MIJN KORTE LEVEN OP BALI (II)
door LILIAN DUCELLE
Als U de situaties, de opvattingen en
de beschrijvingen in dit opstel een
beetje bedenkelijk vindt, bedenkt U
dan dat alles zich afspeelde in 1949,
een paar maanden voor Indonesië on
afhankelijk werd. En wij AEhankelijk
van ons eigen inzicht: blijven of niet
blijven?
Een landje, een huis en een balé-balé
met niets erop voor duizend pop
Vijf luxueuze dagen in het Bali Hotel,
waarin ik met veel moeite de verleiding
heb kunnen weerstaan om met de an
dere gasten mee te gaan op tochtjes
en tripjes en dansvoorstellingen. De
tijd voor kostbare pretjes is voor mij
voorlopig voorbij. Alles, wat ik aan
contanten heb, moet worden geïnves
teerd in mijn toekomstig huisje. Hoe
eenvoudig ook ik mij het leven buiten
Java heb ingedacht, mijn voorgevoel
zegt me, dat alle begin duur is en dat
er heel wat komt kijken, zelfs voor de
primitiefste huishouding.
Als ik nog denk aan die vijf dagen in
het Bali Hotel! Den Pasar is stoffig en
warm in deze tijd. De lemen muurtjes
om de sanggars (kamponghuisjes) wa
ren grauwer en lelijker dan ooit, bomen
en struiken hingen zwaar en onherken
baar van het stof en het leek, of de
binnenweggetjes slechter dan ooit wa
ren. Iedere dag was het Bali Hotel
weer een verademing met zijn koele,
frisse eetzaal en lobby, zijn brand
schone vloeren en zijn helderwitte
boys.
Teruggaan naar Soerabaja, waar de
H.O.S. me zal wachten? Waar ik op
nieuw zal moeten leven tussen men
sen, die het hebben over Nw-Guinea
en het ideaal van wijde horizonten en
ruisende klapperbomen en koele och
tendnevels, die over een ontwakend
landschap hangen, maar die toch knus
blijven zitten op hun Manila-rotanzitje
bij de radio met PC.J.-nieuws?
Het moet wel ergens in mijn horoscoop
staan, dat 17 mijn geluksgetal is, want
op 17 Augustus kwam ineens de Grote
Gebeurtenis. Ik was die dag weer eens
lusteloos in een karretje gestapt op
zoek naar een huis. Geen leeg huis
te bekennen, zelfs niet in de kampongs.
Ik wierp af en toe wel eens een be
gerige blik op de koele en lege poera s
(tempelcomplexen). Maar als gewoon
sterveling moet je wel in een gewoon
huis wonen en voor een gewoon huis
betaal je in Den Pasar wel 100,
huur! Ik had net prijzen horen noemen
van 1000,sleutelgeld voor een
paar lege kamers en toen ik de be
wuste kamers bekeken had, stond ik
op het punt naar de K.L.M. te gaan
voor een retour-passage Soerabaja.
Maar op die 17e Augustus gebeurde
het wonderlijke. Ik was een huis bin
nengelopen, waar een dame in de
voorgalerij bezig was kisten dicht te
timmeren. Ja, ze ging weg van Den
Pasar, maar dit huisje was allang over
gedaan. Bovendien huurde het voor
125,Terwijl ze met me stond te
praten, kwam een jonge Balinese bin
nen, een kennisje van de dame. Toen
ze hoorde, dat ik een huis zocht, vroeg
ze, of ik er niet voor voelde een huisje
te kopen. Kopen? Ik dacht direct aan
een minimumprijs van 10.000,
Neen, 1000,maar, zei Madé R.
en er was nog zo iets van twee bouw
grond bij. In dezelfde dogcar reed ik
met haar mee, om land en huis te be
kijken.
Ik ben nogal vlug in mijn beslissingen,
maar het besluit, dat ik op 17 Augustus
nam, was wel het record. Een uur,
nadat ik Madé R. ontmoet had, was ik
huiseigenaresse. Ik voelde me erg op
gelucht en wilde niet denken aan mijn
totale ondeskundigheid op het gebied
van huizen en grond. Is niet alles in
het leven één grote gok en waarom
zou mijn keuze nu verkeerd zijn?
