDJE Wie wil die kan? I J. M. VAN EXEL's De koekoek beloek SERENADE Une voix dans la nuit, Passionnée, caressante! "Viens d moi, Chérie! La lune au ciel étoilé Eclair e les buis sons en fleurs! "Pourquoi tu pleures, mon pauvre coeur? Roos Grooss In de "Tong Tong" van 14 oktober jl. vermeldde Dr. M. M. J. van Balgooy niet in het bezit te zijn van een foto van de KOEKOEK BELOEK. Het is al zo'n 20 jaar geleden, dat ik de bosuil op bijgaande foto voor drie maanden in huis had en ik de uil kon fotografe ren. Deze bosuil kwam bij ons in huis wegens het oplopen van een lamme vleugel daar het dier voor ons huis uit een regenboom viel door een vol treffer van een katapult-schot door katjongs, die blijkbaar op de hoogte waren van de aanwezigheid van de bosuil. Toevallig keek mijn vrouw die namiddag naar buiten en zag de kat jongs bezig met de katapults. Toen zij dan ook bemerkte dat er een slacht offer uit de boom viel, rende ze naar buiten en joeg de straatjongens weg. Tot haar verbazing zag zij een uil op de grond liggen. Zij nam het arme dier op en bracht het thuis. Wij besloten het dier te verzorgen, in de hoop dat de lamme vleugel weer zou helen. In de bijgebouwen hadden wij nog een leeg kamertje over en werd de uil zo lang op de baleh-baleh in een mandje gelegd. De Brigadier Jansen was weer eens "op stap" geweest en kwam 's avonds "behoorlijk onder de olie" en te laat het Kampement binnen, dus "ging prompt op de bon". De volgende morgen 8 uur "Kompies- rapport". De kapitein, vanwege de overdadig grote uitbouw van zijn reukorgaan, bij de troep als "de Neus" bekend, ze telde achter zijn schrijftafel. Jansen moest binnen komen, salueerde model en bleef vóór de schrijftafel in Adeline, onze pleegdochter, en onze kebon zouden voor het voedsel zor gen. Dit bestond uit kikkers en Agaat slakken. Adeline nam op zich de uil te voeren. Van de Agaatslakken werden eerst de huisjes verwijderd en dan de slak in de bek gestopt. Zo verorberde de uil elke dag een dozijn kikkers en een dertig slakken. Na enige dagen kon de uil weer rechtopzitten. In het kamertje werd een dikke tak vastgemaakt en de uil eropgezet. De vleugel bleef echter nog hangen. Maar na een twee maan den ging de vleugel weer op zijn plaats. Ondertussen werd de uil steeds bewegelijker in zijn doen. We hielden hem nog een maandje vast en toen nam mijn vrouw hem op en nam hem mee naar de voorkamer bij het open raam met het uitzicht op de regen bomen. Zij zette de uil op het kozijn en zei: "nu ga je maar weer eens pro beren te vliegen"! Onder het raam was een gazon. De uil keek naar buiten, draaide zijn kop helemaal om naar mijn vrouw en schudde toen zijn kop heen en weer: "Neen!" wilde hij zeggen. Mijn vrouw duwde hem toen zachtjes vanaf het kozijn naar buiten. Instinct matig spreidde hij zijn vleugels en zeilde neer op het gazon. Het was al schemerdonker en wij dachten dat de uil wel weer naar de regenboom zou vliegen, maar de volgende morgen zat de uil op de stenen trap bij de deur te wachten. We brachten hem weer naar zijn kamertje en kreeg hij zijn portie voedsel die dag. Maar tegen de avond bracht mijn vrouw hem weer naar het kozijn en wierp de uil met een flinke zwaai naar boven richting regen boom, die een twintig meter van het huis afstond. De uil spreidde weer zijn vleugels en vloog naar 'n lagere tak van de regenboom, 's Avonds hoorden wij hem vanuit de boom enige keren roe pen. Zijn roep werd beantwoord door achter ons huis. Zij waren weer ver enigd. En nog vaak hoorden wij 's a- vonds deze uilen hoog in de regen boom roepen! Dit was voor mij de enige keer dat ik bosuilen van zo nabij heb leren kennen. Th. du Marchie Sarvaas de houding staan. De Kapitein: "Jansen, het is weer mis met je geweest gisteravond. Hoe dik wijls heb ik je al niet moeten douwen vanwege dat verdgezuip van je?" Jansen: "Jawel, kapitein". Kapitein: "Je zult niet veel tot je ver ontschuldiging kunnen aanvoeren." Jansen: "Het bier bij de Sinees was zo lekker koud, Kapitein". Kapitein: "Je begrijpt wel, dat dat geen excuus is. Je komt er deze keer nog eens met zes dagen politiekamer van af, maar een volgende keerHeb je verder nog iets in het midden te bren- "WIE WIL DIE KAN" De klas moest een opstel maken met deze titel. Njootje kende dat gezegde helemaal niet. Maar na even gepiekerd te heb ben glimlachte 't pientere kereltje en leverde als eerste zijn opstel in. De onderwijzer kon zijn lachen niet in houden want hij las: Tierlijk niemand wil Want die KAN botjor (lekt) O. H. KILIAAN Schoenhandel alleen Reinkenstraat 29 t Den Haag - Tel. 33 21 17 1 Specialist in exclusieve dames- schoenen met hoge of lage hak in de allerkleinste maten. vanaf maat 32 Grote keuze in winter-opruiming. gen?". Jansen (met een ongelukkig gezicht): "Kapitein zou ik asieblief nog één enkel woordje mogen zeggen?" Kapitein: "Ga je gang maar." En Jansen strekte zijn ledematen zo model mogelijk, richtte zijn blik op het reukorgaan van de kapitein en snauwde model-saluerend: "Neus"! De Kapitein zei niets en Jansen mar cheerde, na een keurig rechtsomkeert, af. En 's avonds hadden de mannen reuze lol in de cantine en de officieren op de Soos amuseerden zich over de nieuwste "Jannenmop". L. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 9