MIJN KORTE LEVEN OP BALI (III) door LILIAN DUCELLE HUIS-, TUIN- EN KEUKEN BELEVENISSEN Net als vele andere vrouwen gedaan zouden hebben, heb ik me om de tuin laten leiden door het uiterlijk. Letterlijk "om de tuin laten leiden", want het betreft hier het landje, dat bij het huis hoorde. Ik zag frisgroene tegallans aan de straatkant en achter het huis fikse rietpluimen. Mooie grond, dacht ik, dat in deze dro ge tijd van het jaar alles nog zo groen staat. Maar mijn stupiditeit dacht er niet aan, dat al dat groen katjang was en dat katjang een gewas is, dat maar heel weinig water nodig heeft, om groen te krijgen. Nu ik ruim een maand ingewijd ben, weet ik, dat de grond hier helemaal niet zo best is en wat erger: ik krijg geen bevloeiing. Sawah- bevloeiing gaat vóór op Bali, en andere gewassen krijgen als er water over is en dat is er in deze tijd natuurlijk nooit. Enfin, ik ben de volgende dag volijverig wezen spitten. Om het huis stond een bar stukje grond. Dat moest mijn bloe mentuin worden. Dezelfde dag nog liet ik links en rechts planten aanrukken: bougainville, kambodja (de twee tra ditionele bloemen van Bali), afrikaan- tjes, balsemientjes, zinnia's, etc. etc. en zelfs, na enige aarzeling, vinka's, om dat dat de bloem is, waar ze hier alle stadstuintjes voor het gemak mee vol planten. Ik heb die dag twee uur staan patjollen. Het stof vloog me om de oren en bin nen het uur zat ik onder de blaren. "Doorgaan", dacht ik, "je moet er nu eenmaal doorheen. Overmorgen zijn die blaren, eelt." Gelooft U dit sprook je alstublieft niet te gauw, want nu na anderhalve maand spitten, krijg ik nóg blaren! Het huis schoonmaken was een evene ment. Geen bezem, maar een gewone sapoelidi, want de vloer is niet gece menteerd. En al het vuil veeg je door de reten onder de gëdekwanden naar buiten. Het kan niet makkelijker. Alleen akelig dat door diezelfde reten de mui- II zen binnenstromen, ook overdag. Ik heb direct, heel listig, met bakstenen alle wanden dichtgestopt en nu komen de muizen tenminste alleen van de zoldering. Laat ze het ook niet te ge makkelijk hebben! Zo'n aarden vloer wordt veel minder gauw vuil dan een betegelde, maar gedekwanden des te eerder. Elke och tend ragen, anders kom je gewoon het huis niet uit door de spinnewebben. Mijn keuken is er eentje met veel fan tasie. Een dak op vier stijlen, een hout oventje en een gemetseld "aanrecht", that's all. Ik ben de eerste dag 3V2 uur bezig geweest met vuur aanmaken en water koken. Maar daarna stond dan ook zowat de hele keuken vol vlammen en rook. Voortaan zet ik een heel risje dingen klaar, die ook op het vuur moe ten: de rijst, groenten, de wadjan met olie, etc. Want is het vuur eenmaal aan, dan moet je dit feest benutten. Ik ben nu zover, dat mijn rijst, sajoer, groenten, vlees niet naar rook smaken en maar voor de helft verbranden, dat is de helft, waar de wind niet vandaan komt. Om eerlijk te zijn, ik heb die eerste dag in mijn eentje zitten huilen; het was helemaal niet leuk, dit kokentje spelen, omdat ik per slot van de resultaten moest leven. Je kunt hier niet even naar de warong lopen, om wat eetbaars te halen, want dat is er niet, behalve petjèl. Die ma ken ze hier enkel van ketimoen en ketoepat (lontong). Verderop woont een aardige Balinese, die "boeloeng" verkoopt. Weet U, wat dat is? Een soort wier. Het smaakt lekker, wordt vers gegeten en is erg gezond. Het is de lekkerste groente, die ik ooit in gado-gado of petjèl heb gegeten. Een kennis van me, die krijgsgevangene is geweest, zei ontdaan: "En dan te weten, dat we hier vroeger de grond mee bemest hebben, omdat we niet wisten, datje het kon eten!!" Met mijn keukengerei was het heel somber gesteld. Ik had niets bij me, had erop gerekend, alles in Den Pasar te kunnen krijgen en vooral, me zo veel mpgelijk te behelpen met aarden gerei, om alles zo goedkoop mogelijk te maken. Wat een Balineserkan, moet ik ook kunnen, waar of niet? Maar hierin heb ik me behoorlijk ver gist. Alle lepels, soetils, oelekans i- roessen enz. zijn anders van vorm en moeten anders gehanteerd worden ook. Natuurlijk wen je aan alles. Be halve aan de prijs van al dat nuttigs, want die is exorbitant hoog. En wat betreft de potten en pannen: als een gerecht dan al niet aangebrand smaakt, rekent U er dan op, dat alles naar aar de smaakt de eerste week! Een voor deel, dat je de potten niet hoeft te schuren, integendeel, hoe meer roet erop blijft zitten aan de buitenkant, hoe sterker de pot. Maar bedenk dan meteen, dat je bij het afhalen tien zwarte vingers krijgt. Zo heb ik een week lang op de pasar lopen zoeken naar een klapperrasp. In heel Den Passar geen paroet klappa te krijgen! Ik liet mijn klapper in de wa rong raspen. "Waarom maakt U niet zelf een paroet?" zei de Balinese. Stommeling, die ik was. Een leeg melk- blikje, rechtgeslagen op twee bamboe latjes gespijkerd en volgepriemd met spijkergaatjes. Een mens is nooit te oud om te lerenmaar vaak te lui. En ook heel vaak te moe! Ik ben moe geweest die eerste week. Aan zoveel tegelijk te denken: water putten, de mandibak vullen, zorgen voor drinkwater, voor waswater; kle ren wassen, koken, tuinieren. Je begint de dag met waterputten en eindigt de dag ermee; begieten. En wijk niet van deze volgorde af, want dan is het mis. 's Morgens is het water mooi helder, dan heeft het de hele nacht gestaan, 's Avonds, als je al het water hebt verbruikt en haast op de bodem van de put komt, is het drabbig. Als je dan ontdekt, dat je niet voor voldoende drinkwater gezorgd hebt, dan kan je je een ongeluk zeven. Maar een mens wordt gauw een rou tinemens en dus ik ook. Toen ik daarbij ontdekte, dat na de eerste week de blaren aan mijn vingers gevoelloos wa ren geworden, het vuur geen vlammen werpers-hitte meer veroorzaakte en ik een stuk klapper kon raspen zonder regelmatig alle vijf vingers open te halen, toen voelde ik me kiplekker. Maar de moeilijkheden des lands zijn talrijk. Neemt U maar eens de dieren op mijn erf. Maar dat wordt een ander chapiter. (III. uit "Bali" van Covarrubias) NIEUW: Het laat je niet los, Rob Nieuwenhuys Om nooit te vergeten, Rob Nieuwen huys (2 bundeltjes Indische literatuur) f 4,25 per deel, porto 90 ct. De Raadsman - H. J. Friedericy f 4,25 Bloemen voor Nippon - Augusta Lampe. Korte belevenissen uit de Japanse bezetting f 9,90 15 jaar Boven Digoel - I. F. M. Salim f 49,50 Wilde Bloemen van de wereld f 62,50 Maria Dermout, de vrouw en de schrijfster 18,90 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 20