DIERBARE HERINNERINGEN AAN DE
"PENÈKÈR"
J. M. VAN EXEL's
pisangs op te halen of ook wel papajas
en manggas en twee keer per dag zie
je de ene casuaris na de andere, zo
een vijf stuks momenteel, het erf op
tippelen en met uitgestrekte nek het
huis binnen gluren. Maar ze willen
zich niet laten aanraken, wel nemen
ze soms een pisang uit je hand aan.
Deze casuaris-familie heeft de aan
dacht getrokken van fotografen en
film-mensen die dan ook menig keertje
gevraagd hebben of ze "shots moch
ten nemen wat hun altijd toegestaan
wordt. Op zekere dag zou een hier
welbekende film-operateur een filmpje
gaan maken van die dieren. Hij had
alles netjes opgesteld, het wachten
was op het verschijnen van de dieren
uit het bos en mijn zuster moest hier
en daar wat fruit tussen de struiken
leggen, maar alsjeblieft niet te opval
lend! Alles moest zo "natural" mo
gelijk gedaan worden, het huis mocht
er ook niet op, alleen maar bush en
mijn zuster moest natuurlijk ook bij
tijds verdwijnen. Enfin, uren is zij be
zig geweest om alles zo "natural
mogelijk te laten geschieden, de casua-
rissen kwamen inderdaad, ze werden
gefilmd, bleven wat rondlopen en ver
dwenen toen het bos weer in. Opge
lucht ging zij naar binnen en die mijn
heer vroeg haar of hij in haar binnen
kamer even zijn film mocht verwisselen
voor een nieuwe. Toen hij weer buiten
kwam, stond zijn gezicht bleek en
stroef. Wat was er nl. gebeurd, of
beter gezegd niet gebeurd? Hij had
helemaal vergeten een film in zijn
toestel te doen I I
En zo is er nog zo heel veel waar te
nemen over het leven der dieren om
ons heen, vooral omdat wij het grote
voorrecht genieten midden in de nog
deels ongerepte natuur te wonen en
ook zo heel veel houden van de flora
en fauna van tropical North-Queens-
land.
Grete Verhey
1 Schoenhandel
t alleen Reinkenstraat 29
Den Haag - Tel. 33 21 17
Specialist in exclusieve dames-
t schoenen met hoge of lage hak 4
in de allerkleinste maten.
vanaf maat 32
Eerste nieuwe voorjaarsmodellen
Aanleiding tot dit verhaal is de uitzen
ding van "Weer of geen weer" van de
VARA op zondagochtend door ons
aller bekende Bert Garthof.
Gepasseerde zondag (27-1 -'74) sprak
hij over een te houden tentoonstelling
van door krijgsgevangenen "gewroch
te" artikelen. Voor degenen die zich
voor deze tentoonstelling zouden inte
resseren gaf Garthof het adres op van
dhr. P. M. Adriaanse, Cronenburg 134,
Amsterdam - Buitenveldert. Misschien
dat er onder onze ouwe "tawanans"
nog mensen zijn die wat bezienswaar
digheids gemaakt hebben om aan de
jongere Indische generatie te tonen.
Zo heb ik destijds een alom begeerde
"aansteker" gemaakt van hout. En mis
schien is het verhaal ook nog wel leuk
om in onze Tong Tong te plaatsen.
Een copie van deze brief stuur ik wel
naar dhr. Adriaanse.
Hoewel de "aansteker" bepaald geen
vinding van mezelf was, heb ik in het
Jappenkamp, doordat ik in de gunstige
omstandigheid verkeerde in een ai-
deling van het Tjihapit vrouwenkamp
(Bandoeng) te zijn verzeild geraakt,
een "apparaat" wat meer kunnen per
fectioneren, dat ik in het 9e Bat. door
een oudere man uit de hand heb zien
maken practisch zonder gereedschap.
Ik zou haast zeggen: "met bedreiging
tot de doodstraf", was het streng ver
boden lucifers of aanstekers te bezit
ten. Niettemin werd er natuurlijk wel
gerookt en soms zelfs in bijzijn van
de Jappen.
