"Djoerang legen kampongs, waarbij de opmars bemoeilijkt werd door twee aangren zende ravijnen (stelling was goed ge kozen). In dit gebied ontstond een "close range" gevecht, waarbij een zware mitrailleur werd uitgeschakeld en een lichte mitrailleur en andere vuurwapens werden buitgemaakt, over en weer kwistig met handgranaten werd gegooid en de Jappen als appels uit de bomen vielen. Dit kostte echter tijd en in Subang kreeg men gelegenheid zich te her groeperen, en een tegenaanval uit te voeren. Later bleek, dat op dezelfde morgen Bat. 5 (oorspr. uit Semarang) ook de opdracht gekregen had, Subang alweer uit Z. richting aan te vallen, en dit Bat. niet wist, dat de M.E. voor hen zat en dus met veiligheidmaatregelen Subang voorzichtig naderde, waardoor deze opmars onnodig vertraagd werd en de aanval eerst op dinsdagmorgen kon plaats vinden. De Cdt. van Bat. 5 had voorgesteld Subang vanuit Westelijke richting aan te vallen, welk voorstel was verwor pen. Vanaf de driesprong nabij Segala He- rang liep een voor auto's bereidbare ondernemingsweg door rubbertuinen naar Kali Jati. M.i. moest in eerste instantie K. Jali als hoofdobject worden aangemerkt, en welke naderingsweg ware beter ge weest dan deze ondernemingsweg door bedekt terrein, waar onze 24 lichte tanks op het vliegveld naar har telust hadden kunnen manoeuvreren, en alzo de ingebruikname van dit vlieg veld hadden verhinderd of vertraagd. Het 2e Reg. Inf. hetwelk op 3 maart (dinsdag) nu K. Jati vanuit W. richting moest aanvallen door open terrein (vanuit Purwakarta) werd nu onophou delijk bestookt door vliegtuigen, welke opstegen te K. Jati, terwijl ook de Cia- terstelling geregeld gebombardeerd en gemitrailleerd werd. Door de troep zijn zeker individueel uitzonderlijke staaltjes van moed, be leid en trouw verricht, maar het K.N.I.L. als eenheid heeft zich niet kunnen ^-onderscheiden. Maar welk mens is zonder fouten en wie geeft ons het recht anderen te beoordelen? Mijn algemene conclusie is wel, dat wij zeker deze oorlog tegen Japan niet hadden kunnen winnen, maar niet ge bruik hebben gemaakt van de speci fieke eigenschappen van het K.N.I.L als geheel (snelle opmars, aanval uit niet verwachte richting, verrassing) en aldus verzuimd hebben de Japan ners een gevoelige klap toe te bren gen, hetgeen wij tijdens de krijgsge vangenschap wel hebben kunnen mer ken. J. H. J. Brendgen NOG EEN "GEHEIM VAN DE INDO-DETECTIVE" Pas wie bij Tong Tong werkt, heeft er enig idee van hoe enorm veel in alle kringen in dit volk nog regelmatig ge vraagd wordt naar informaties over Nederlands Indië of Indonesië. Over de meest uiteenlopende onderwerpen. Vaak belt men de Indon. ambassade op, die weer verder verwijst naar ons. Er is b.v. enorm veel vraag naar kaar ten of plattegronden van Indonesië, die gewoonweg niet bestaan en niet gemaakt worden ook. Heel vaak kun nen wij dan nog komen aandraven met een oude atlas of kaartfragment, waar de gelukkigen mee in de wolken zijn. Zo ook met menig oud boek of hand- leidinkje. En in ontelbaar gewoonweg "onzinni ge" problemen weten alleen wij "De Oplossing van het Mysterie". Zo wer den wij opgebeld uit het oosten des lands door iemand die tot zaken moest komen met een meneer die in een huis woonde dat "djoerang" heette. Wat moest hij nu aan met een persoon die achter