"RIDDERLIJK WERK"
CONTACT
TON VAN WIJLEN
ANDROKLES
Weihouder Huppel speldt de Heer Mulders de versierselen
van de Orde van Oranje-Nassau op
foto welwillend afgestaan door de Haagse Courant)
In de intieme kring van
bestuursleden, familiele
den en naaste vrienden
van de Bond van Oud
Steurtjes werd op 12
februari op het stadhuis
van Den Haag de kleine
plechtigheid voltrokken,
waarbij ex-, thans ere
voorzitter van de Bond
Max Mulders de ver
sierselen werden uitge
reikt, die behoorden bij
zijn benoeming tot Rid
der in de Orde van O-
ranje Nassau.
Dit geschiedde bij ont
stentenis van de burge
meester door de wet
houder H. F. Happel van
sociale zaken en volks
gezondheid, die ronduit
toegaf zich eerst uitvoe
rig te hebben moeten
orienteren omtrent de
verdiensten van de heer
Mülders en het werk van
Pa, zó ver ligt dat werk
alweer buiten de maat
schappij van heden.
Hetgeen overigens ook wel bleek uit de nogal droge en niet bepaald foutloze
krantenberichten over de onderscheiding. Zoals het werk van Pa bij alle Indisch-
gasten nog steeds leeft, is het hier in Nederland nooit beseft en geliefd kunnen
worden en we zijn er niet eens bedroefd meer om. De tijd gaat voor óns al snel,
hoeveel sneller voor samenlevingen ver van ons vandaan!
Nochtans was er in de nogal droog schijnende opsomming van werk en ver
diensten zowel van Pa van der Steur als van Max Mülders een zinsnede, waaruit
bleek dat wethouder Happel méér dan formeel door het werk in Magelang
getroffen is geweest want hij getuigde dat uit al dat werk "bleek, wat Pa voor
God is geweest". Een zeer bijzonder getuigenis in een moderne maatschappij
die heet gestoeld te zijn op exacte prestaties van mensen, maar alleen voor de
enkeling nog het begrip bestaat dat wij allen werktuigen zijn in "God's hand"
en dat dus de keuze door de Voorzienigheid van het juiste werktuig alle eer
toekomt.
En wat nu Steurtje Max Mülders betreft, veel jaren als "adik" met Max samen
gewerkt en geleefd hebbend, denk ik wel dat ook de keuze van dit werktuig voor
het heropbouwen van de Bond in Nederland een perfecte keuze is geweest van
"de God van Pa".
Ik kan niet nalaten voor een tweede maal te wijzen op de vingerwijzing voor ons
allen in deze eenvoudige gebeurtenis: Pa van der Steur, een bakkersknechtje
dat de kolonialen achterna ging, werd een vader voor wezen waar niemand
naar omkeek. En is deswege terecht geridderd. In Nederland zou eigenlijk dat
werk als voorbij vergeten moeten worden, maar de Steurtjes lieten dat niet toe
Max bracht ze bijeen en werd de tweede die voor dit werk geridderd werd.
Reeds wordt in Indonesië gewerkt aan de opzet van een nieuw weeshuis voor
nieuwe wezen van de toekomst
Wezen zullen er altijd zijn. Laat ons de geest vaardig houden die steeds weer
mensen wakker roept om voor die wezen van de toekomst altijd weer vaders
te vinden. Teroes dóór!T R
De middelbare leeftijd gluurt om het hoekje. En dan komt de tijd om in het ver
leden terug te kijken. Van 30 maart tot 13 april kom ik voor 2 weken naar
Nederland. Ik Wim Wanrooy in de schooljaren van het Chr. Lyceum ook wel
bekend onder de naam Wim Schoei. Wil al de oude jeugdvrienden en -vriendin
nen eens ontmoetenFlip Schmidhamer, Jaap van Noort, Buiskool, George
Petrus, Gerrit Milius, Albert Stauffer, Frits Menick, Els van der Made, Boetie
van Plaastert, Jan van Motman, Tolman, Muller, Zus Bangert, Piet Beer, meisje
Fournier (wij klommen altijd samen op het dak) en anderen die ik me niet meer
herinner, maar die zich mij wel herinneren. Schrijf mij en laat mij weten "if you
are still around" of schrijf mijn broer, Mr. G. Ripassa, Witte de Withstr. 11/3e,
Amsterdam, zodat ik je brief kan lezen, wanneer ik in Holland ben.
In de zo wijde Tong Tong-kring van
vele duizenden hebben zo weinigen
hem alleen maar gekend, dat wij haast
beschroomd aandacht vragen voor zijn
overlijden: Ton van Wijlen, "levens
lang planter", en na een arbeidzaam
leven in de Oost een planter gebléven
van eindeloos veel kleine daden van
vriendschap en hulp. Ook Tong Tong
heeft wij zouden haast zeggen uiter
aard Ton's vriendschap en goede dien
sten op velerlei terrein mogen genie
ten.
Het maakt ons gelukkig bij Ton's dood
opeens te beseffen dat zulke "onge
merkt goede mensen" welhaast type
rend zijn voor de Indischman nu, voor
heen en (hopelijk nog heel lang) in de
toekomst. Mensen die zo eenvoudig
en onopvallend en toch eindeloos nut
tig en dienbaar zijn alsals gras.
En hoe weinigen beseffen nog in deze
wereld van beton en glas en exotische
planten hoe onmisbaar en mooi toch
eigenlijk gras is.
Misschien juist daarom zal Ton bij zijn
vele vrienden langer in het geheugen
blijven dan wij denken!
Het laatste nummer van "Androkles",
de uitgave van de Nederlandse Bond
tot Bestrijding van de Vivisectie, het
nummer van "Winter 1973/1974" was
een "Speciale Editie voor de Vrouw"
en had dit keer extra zorg besteed aan
een aangename typografische verzor
ging. Al blijven uiteraard (hoe kan het
ook anders) de onderwerpen waaraan
tekst en illustratie gewijd zijn "hard en
wreed": de wijze warop vele dieren
in vallen en klemmen het leven laten
vóór zij hun huid afstaan voor de
Mode, de van ouds bekende en eeu
wig bestreden maar kennelijk onsterfe
lijke kistkalveren, enz. enz.
Waar wij in deze beschaafde maat
schappij het voorrecht genieten ook
dagelijks in de krant getracteerd te
worden op menselijke wreedheden van
oorlog en misdaad in woord en beeld,
blijft alleen de uiterst schrale troost
over dat de wrede mens alleen bestaat
in Alaska, Viet Nam of Chicago
maar dat is helaas alleen de zichtbare
aanwezigheid van wreedheid. Uit ver
halen en zelfs uit gesprekken met onze
naasten is ons helaas ook bekend dat
in ons eigen brave wereldje "in naam
van de gerechtigheid en rechtvaardig
heid" ook met fluwelen monden en
satijnen tongen schrikbarend veel on
geluk en "zieleleed" wordt veroor
zaakt, dat zich ongemerkt opstapelt
en opstapelt. En opstapelt.
Dit alles schijnt helaas onvermijdelijk.
En alleen één aansporing dient onver
moeider in woord en daad te blijven
uitgaan: Doe daarnaast zoveel mogelijk
GOED. Herhaal: DOE GOED!
4