Onze Gezondheid (VII) EEN RIDDER OP STRAAT SIEGFRIED'S GOEDMOEDIGE DRAAK Eerste hulp bij koorts door infectie ziekten. Koorts is een natuurlijk afweermiddel van 't lichaam om de ziektekiemen en hun giftige producten te verbranden (vernietigen). M.a.w. hoe hoger de koorts hoe ge- neeskrachtiger die is. Als een patient met een ernstige aan doening bv. longontsteking geen koorts heeft is dat een zeer hachelijke zaak. Want dat is 't bewijs dat 't zieke lichaam te zwak is om zich goed te verdedigen. Dus leert 't bovenstaande ons om de koorts niet te temperen. Bovendien zijn verscheidene van de meest bekende en meest gebruikte anti-koortsmidde len uiterst gevaarlijk. Zo gevaarlijk zelfs dat o.a. in de U.S.A. jaarlijks van de miljoenen gebruikers nog duizenden sterven t.g.v. vergiftiging daarmee. En denk er aan dat U hier door dezelf de medicijnen 1 van die duizenden doden kan zijn. Laat U zich vooral niets wijsmaken be treffende medicijnen die koorts en zelfs meerdere klachten snel doen ver dwijnen. Want ook hier gaat de welvaart de beurs v.d. handelaar) vóór 't welzijn van 't publiek. Maar wat moet men doen als eerste hulp? 1e: Kalm blijven. 2e: Bij hoofdpijn door deze koorts zo mogelijk een ijskap op 't hoofd, anders 't hoofd compressen met natte koude doeken. Wat elke Indischman weet: vaak wor den de schoonste'en wijste zaken ver geten maar worden onbetekenende nie tigheden onthouden - waarvan je pas veel later de verborgen wijsheid be grijpt. Zo ben ik uit mijn straatslijperstijd met vergeten hoe ik een keer op Sawah- besar ooggetuige was van een aan rijding tussen twee fietsers, een dom me aanrijding met een "domme" be oordeling door een domme "mas op pas", die ik alleen van één kant be keek en als lachwekkend onthouden heb op verkeerde wijze. In 'het drukke éénrichtingsverkeer op Gadja Mada zag ik namelijk opeens één man dwars tegen het verkeer in rijden. En ik had nog niet eens gedacht dat loopt verkeerd af, of vlak voor m'n neus reed hij tegen een "normale" fietser op, waarop prompt een heftige discussie losbrak. Er kwam juist een verkeersagent aan, die zijn boekje tevoorschijn haalde en 3e: a. bij geen eetlust dan vasten want 't lichaam wenst geen voedsel. b. bij dorst sap van verse sinaas- appel(s) en/of verse grape fruit of druiven 4e: In de Reformwinkel of bij de dro gist reformartikelen van Dr. A. Vogel kopen. Witte leem en hiervan gebruiken 3 x daags 1 theelepel tot 1/2 eet lepel opgelost in kopje lauw water om ziektestoffen in de darmen op te nemen. 5e: Bij de drogist kopen: glycerine- spuitje plus glycerine. Baby's van 0 t/m 4 jr. een spuitje geven van 3 cc glycerine 3 cc lauw water. Kleuters van 5 t/m 11 jr. 5cc gly cerine zonder water. Kinderen van 12 en ouderen idem 10 cc glycerine zonder water. Dit om de in de darmen zijnde ziektekiemen en hun giftige pro ducten zo snel mogelijk kwijt te raken. 6e: De dokter waarschuwen voor ver dere behandeling. O. H. KILIAAN begon "op de bon te slingeren". De fout was zó duimendik, dat ik geen seconde aarzelde over de uitslag. Na een bliksemkort verhoor van beide partijen werd tot mijn onuitsprekelijke verbazing de "goede" fietser bekeurd. De discussie werd namelijk besloten met deze uitspraak van de wijze kadi: "Ja, gewis reed de andere man ver keerd en U zag goed. Maar dat gaf U nog niet het recht hem tegen de vlakte te rijden. Boekje dicht. Agent weg. Discussies op straat gingen verder. De foute fiet ser was een evidente oediker, een boerenlummel heet dat. De ander be hoorde even evident tot de intelligent sia, meer bijzonder: was een. bour geois. Ik weet haast zeker dat ik destijds het "lachwekkende" besluit van "mas op pas" verkeerd beoordeelde en me er ook in die geest over uitgelaten heb. Er zelfs een filosofie in zag die de gangbare filosofie is, maar nochtans daarom tot gevaarlijke conclusies en In de Tong Tong van 1 november 1972 staat een stukje over de Tokeh. Geen vriendelijk stukje, als zou de tokeh een lelijk of gevaarlijk dier zijn. Mijn ondervinding is het tegendeel. Wij woonden op Batavia in de Tjemara- laan en daar is het gebeurd, dat een tokeh een groot vriend van mij was. Ik nam n.l. een eitje(?) van een tjitjak op en deed dit in een doosje. Kort daarop kwam er een tjitjak uit(zoals ik dacht), maar het bleek een tokeh te zijn. Dit zag ik, omdat zijn kopje groot was, te groot voor het lichaampje. Het diertje heeft nooit enig kwaad ge daan. Het komt er alleen op aan, hoé wij het diertje bekijken. Chr. W. Vooren-Vogelesang Veel wat lelijk of afschrikwekkend is, of zelfs maar lijkt, krijgt een slechte naam en blijkt in werkelijkheid onscha delijk en vriendelijk te zijn. Daarom zijn we de geachte inzendster extra dankbaar voor dit stukje, na al het lelijks dat over de tokèh werd gezegd. Aangezien, geen exacte rapporten be staan over gevaarlijke beten van to- kèhs, kunnen we gevoegelijk geloven dat het arme beest meestal banger is geweest voor ons dan wij voor hem. Wie weet hebben generaties lange wrede behandelingen van tokèhs door de tijden heen ze een "ingebouwde" angst voor mensen bezorgd en treden ze meestal moedig uit zichzelf op vóór ze zelf aangevallen worden! Ik kan me best indenken dat als zo'n tokèh in alle rust en vrede in de "troon- kamer" zit te filosoferen, hij zich een stuip schrikt als opeens een levens groot mens binnen komt stuiven, ge kleed in b.v. scharlakenrode kimono met wilde chrysanten, en dus van de schrik tot de aanval overgaat! Oh, sweet memories! - Red. leefwijzen leidt, nl.: "Zo is het leven nu altijd; een mens slooft zich uit om wetten van orde en recht te maken, maar er zijn altijd stomme idioten die er dwars tegen in gaan, ernstige brok ken maken, en dan nog van het (cor rupte?) recht gelijk krijgen ook! Waar moet dat heen?" Mas Oppas: "Juist omdat dit uiteinde lijk de verkeerde kant op gaat en fata le ongelukken veroorzaken kan, omdat wij in slaap vallen in de vanzelfspre kendheid van de veiligheid van ons recht, letten wij niet goed op of wor den aanmatigend grof. Dat verdient bestraft te worden. Pats! Deze agent deed een beroep op onze waakzaamheid zelfs als wij "automa tisch" in ons recht zijn. "Noblesse oblige!" Hoe hoger men staat in zijn recht, hoe hoger men staat als mens, hoe hoger onze plicht om zorg te dra gen voor broeders die lager staan. Adeldom verplicht. Mas Oppas was een aristocraat! T.R. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 17