zo'n raar woord schuil ging! Wat verborg die naam eigenlijk? "Dat woord", zeiden wij, "betekent ge woon ravijn." "Jawel meneer, dat zei den ze me op de ambassade ook al en het staat zo in het woordenboek. Maar waarom noemt iemand hier in Holland waar geen ravijnen bestaan z'n huis Ravijn? Dat wisten ze me nergens te vertellen tot iemand me Tong Tong aanried. Weet U het?" "De meneer van wie dat huis is", zei den we, "is beslist koffie of theeplan ter geweest." "Ja werachtig! Hoe raadt U het?" "Mijnheer", zeiden we verder, "koffie- of theeplantages zijn in de bergen. Waar bergen zijn, zijn toppen en ra vijnen. De ondernemingen liggen altijd op mooie plateau's, waar de tuinen op aangelegd zijn. Net zo ver tot je aan zo'n diep ravijn komt. Die ravijnen of djoerangs zijn dus min of meer de natuurlijke begrenzingen van in cul tuur gebrachte gronden. Zelf woeste en onbruikbare grond zogezegd." "Maar neem me nu niet kwalijk, mijn heer", zei stomverbaasd de andere mijnheer, "wie noemt dan een riante Hollandse villa in een schilderachtige forenzenstreek Djoerang?!?" En ik weer, "dat verraadt juist de échte planter met begrip en liefde voor land en natuur! Want weet U: ook al werd die planter nóg zo belangrijk door die mooie, keurig aangelegde tuinen, diep in zijn hart (als het een echte Man was) hield hij het meest van die ruige, ontoegankelijke en zelfs vaak gevaar lijke djoerangs, die eigenlijk, mijnheer, een stukje oer-natuur gebleven zijn, een stukje Paradijs. Weet U, mijnheer, niet een stukje Vondelpark of zo, maar een stukje écht paradijs van drie mil joen jaar geleden. Op zijn onderneming waren tennisbanen en mussen, maar in die djoerang waren de tjoetjarawa en de doetdoet, de rangkok en de pergem pardon" "Nee, ik begrijp U, ik begrijp U" pre velde de meneer. "En niet alleen de zeldzame vogels, meneer", ging ik verder, nu niet meer te remmen, "maar ook de king-cobra, de tijger en de biroeang, dat is De Dood "sans phrase", mijnheer. Maar in die djoerang was hij oer- en eeu wig mens. Geen meneer. Hij was een brokje natuur als een plant of een dier en hij was intens zuiver en gelukkig. Hij kon één seconde stilstaan en naar een smaragdgroene reuzenspin kijken, deinend op een web van duizend-en- één parels, en hij stond ademloos en als een beeld van Angkor Vath. En als hij weer verder liep, was het alsof hij als Rip van Winkle honderd jaar stilgestaan had. "En toen die mijnheer in Holland te rugkwam in alle luxe en geborgenheid die een mens maar wensen kon - en hij zocht een naam voor het huis waarin hij weer zorgeloos gelukkig kon zijn, toen wist hij dat er geen andere naam beter kon zijn dan Djoerang. Dat is het, mijnheer." "Mijnheer Robinson, ik dank U heel bijzonder. Ik begrijp het door en door. Mag ik U nogmaals recht hartelijk danken?" "Tot Uw dienst, mijnheer. Tot Uw dienst." T.R. P.S. Zo ongevéér sprak ik, terwijl dui zenden gedachten en beelden uit "mijn" djoerangs door mijn hoofd flit sten. De vraag overviel me ook zó plotseling achter mijn typmachine en ik heb geloof ik alleen maar gestameld maar de vreemde meneer met zijn telefoontje wordt nog steeds bedankt HET NIEUWSTE FOTOBOEK VAN HEIN BUITENWEG "Het land waar de gamelan klinkt" 19,50 2,50 porto. Verkrijgb. bij Boekh. Tong Tong 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 13