Twee km. buiten de stad; geen water
leiding, geen electriciteit, geen trans
portmiddelen, dan zo eens in de twee
uur een karretje of een opelette, die
van Benoa afkomen.
Een huisje van bamboe, gedek en atap.
Daaromheen honderden meters open
veld, ruisende klapperbossen en gol
vende sawah's. Geen getoeter van
auto's, geen gedaver van trucks, geen
radiomuziek en nieuwsberichten.
Mijn nieuwe basis. Wat en hoe zal ik
daarop kunnen bouwen?
Ik zou U heel graag een foto van mijn
huisje willen laten zien, maar zo kan
het ook wel. Heeft U een zoontje of
dochtertje van zes jaar? Geef het kind
een potlood en een stuk papier en zeg;
Teken eens een huis. Nou, wat U dan
op het papier ziet, zal een sprekende
afbeelding zijn van mijn huis. Vier
muren, niet al te recht en een dak, ook
al niet met al te strakke lijn. Maar Uw
kind zal bij het vooraanzicht raam en
deur naast elkaar tekenen, dat is bij
mijn huis een beetje anders; het raam
zit wel aan de frontzijde, maar de
huisdeur staat lekker opzij. En er is
een waranda aan drie zijden van het
huis. En op die waranda leef ik, zestien
uren van de dag.
De koop van het huis was, zoals ik
U zoeven vertelde, binnen een uur
gesloten, maar de grond, waarop
het huis stond en die er omheen was,
gaf nog wel enige moeilijkheid. Het
was n.l. Negara-grond en daar moest
ik een speciale huurvergunning voor
hebben.
Allereerst op' audiëntie bij de Radja
van Badung. Een stevig gebouwde
man met haar tot op de schouders.
Hij gunt me geen blik waardig want hij
is bezig met de montage van een hoop
ijzerwerk dat volgens de tolk die me
binnenbrengt een nieuw model kara
bijn moet worden. Ik durf niet te vra
gen of de Radja erg goed is in het
in elkaar zetten van schietapparaten,
maar in mijn hart hoop ik dat hij het
niet voor elkaar krijgt tot ik mijn ver
gunning heb. Je kunt nooit weten of
hij me gevaarlijk gek vindt met dat
huisje op het land.
Maar het valt erg mee. Zijn onver
schilligheid blijft en het wordt een
transactie van; verzoek voorlezen door
de tolk, een korte hoofdknik van de
Radja en een zucht van verlichting van
ondergetekende.
Via de vestigingsraad krijg Jk mijn
vestigingsbewijs en binnen twee dagen
ben ik ingezetene van Den Pasar.
Denkt U alstublieft niet, dat het
altijd zo gemakkelijk gaat. Als U ge
noegen kunt en wilt nemen met een
huisje als het mijne, bovenomschreven,
dan misschien wel. Op het contract
staat bovendien, dat, indien de Negara
de grond nodig heeft, ik met huis en
al verdwijnen moet binnen een be
paalde termijn. Maar wie bij voorbaat
aan zulke rampen gaat denken is een
zielepoot, aan wie alle good luck ver
spild is.
Wat betreft het landje, waar ik het over
had, daar heb ik nog een paar dagen
voor moeten sjouwen. Het was nl. al
verhuurd aan twee tani's die bij gebrek
aan tijd om het te bewerken, het weer
onderverhuurd hadden aan Madé R.
Deze twee pachters nu, moest ik zien
op te sporen, omdat ze de overdracht
moesten tekenen. Als ik praat over
"opsporen", dan overdrijf ik niet. Kent
U de sawah's op Bali? Uitgestrekte
groene, gele, bruine vakken met hier
en daar het bewegende figuurtje van
een tani.
"Kun je me zeggen, waar Pah S. is?"
vraag ik aan een Balinese jongen uit
dezelfde dessa.
De jongen verstaat alleen Balinees en
het duurt een minuut of tien, voor ik
via zijn moeder, via een buurman, via
een broer van die buurman te horen
18