Rond en om de Ciaterstelling
De bruggen in de weg van Eretan naar
K. Jati bleken niet vernield, er waren
wel vernielingsploegen, maar men had
deze weg als grens van twee ressorten
aangegeven, zodat de ene vernielings-
ploeg dacht, dat de andere het wel
zou doen.
Naar aanleiding van het verslag
in ons nummer van 1 februari
over de laatste dagen en de hel- j
dendood van Kolonel De Veer
in de Ciaterstelling vroegen wij
de Kolonel b.d. Brendgen, onze
lezers welbekend, om een kort
commentaar betreffende de laat
ste slag van het KNIL in de strijd
tegen de Japanners.
De heer Brendgen - toen nog
Kapitein Brendgen - heeft daar
namelijk ook gevochten. Hier
volgt zijn "napraatje". Dat er aan
onze zijde fouten zijn gemaakt
staat wel vast, maar eveneens
staat het feit vast, dat ons leger
het tegen de japanse overmacht
nooit zou hebben kunnen hou
den. Het woord is thans aan
Kolonel Brendgen.
Bij de opmars der Japanners door Azië
was het opmerkelijk, dat zij hun lan
dingen steeds in de nacht van Zater
dag op Zondag uitvoerden, en zij hier
bij probeerden meteen een vliegveld in
handen te krijgen.
Zie b.v. de landing op de Oostkust
van Malakka, bij Kota Baru, waarbij
het aan de kust gelegen vliegveld werd
veroverd, vanwaaruit luchtsteun werd
gegeven voor de daarop volgende
aanval op Singapore en tevens twee
Britse slagschepen werden uitgescha
keld.
In October 1941 verloor de Legercom
mandant generaal Berenschot het le
ven door een vliegtuigongeluk (sabo
tage of geen sabotage); dit was een
stafofficier tevens K.N.I.L. troupier,
zeer geliefd bij de troep en tevens oud-
Marechaussée Atjeh.
De Ciater-stelling was een stelling in
gericht door en bestemd voor het 2e
Regt. Inf. n.l. Bat. 15 uit Bandung en
Bat. 4 en 9 uit Cimahi, die het terrein
aldaar door en door kenden en er ver
scheidene malen hadden geoefend.
Nu was het K.N.I.L. geen leger om in
een stelling te gaan zitten; zijn acties
zijn altijd offensief geweest. Uiteinde
lijk is er echter zo gemanoeuvreerd,
dat het 4e Regt. Inf., aangetrokken uit
Midden Java in de Ciater-stelling te
recht kwam en het 2e Regt. Inf. de
latere aanval op Kali Jali moest uit
voeren (via Purwakarta) uit W. richting
op een tijdstip, dat de Japanners reeds
volledig over het vliegveld beschikten.
De eerste berichten over de Japanse
landing kwamen op 28 februari 1942
te 22.00 uur (Zaterdagavond); wij hoor
den de alarm sirene in Bandung op
dat moment en spoedden ons naar ons
onderdeel, m.a.w. iedereen was klaar
om uit te rukken. Om 3 uur 's ochtends
(1 maart) volgde de landing bij Eretan
Wetan, (Indramayu), hetgeen m.i. wees
op Kali Jati. (Niet Ceribon, geen vlieg
veld, de Jap kwam ten slotte niet om
tabak te halen).
Deze foto verkozen wï] voor het nummer van
15 augustus tot voorplaat van Tong Tong,
omdat hij haast argeloos schuilging in een
serie foto's van de omgeving van Bandung,
door Rogier ook min of meer argeloos "ge
schoten" op een diensttripje naar de Priangan.
juist het feit dat het "zo'n saaie, nietszeggende
foto" bovendien was, zoals wij zelf constateer
den, werden we tegen wil en dank getroffen
door een golf van ontroering toen we achter
op de foto één woordje gekrabbeld zagen:
Tjiater. En in die ontroering schreven we er
een tekst bij met de titel Lali djiwo" (ver
geet mijn ziel).
Tja, want we zijn opgegroeid met de Slag
bij Heiligerlee en de Slag bij Nieuwpoort,
maar van het slagje, waardoor het Indische
volkje in de Gordel van Smaragd ALLES
verloor, de slag bij Tjiater, scheen niemand
meer wat te willen weten.
Een hele tijd bleef het op een paar brieven na
inderdaad stil na die voorplaat van 15 augus
tus. maar langzamerhand kwamen er brieven
los en commentaren en persoonlijke bevindin
gen (het artikel hierbij is het tweede), Waaruit
toch wel steeds duidelijker bleek dat Tjiater
bij oud EN JONG niet vergeten is. Ook al
hebben wij er al zó lang in berust dat de
"geestelijke littekens" al haast niet meer te
zien zijn.
In deze correspondentie bleek echter iets, dat
ons zeer verheugd heeft: dat er nog onge
dacht veel mensen zijn die op hun eigen
houtje en in alle stilte op diverse terreinen
Indische gegevens verzamelen die zij van
historisch belang achten. Dit toont een diepe
tijdsbewustheid aan die van de vaak opper
vlakkig genoemde Indischman erg meevalt.
Want het is leuk en achtbaar om mee te doen
met wat door iedereen belangrijk geacht
wordt, b.v. Nederlandse historie, maar om te
blijven houden van en te eren wat door de
massa afgeschreven is, getuigt op zijn minst
van menselijkheid en treffende dankbaarheid
voor het mooie leven van onze ouders. Als
er één devies is, dat het levenspatroon van de
Indischman het diepst 'tekent, dan is het:
"Vergeet NIET".
Om 11 uur des ochtends (Zondag
morgen) gelukte het de vijand door
een snelle gemotoriseerde opmars met
enkele tanks K. Jali te bezetten, en
werd de aldaar gelegerde bewakings-
cie verdreven, waardoor het belang
rijke vliegveld in hun handen viel.
De eerste klap was dus door de Ja
panners gegeven en niet door het
K.N.I.L.
M.i. was de concentratie van bijna alle
beschikbare troepen op de Bandungse
hoogvlakte minder juist; de laagvlakte
(Pamanukan en Ciasemlanden) kon
slechts bereikt worden door de moei
lijke Ciater bergpas langs een vrij
smalle weg.
Eerst 14.30 uur (Zondagmiddag half
drie) rukte de Mob. Eenheid op bevel
uit, hetgeen m.i. Zaterdagavond 11 uur
had kunnen geschieden. Men had eer
der van de M.E. een belangrijk onder
deel afgenomen n.l. een verkennings
afdeling bestaande uit op jeeps ge
monteerde zware mitrailleurs, welke
afdeling later zeer werd gemist.
Door de late afmars en het moeilijke
traject kwam de gemotoriseerde co
lonne tegen zes uur des avonds op
10 km. afstand van Subang. Er moest
in Tambakan worden overnacht en
eerst de volgende morgen kon de aan
val worden ingezet, (maandagmorgen).
De Japanners hadden alle gelegenheid
gekregen de Zuidrand van Subang te
versterken, en alhoewel de eerste stoot
van de vechtwagens toch nog als een
verrassing kwam, liep de Cie Inf. vast
in de links en rechts van de weg ge-
12