Aanvankelijk brachten de aanstekers
met salpeterkoord uitkomst, maar naar
mate meer vrouwen werden opgesloten
achter de bamboepagger werden er
minder vuursteentjes en minder gele
kolor voor pyama- en onderbroeken
het kamp binnengesmokkeld.
Wel zag je hier en daar bij de mensen
die bekende Soedanese tondeldozen,
(penèkèr). Deze bestaan uit een klein
lederen beursje waarin wat kawoel
(van de arenpalm) en enkele steentjes.
Aan dat beursje is een reep staal be
vestigd waarmee je langs een scherpe
kant van zo'n steen moet slaan waar
door vonken overspringen op de met
de duimnagel vastgedrukte kawoel en
dit dan moet gaan gloeien. Het is ui
teraard een kwestie van goede oefe
ning om niet op je duim te slaan het
geen overdag zeker aan te leren is.
Maar als je 's nachts niet kon slapen
van de wandluizen of nog meer van
heimwee naar vrouw en kinderen en
je wilde dan een sigaretje opsteken om
de ellende weg te roken dan werd het
lastiger. Sloeg je in het donker niet op
je duim dan was het wel je "slaapie
die bezwaar maakte tegen het tikkende
lawaai en de in het donker extra op-
Jichtende vonken, om nog maar te zwij
gen van de soms in de nacht rondloe
rende Jap.
Dit bracht mij op het idee van de ge
ruisloze en niet vonkende "aansteker"
Een blokje rasamalahout van 2x3x11
cm was wel uit een gesloopte dorpel
te zagen. In de lengte, doch wel uit het
midden, heb ik in het blokje een niet
doorlopend gat geboord waarin juist
een koperen gordijnroede past, welke
dienst moet doen als cilinder. De ronde
houten "zuigerstang" heeft aan het
ene einde een flinke knop om met de
handpalm op te slaan en aan het an
dere einde een metalen huls met op
het eind een uitholling met kruissnede
voor de kawoel. In deze metalen huls
is tevens een groef gedraaid waarin
een lederen zuigertje van een versle
ten schoen past. Met wat kawoel in
het kuiltje en een flinke klap op de
knop zal door de hoge druk en dus ook
de hoge temperatuur de kawoel gaan
branden, als de zuiger er snel uit ge
haald wordt. Even aanblazen en dan
met een stalen peuter de brandende
kawoel tegen je "sjekkie" van temba-
ko molèk houden om je verdriet in
rook te laten opgaan, zonder je slaapie
tot last te zijn geweest en ook zonder
dat je de aandacht trekt van de Jap.
Want de hele handeling is practisch
geruisloos en vonkloos.
Aangezien de "cilinder uit het midden
is geboord is er aan de andere kant
van het blokje ruimte voor een laatje
met schuifdeksel voor de kawoelre-
serve en even minder diep heb ik een
klein kuiltje gemaakt voor wat gestold
vet om de zuiger zo af en toe wat beter
luchtdicht te kunnen maken. Tussen
het laatje en de cilinder is nog juist
ruimte voor een klein gaatje om de
stalen peuter in op te bergen. Het ge
heel is dus toch nog vrij compact en
niet eens zo zwaar.
Door het vele demonstreren voor men
sen die denken dat ik een tweede Uri
Geiler zou zijn, ben ik helaas door mijn
voorraadje kawoel heen en weet waar
achtig niet hoe ik eraan moet komen.
Merkwaardig genoeg overigens dat het
niet lukt met watten of kapok.
WIE KAN MIJ AAN KAWOEL HELPEN?
In Indonesië steekt tegenwoordig zelfs
de Soendanese tani van Tjibêbêr zijn
oedoed kawoeng al niet meer aan met
zijn aloude tondeldoos, maar zijn lisong
sigago met een gasaansteker. Wat wist
je je in die armoe en ellende toch nog
lees verder pagina 16
15