Zwerven langs een
Indonesische haven
PASAR IKAN (II)
Een grote verrassing in de laatste Tong-Tong was
Uw gedicht "Pasar Ikan", dat een sterke zijde van
Uw kunstenaarschap naar voren brengt.
Ik vond het gedicht zeer beeldend, poëtisch en visio
nair. Het geeft een indruk van zuiverheid van een
nieuwe hemel in een nieuwe aarde, en er valt eenzelf
de licht over als dat, wat straalt door "De Tienduizend
Dingen" van Maria Dermoüt.
Naar aanleiding daarvan kwam weer de gedachte in
mij op, die ik nu al lange tijd koester; een vermoeden,
dat God - zo hij bestaat - wel het meeste moet houden
van kunstenaars, omdat zij Hem zo na staan: ook zij
zijn immers scheppers.
Moge Uw scheppend vermogen nog veel moois voort
brengen
A. M. Burg.
Ik maakte dit gedicht ruim 25 jaar geleden voor "Oriëntatie",
in welk blad het dus voor het eerst verschenen is.
Voor de lof: terima kasih! Wat U zegt over "visionair":
de échte dichter wordt gedreven (is bezeten) door een niet
te omschrijven gevoel van "dynamische ruimteloosheid" die
hem in momenten flitsen doet zien van de verre toekomst.
En ook van het verleden; het is eigenlijk een soort "zweven
in Ruimte en Tijd", waarin dichtwoorden slechts haarfijne
aanrakingen zijn met het Heden, zo fijn als het even neer
zitten en weer opvliegen van een libelle.
Vrouwen herkennen deze échte poëzie méér dan mannen,
want er is intuitief denken voor nodig. Ik weet dat de lezeres
ook beseft dat ontzaglijk veel van wat voor poëzie doorgaat,
dit niet is, maar zielloos maakwerk en namaakwerk. En dicht
talent in andere identiteiten niet als zodanig herkend wordt.
Ik zal een paar namen noemen, die zeker verbazen zullen:
Jezus en enkele van zijn discipelen, Mao Tse Tung, Djojo-
bojo. Visionair is echt Tennyson, en voor wie goed leest, ook
T.S. Eliot. Ja, en Ts'en Shen en ettelijke Arabische en
Perzische dichters. Misschien is wat U zegt over Maria
Dermoüt, en "het licht dat door haar Tien Duizend Dingen
straalde beter dan "visionair". Erg veel Aziatische dichters
en short story schrijvers hebben dat, b.v. Ryonosuke Akuta-
gawa Rashomon"). En de Chileen Pablo Neruda heeft dat.
Ook Chairil Anwar's dichtbundel "Deru dan Debu" ("Rom
meling en Stof") is 'lichtdoorstraald".
Veel West Europese literatuur (vooral de Nederlandse) is
totaal doodgelopen in verbalisme: woorden zonder "licht".
Veel "Indisch" werk is alleen maar lege namaak.
PASAR IKAN (III)
Al staat hier "Pasar Ikan" boven, dit gedicht is door Chairil
Anwar gemaakt voor elke willekeurige kleine havenplaats
in Indonesië en de sfeer van Pasar Ikan treft men er direct
weer. Chairil Anwar zal er ongetwijfeld veel vertoefd heb
ben. Hij en ik schreven ons gedicht ongeveer in dezelfde
tijd. Door de lichte weemoed van alle havenplaatsen was
Chairil Anwar even getroffen als ik.
Wie weet dat hij kort na de publicatie van dit gedicht stierf,
proeft direct de symboliek erin. Maar ook om een andere
reden maakten havens Ril en mij onrustig; in de oorlog
hadden wij andere vrijheden en andere leefmogelijkheden
"geroken" en het was alsof Pasar Ikan elke keer weer zei:
"Ga weg! Keer niet terug naar diezelfde gezapige bourgeois
maatschappij. Zoek een TOTAAL ander levenspatroon!"
Chairil heeft (hoe jong hij ook was) altijd besef gehad van
de "eeuwige begin- en eindpunten van het Leven". De naam
van zijn bundel wijst erop: "Deru dan Debu", eigenlijk
onvoldoende (maar hoe kan het beter?) vertaald met "Rom
meling en Stof", waarin "deru" (spreek het woord maar uit)
een heel vaag en onbestemd dreunen of gonzen in de verte
(in de aarde?) weergeeft van iets dat (onheilspellend?) "op
komst" is. Terwijl "debu" uiterst fijn verdeelde materie
aanduidt. In al hun vaagheid en onbeduidendheid tóch
"adembenemend".
Bij mijn laatste bezoek aan Indonesië vond ik Chairil's
naam terug als naam van een straat, die doodloopt op de
ingang van het Europese kerkhof Kembang Kuning. Een
aan flarden liggende weg, dwars op een moddersloot vol
wegwerpselen. Was dit beeld eigenlijk al uitermate droef,
de staat van het kerkhof was zo mogelijk nóg ellendiger.
Totaal verwaarloosd omdat Surabajase nabestaanden geen
hand en geen cent meer uitgestoken hadden voor welke
vorm van onderhoud ook. Terwijl wij met een totaal in
komen van ettelijke miljoenen jaarlijks gemakkelijk enkele
duizendjes konden losmaken om desnoods een dozijn
"mislukte spijtoptanten" aan een goede hap nasi oedoek
en een dankbaar werk te helpen. Neen, neen, dit is écht
niet de schuld van de "Indonesische mentaliteit"; deze
vinger wijst naar ONS alleen.
Als wij beseffen hoe dat mooie Surabaja ONTsierd wordt
door die puinhoop van verbrokkelde grafstenen en alang-
alang, waar alleen nog menselijke wrakken rondwaren -
en dat dit een SYMPTOMATISCH beeld is van élke maat
schappij op aarde, dan beseffen wij opeens dat Chairil dit
einde altijd voorvoeld had toen hij bovenstaand gedicht
uiteindelijk vorm gaf (zie ook de brief van Pasar Ikan).
Maar ook:hoe onschendbaar nobele geesten kunnen blijven
temidden van ignobele verwording. Alleen wie niet gelooft
in Het Absolute Einde, droomt van een nieuwe, schoon
geplaveide Boulevard Chairil Anwar, voerend naar een lust
hof van groen en bloemen, waar de Kinderen spelen van
De Nieuwe Dag. y r
Dit zijn de mensen met wie Chairil en ik om
gingen in die na-oorlogse maanden van onzeker
heid en doodsdreiging. We vonden hier mensen
met grenzeloze moed en uithoudingsvermogen
en met een soort tastbare eerlijkheid en diepte
van geest, die ons gewoonweg "als zuiver
goudvoorkwamen in een reeds terugkerende
maatschappij van bourgeois satisfait en luxe-
begeren. Wie weten wat leven is, moet met
zulke mensen een reis of twee maken in zo'n
kolèk en twee stormen meemaken. "The only
thrill of life is on the brink of death." 7.e zijn
onbeschrijfelijk omdat hun levenspatroon ons
totaal onbekend is.
Op het gedicht, dat ik alleen bij wijze van
afwisseling als een oud peerd van stal haalde,
kreeg ik verbazingwekkend veel brieven van
hart tot hart. Ik ben gewoon beduusd!)
(Foto: Rogier