II w m Barongan - St. Nicolaas door Dr. H. J. de Graat De voorplaat van Tong Tong stelde enige weken geleden een barongan voor, ergens in een stad op Java, wat op sympathiserende wijze door onze Redacteur werd toegelicht. Ruiterlijk erkende hij, niettegenstaande het naarstig naslaan der tot zijn beschikking staande boekwerken, helaas niet gevonden te hebben, waar de barongan vandaan kwam en wat zijn (of haar) folkloristische, historische of religieuze oorsprong was, enz. Terecht constateerde hij echter, dat hetgeen er nu van over was, uit honderd procent leut bestond, hetgeen een zeldzaam ver schijnsel is in een tijdperk van "polarisaties Leentjebuur spelende bij een mijner beste vrienden wil ik thans trachten de vragen, die het verschijnsel barongan oproept, kort te beantwoorden. Inderdaad is er over de barongan niet zo heel veel waardevols geschreven. Het zijn in hoofdzaak beschrijvingen van dit fenomeen, geen oplossingen van de vragen, die het oproept. Slechts één auteur heeft er niet alleen uitvoe rig de pen over gevoerd, doch ook ge poogd het probleem op te lossen. Men vindt een en ander in zijn lijvig boek werk "Javaanse Volksvertoningen". Doch alvorens meer aandacht aan de ze pennevrucht te wijden, enige bij zonderheden over de schrijver, dr. Th. Pigeaud. Deze werd geboren op 20 febr. 1899. Hierbij bega ik geen onbescheidenheid want iedereen kan het naslaan in het Album Studiosorum der Leidse Uni versiteit, waar alle studenten tot 1925 toe met naam, toenaam en geboorte datum staan vermeld. Na het doorlo pen van het Haagse Gymnasium legde hij zich in de Sleutelstad toe op de Oosterse Studiën, die hij in 1924 af rondde met een uitstekend proefschrift over een Javaans- Boeddhistisch ge schrift, de Tantu Panggelaran. Naar Indië vertrokken, kreeg hij op 29 dec. 1925 van de Gouverneur-Generaal de opdracht zich bezig te houden met de herziening en samenstelling van een nieuw Javaans-Nederlands woorden boek. Dientengevolge vestigde hij zich in de Vorstenlanden, het hart der Ja vaanse cultuur, eerst in Solo, daarna in Jogjakarta. Ofschoon zich reeds meerderen op de samenstelling van een Javaans woordenboek hadden toe gelegd, was toch hun werk nog voor verbetering vatbaar. Trouwens, sedert meer dan een eeuw houdt men zich in Leiden bezig met een Groot Neder- Rem en reuzin in een barongan optocht in Grissee op een afbeelding van 150 jaar geleden. De poppen worden door resp. drie en vier mannen gedragen, wat te zien is aan de onderkant uitstekende voeten. lands Woordenboek, maar, ofschoon reeds een statige reeks delen is ver schenen, ontbreken nog steeds een paar onmisbare afleveringen. Dr. Pi- glaud had daar in Jogja een heel kan toor met verschillende Javaanse hel pers. Daarnaast poogde hij zijn kennis om trent land en volk te verrijken en te verdiepen door intensieve speurtoch ten over het Javaanse land, die zich zelfs tot Bandjarmasin uitstrekten, want ook daar worden duidelijke spo ren van Javaanse invloed aangetroffen. Geen wonder dat hij de Javaanse taal ten slotte mondeling en schriftelijk grondig beheerste. De oorlog maakte aan dit alles plotse ling een einde. Dr. Pigeaud repatrieer de in 1949. Ofschoon gepensioneerd, zette hij zijn werk voor de Javaanse taal en cultuur onverdroten voort. Zijn arbeid is niet vergeefs geweest. In afwachting van het grote Javaanse Woordenboek verscheen kort voor het uitbreken van de oorlog een beknopt Javaans-Nederlands Handwoordenboek van slechts 636 bladzijden, weldra ge volgd door zijn Nederlands-Javaanse tegenhanger, en aangevuld door een handig zakwoordenboekje, voor de praktijk bestemd. Dankbaar zal ieder, die zich op het Javaans toelegt, dit nuttige werk gebruiken, vooral wan neer hij te voren geworsteld heeft met het in vergelijking hiermede primitieve boek van de zendeling P. Jansz. Hoe vaak zocht men toen een krama-woord op en werd dan eerst verwezen naar zijn equivalent in het ngoko, waar men pas achter de betekenis kon komen. Bij Pigeaud behoeft dat niet meer: achter beide woorden staat de Hollandse be tekenis. Ook het opzoeken van werk woorden is belangrijk vereenvoudigd. Bovendien is de aanduiding der bete kenis met grote zorgvuldigheid en kortheid geschied. De lange weg tot enige vertrouwdheid met de Javaanse taal is voor de beoefenaars dezer merkwaardige taal belangrijk verkort. Bovendien verscheen in 1938 bij het Kantoor voor Volkslectuur (Balai Poes- taka) een zwaar deel van 545 grote bladzijden getiteld: Javaanse Volks vertoningen, bescheidenlijk nader aan geduid als een Bijdrage tot de Be schrijving van Land en Volk. Het telde 480 paragrafen en was versierd met 125 afbeeldingen. Slechts de band had wat meer berekend moeten zijn op de omvang van dit werk, want hij ging spoedig stuk. Blijkbaar was Volkslec tuur niet ingeschoten op de uitgave van zulke omvangrijke werken. In het vaderland heeft Pigeaud zich voornamelijk met twee belangrijke wer ken bezig gehouden. Vooreerst een vijfdelig opus: Java in the 14th Century. Dit werk bevat onder meer een nieuwe uitgave van dat merkwaardige ge schrift uit de bloeitijd van het rijk Madjapahit: Prapantsja's Nagara-Ker- tagama, d.i. de in Oud-Javaans ge- 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 6