■QdelMeneix^
BRIEF VAN HELLY VAN BRINK
"AAN ALLEN DIE MIJ GESCHREVEN HEBBEN"
RECTIFICATIE
ja, men weet nu eenmaal niet beter.
Als je zelf anders geleefd hebt en b.v.
WEET dat er in de eerste de beste
lènong in Indonesië méértalenten meer
theaterkunst zit dan in de gouden ope
ragebouwen hier (vergelijk maar met
heel oude europese kunst als in Lanse
loet of Beatrijs of Elegastl), dan weet
je wat er vaak in Nijholt om moet gaan.
Maar wat kan je anders verwachten in
een land dat bij gebrek aan eigen
kunst en eigen leven b.v. op de knieën
ligt voor Marcel Proust en het zoeken
naar eigen "Temps perdu" van In
dische "heimweeleiertjes" hooghartig
over het hoofd zietJe leeft tussen
kinkels en claqueurs hier.
Ja, ook als je geen "Tong Tong-heim-
weelijer" bent, ook al schijn je volko
men geassimileerd te zijn en de pose
vol houdt dat het volkomen Nederlan
derschap het ware geluk gebracht
heeft (en Indië ergens onder verplet
terd en voorgoed dood is weggebor
gen), dan laat je "barbaarschap" je
niet met rust. Als je tenminste een
flardje eerlijkheid en natuurlijkheid in
je d.nder hebt!
Mocht dat woord "barbaar" U af
schrikken, mocht de titel van dit opstel
U afschrikken, bedenk dan dat het een
versregel is uit "de oude Klassieken":
"Barbarus hie ego sum,
quia non intelliger ulli."
Zoals wij boven ook al schreven, is
het een uitspraak van Ovidius, die
leefde rondom het jaar 0, en deze regel
komt uit "Tristia", zijn klaagliederen
in ballingschap aan de Zwarte Zee.
Uiteraard is Ovidius's liefdespoëzie
veel bekender en beroemder, maar tot
óns spreken zijn elegieën in Tristia
veel ontroerender. Je zou niet zeggen
dat dit soort verdriet al bijna 2000 jaar
oud is! Anderen weer herinneren zich
uit Exodus de naam Gersom: "Ik ben
een vreemdeling geworden in een
vreemd land."
Ja, en dan mogen de super-denkers in
onze maatschappij nóg zo goed weten
dat het "vreemdeling" zijn een onge
looflijk delicaat organisme is, zetelend
in de mysterieuze DNA-spiralen van
de erfelijkheid, muurvast, eeuwenoud
en onaantastbaar (en alle mensen met
een beetje opvoeding wéten dat!), de
nationale opinie wordt bepaald door
wat Jan-en-Alleman van de Indischman
verlangt: "Dat hij vergeet en assimi
leert. Punt afgelopen."
T.R.
In de oproep betreffende J. F. van Gef-
fen (T.T. no. 14, pag. 3) stond abusie
velijk: 04250-676597 - dit moet zijn
013-67 65 97.
4
Mijn "Vier voor Twaalf" stukje ver
scheen in het nummer van 15 septem
ber verleden jaar. Zoals ik al eerder
schreef ontving ik vele reacties (nu al
zo'n tachtig), maar weinigen waren er
van op de hoogte dat ik in October
een nare operatie moest ondergaan.
Voordien en ook nadien heb ik zoveel
mogelijk brieven beantwoord, maar er
blééf post komen, wat later ook uit
Amerika, Zuid-Afrika, Brazilië, Austra
lië en zelfs regelrecht uit mijn geboor
teplaats Bandoeng. Nu zit ik dus weer
met een behoorlijke achterstand en al
leen Tong-Tong kan mij uit de nood
redden door mij opnieuw een kans te
geven U allen alvast heel, héél harte
lijk te danken voor alle hartelijke, war
me, opbeurende woorden. Dat U per
soonlijk antwoord zult krijgen is zeker,
alleen moet ik U om wat extra tijd
vragen. Mag wel, ja? Sinds kort weet
ik namelijk dat ik eind Maart opnieuw
opgenomen moet worden voor een
tweede operatie en behalve de angst
daarvoor, die mij dikwijls te moe maakt
om te schrijven, gaat ook het huis
houden gewoon door. U begrijpt het
vast wel: ik wil alles tegelijk en ik kan
het niet. Hierbij doe ik dus een beroep
op Uw geduld en Uw begrip en dan
zeg ik nu maar: tot gauw en al mijn
dank!
Hartelijke groeten van
Helly v. Brink-Eweg
Klein Doesburg 7
Heerde (Gld).
Heel diep in mijn kast, maar U mag het best weten,
bewaar ik een doosje en daarin een schat,
Het zijn mijn juwelen, ik wil ze best delen,
kom, kijkt IJ maar mee en dan deel ik U wat.
Ik neem een Opaal en zie lndië zo 's morgeus
Beloftevol flonk'ren de kleuren in 't wit,
De dag wordt geboren, ik zie het al gloren,
de nevel trekt op van de plaats waar ik zit.
Ik pak een Topaas en de zon gaat dan schijnen!
Zij zendt gul haar goud in een glans naar omlaag,
Het is pas zes uren, het zal niet lang duren
of iedereen zegt: "hè, wat héérlijk vandaag!"
Dan neem ik vol blijdschap Saffier in mijn handen,
Zo blauw als dié steen is, zo blauw is de lucht.
Ik hoor het geklater van glashelder water
en zie er de vogels in sierlijke vlucht.
De zon wordt nu groter, de kleuren vervloeien
tot blikkerend wit en dat is Diamant,
Het wordt nu veel warmer, de koelte wordt armer,
ik kijk naar de steen in mijn dankbare hand.
Ik pak Amethist en de zon zakt ter kimme,
een zacht violet kleurt de luchten, zó wijd
En hoog in de palmen, daar hoor je het galmen
van d'avondklok, die over Indië schreit.
Dan komt mijn Robijn en straalt vuurrode flitsen,
de bergen omhullend in troostende glans,
De nachtbloemen geuren, maar weg zijn de kleuren,
ik kijk nu geboeid naar een vuurvliegjes-dans.
En weet Uals ik al die stenen zou smelten,
hun kleuren zou mengen tot één grote pracht,
dan zie ik in dromen, wat STEEDS weer zal komen:
dan zie ikeen gordel, van diepgroen Smaragd.
HELLY V. BRINK-EWEG