ABONNEE'S 7
'<~Paóen in maart 1926"
"NOG NIET EENS
WAT-WAT
WERFT ABONNEE'S
SEND JA DIPELABOEHAN KETJIL
Boeat Sri Ajati
Ini kali tidak ada jang mentjari tjinta
diantara goedang, roemah toea, pada tjerita
tiang serta temali. Kapal, perahoe tiada berlaoet,
menghemboes diri dalam mempertjaja maoe berpaoet.
Gerimis mempertjepat kelam. Ada djoega kelepak elang
menjinggoeng moeram, desir hari lari berenang
menemoe boedjoek pangkal akanan. Tidak bergerak
dan kini tanah dan air tidoer hilang ombak.
Tiada lagi. Akoe sendiri. Berdjalan
menjisir semenandjoeng, masih pengap 'harap
sekali tiba dioedjoeng dan sekalian selamat djalan
dari pantai keempat, sedoe penghabisan bisa terdekap.
SCHEMERING AAN EEN KLEINE HAVEN
Voor Sri Ajati
Deze keer is er geen een op zoek naar liefde
tussen goedangs, oude huizen, verhalen uit
touw en mastwerk: schepen, uitgestoten prauwen
weerloos in de minste wind, groeien ineen.
Druilend valt de nacht neer, waarin de wiekslag
van een meeuw verging. Ver buitengaats vluchtte
daglicht over de einder heen. Niets beweegt
en nu slapen land en diepzee, kwijnt de golfslag.
Anders niets. Enkel nog ik, een aangevreten
strand langs in de gesmoorde hoop de landtong
af te ronden en vaarwel dan een vergeten
laatste snikken moet toch ergens te troosten zijn.
PALM-zondag is gewéést! Wij hebben
op die dag geloofsbelijdenis gedaan.
In het lang, als in bruidstooi de meis
jes en de jongens in plechtig donker.
Het weer was heerlijk. Zonnig en klaar,
zoals het alleen in Bogor kan zijn! Met
haar blauwe bergen op de achtergrond
en de prachtige omgeving rondom de
kerk. Ze staat immers (nog) op het
erf van de G.G. bij 's Lands Planten
tuin! Beter decor is nauwelijks denk
baar.
De lijdensweek was begonnen. In die
week werd het zoontje van mijn broer,
bij wie ik in huis was, ziek. Hoge koort
sen. Na kantoortijd was ik veel aan zijn
ziekbed. Het joch was erg aan me
gehecht. Daar aan dat ziekbed bedacht
ik mij, dat God mij drie jaar geleden
genezen had van een zware 16-jarige
asthma.
GOEDE VRIJDAG - ik zou mijn eerste
Heilig Avondmaal vieren. Nog waren
de koortsen erg hoog en gloeide
het kind. Ik had erge moeite om te
gaan. Maar ik moest immers! Vóór ik
ter kerke ging, het was 's avonds,
kwam ik aan z'n bed en bad: "Neem
die koorts van hem weg!" Na een kus
op zijn voorhoofd verdween ik, heel
stil van binnen. In de kerk bleef ik voor
hem vragen.
Het begon te regenen; pijpestelen en
het donderde en bliksemde, zoals het
alweer in Bogor kan gebeuren. En het
flitste door me heen: Het is Golgotha!
Als steeds duurt zo'n donderbui niet
lang. Daarna kwam de maan gluren;
koel werd het opeens, heerlijk!
"O, Hoofd, bedekt met wonden,
Heb ik, heb ik, alleen de schuld!",
zongen wij.
Na afloop had ik geen haast om thuis
te komen. Ik liep een ommetje, genie
tend van de koelte in de maneschijn.
Thuis was het rustig.
"Hoe is het met hem?" "O, hij slaapt
nu, de koorts is geweken". Mijn hart
popelde van dankbaarheid jegens God.
1ste PAASDAG. Prachtig weer, zonnig,
windstil, blauwe hemel en de zieke lag
buiten op een luie stoel, glunderend
en genietend.
Wat een dag; de mooiste in mijn leven!
Wederom in feesttooi ging ik naar de
kerk om met de anderen, ja met alle
maal, het uit te jubelen:
"Ontwaak, gij die slaapt,
En sta op uit de dood I"
Gezegende Paastijd in 1974!
P. Jüch-Arnold
Noot van de Redactie: eigenlijk mag
als tweede kop van dit stuk gerust ook
gezet worden: "En Pasen 1974". Want
dat deze ongelooflijk diep gaande sym
bolische gedachte (van de Herrijzenis)
in Tong Tong nog steeds een rustig
plaatsje vindt, verdient ook attentie en
respect. Het is desnoods waar dat er
erg veel slechte godsdienst is en zelfs
helemaal geen godsdienst, maar de
fundamentele waarden van het Leven
mogen nooit afgedankt worden. En
ook al is de goede wens van Mevr.
Jüch door omstandigheden verlaat in
ons blad gekomen, ons Tong Tong
werk is erkentelijk voor dit saluut uit
een beter Verleden - en weet zich
blijvend vergezeld van de heilzame
werking van vele versterkende ge
dachten.
al wat-wat!" zouden Steurtjes
in hun onnavolgbare "slang" zeggen: in
het nummer van 1 Maart (pag. 15) was
het stukje over een "penèkèr" in het
XVde krijgsgevangenbataljon (bij abuis
werd gezegd: IXde Bat.) nauwelijks
verschenen of er kwam meteen een
reactie op:
Met één "lel" tjeprèt had ik weer een
smeulend vuurtje als van toen froeher,
maar nu niet meer om m'n "sjekkie"
mee te soendoet (want ik rook niet
meer) maar toch wel leuk als demon
stratie, schreef Barnaart na kawoel
gekregen te hebben.
Beste TONG-TONG-mensen, nog har
telijk dank voor de plaatsing van mijn
relaas in "ons orgaan" en niet in de
laatste plaats nogmaals banjak terima
kasih milde gever voor zijn snelle at
tentie.
Ik kan wel weer voor jaren vooruit en
mijn Indonesische vrienden hoeven dan
ook beslist geen onkosten te maken
om me nog een "baal" te sturen.
E. C. C. Barnaart
Correspondentie kaarten met
leuke Indische vignetten
In 4 kleuren: grijs - wit - groen -
chamois. 10 kaarten met bijbe
horende enveloppen 1,50 porto
60 ct. Op 2 stel 90 ct. porto.
13