Lezers nemen "Indonesië"
onder de loupe
FOTOBOEK VALT DEERLIJK TEGEN
Nu er verder geen inzendingen meer binnenkomen op onze invitatie aan onze
lezers om hun opinie over het fotoboek "Indonesië" in eigen, eerlijke, woorden
"op te biechten", kunnen wij de prijsvraag (we hadden 50,beschikbaar
gesteld voor de "raakste, geestigste, best gemotiveerde kritiek) afsluiten. De
oogst aan geinteresseerden was klein. Slechts twaalf reacties op 300 verkochte
exemplaren aan 6000 abonnees. Maatgevend kan het resultaat van onze opinie
peiling dus niet zijn. Maar karakteristiek is zij zéker gebleken. En een leerzaam
gesprek overwaard!
"Prachtig fotowerk"zegt T. Vrijdag,
de laatste inzender van zijn opinie,
"maar het is Indonesië NIET". Wij
geven deze bespreking zeker niet als
recensie, maar als een o.i. karakteristie
ke confrontatie van de Indische toe
schouwer met wat als "foto-impressie"
van zijn Land van Herkomst aangebo
den wordt. Het geeft daarnevens de
eerlijke houding van de Indischman
t.a.v. zeer veel op de kunstmarkt dat
als superieur en maatgevend wordt
verkocht.
Voor de prijswinnaar zie aan het slot.
De nogal wrevelige nasmaak preva
leert dat men een dure kat in de zak
gekocht heeft op "lekkermakerijen"
die niets om het lijf hadden. Want wat
zegt au fond van de bekwaamheid om
speciaal Indonesië te fotograferen het
feit dat je Amerikaan bent? Of dat je
een prijs van „World Press Foto" hebt
gewonnen. Of voor "Life" gewerkt
hebt? Of dat je oorlogsfotograaf was?
Een van de beste oorlogsfotografen
was Eli Elisofon (World War II) en daar
is Co Rentmeester op zijn hoogst een
zwakke en verre leerling van. En zelfs
Elisofon was een teleurstelling als
normaal vredesfotograaf.
Fotoboek "Indonesië" is met veel op
geblazen tam tam verkocht als een
soort mayonaise, een handelsartikel,
maar zoals vele soorten mayonaise is
het een mooi uitziende kleverige mas
sa geworden zonder herkenbaar ka
rakter. Voor old-timers althans.
Van de 12 inzenders was minder dan
de helft "vaag prijzend" op niet-exacte
waarden. De rest nam geen blad voor
de mond, al was men vaak gewoon
beteuterd om wat duidelijk facetten
van Indonesië waren, maar ons Land
van Herkomst "in alle standen miste".
Pijpaert in Canada, die het ongedul
digst had aangedrongen op toezending,
kon tot slot alleen maar uitbrengen:
"Prachtige foto's; ergens ndah, illoh!
Shocking!" Zegt Weijndorff; "Na Hein
Buitenweg is zo'n "modern" boek wel
een overschakeling!"
De jongste inzender, Rob van Meerten
is modern genoeg om enorm veel te
appreciëren in de moderne kunst en
techniek, maar helaas is hij in Indone
sië geboren en heeft een merkwaardig
gezond oordeel behouden te hebben
voor essenties en waarheden. Rob
zegt: "De fotograaf is niet wezenlijk
bij het onderwerp betrokken. Hij heeft
al zijn fototechnische lusten botgevierd
en in dit opzicht zijn er prachtige plaat
jes ontstaan met een goed oog voor
detail. Maar juist door zijn zucht naar
detail zit hij ernaast" (ook anderen
viel dit kijken door tele-lenzen op!).
Over Hella Haasse is Rob evenmin
enthousiast: "Droog -zakelijk. Te ency-
clopaedisch. Bij elk onderwerp wordt
een klepje opengetrokken en rollen er
wat gegevens naar buiten. Men beleeft
de mensen en de dingen niet en proeft
de karakteristieke sfeer niet. Het is
alsof men door een glazen plaat kijkt."
Of men sleept er zoals in de re
censie in het Alg. Dagblad allerlei
indrukwekkende litteraire windbuilen
bij als "dramatische dynamiek", "Mee
slepende compositie", "absolute per
fectie", "sfeervol en informatief" (dat
over Haasse), "fascinerend", "on
aards" en je hebt echt het totaalbeeld
van de moderne Nederlandse littera
tuur en Khunst. Waarbij dan als "lus-je-
nog-peultjes" - top-argument Co's
Reis van 13.000 km door Indonesië
(tsk-tsk-tsk!) de deur toe moet doen.
Onze trouwe lezer Rob Korteweg, mag
er misschien in een practisch levens
lange carrière in de Oost minder kilo
meters op hebben zitten, waarvan des
noods de helft wandelen in zijn voor
tuin in Klaten of ergens achter Lahat,
maar hij heeft wat gezien en zijn leven
lang onthouden: "De fotograaf schijnt
niet opgemerkt te hebben dat alles in
Indonesië harmonisch met elkaar ver
band houdt. Natuur, mensen, dieren,
insecten, en planten vormen één har
monieus geheel en wanneer men tracht
door een soort "spektakel" fotografie
détails uit de harmonische compositie
te lichten loopt men het gevaar on
waarachtige en zelfs onherkenbare fo
to's te krijgen.
Alhoewel de foto's knap foto-technisch
werk te noemen zijn, zijn de compo
sities voor meer dan 70% onwaarachtig
en geven zij de werkelijkheid niet weer.
In de uitgebreide serie foto reportages
over Indonesië is er één die hoog
boven de meeste reportages uitsteekt,
nl. Tanah Air Kita".
Zou men eventueel geneigd zijn de
"gewone" lezers van Tong Tong af te
doen met de opinie: "Over smaak valt
niet te twisten" en dan maar veilig
niets te geloven van wat gewone men
sen zeggen, dit geldt toch niet voor
René Wassing, die niet alleen als con
servator voor Oceanië en adjunct
directeur van het Rotterdamse Museum
voor Taal, Land en Volkenkunde aan
vele lezers goed bekend is, maar ook
als wayang-kenner en amateur game
lanspeler en menige organisator van
boeiende exposities zich heeft doen
kennen als een vriend met veel begrip
van Indonesië. En deze kenner van ons
Land van Herkomst is verre van ent
housiast over het fotoboek:
"Sumatra wordt hoofdzakelijk verte
genwoordigd door curieuze plaatjes
van dieren in het oerwoud en van kleu
rige vlindervleugels", zegt Wassing. "Is
dat Sumatra" zal men zich afvragen,
of zou het ook Brazilië kunnen zijn?"
Waar blijven de mensen zoals Bataks,
Minangkabauers of Palembangers?
Wat "men" mist, of althans aangevuld
zou willen zien, zijn de dagelijkse tafe
relen, zoals een vogelkooitje met per-
koetoet, spelende kinderen, iets van de
zeer gevariëerde eet- en drinkcultuur,
waar de Indonesiër zich dagelijks mee
bezig houdt. Ook de moderne aspecten
zouden meer vertegenwoordigd kunnen
zijn.
Hij heeft een heel eigen stijl en een
heel eigen visie op zijn onderwerp.
Daar is op zichzelf niets tegen. In dit
fotoboek echter wordt zijn wijze van
fotograferen op den duur als een hin
derlijk maniertje gevoeld. Hij werkt
naar het lijkt, bij voorkeur met sterke
telelenzen. Hierdoor bereikt hij welis
waar aparte effecten, maar de werke
lijkheid wordt hiermee dikwijls onrecht
aangedaan. Andere effecten, zoals het
wazige, onscherpe in de foto's, missen
hun boodschap. Onwillekeurig denkt
men aan mislukte foto's, die koste wat
het kost toch een plaatsje in het boek
moesten krijgen.
Wie trouwens het fotoboek doorbla
dert, en niet Indonesië zelf als uit
gangspunt neemt, maar Co Rentmees-
ter's eigen oriëntering, namelijk die
van fotograaf, zal merken dat hij met
zijn reis weinig zélf geleerd heeft en
(zoals de kunstrecensent Dolf Welling
nuchter bij ons opmerkte:) "Indonesië
niet gezien heeft, maar geregisseerd".
En daarbij kennelijk succesvolle ideeën
van anderen kalm overgenomen heeft,
b.v. de foto van een pasgeboren baby
(waarmee "Family of Man" een trend
aangaf, wat daar op zijn plaats was,
maar "als beeld van Indonesië, voor
al met zo'n geënsceneerde foto over
dreven gezocht is).
20