De voorspellingen van Ronggowarsito (II)
voor Tong Tong uitgelegd door
RM. S. Tri Tjondrokoesoemo
Hier het tweede hoofdstuk van de "Voorspellingen van
Ronggowarsito" in de vertaling van Rm. S. Tri Tjondro
koesoemo, wiens portret hierbij gaat. Al is dit een
inderdaad 10 jaar oude foto, de heer Tjondrokoesoemo
heeft betoel nog steeds een jeugdig voorkomen. Hij is
geprononceerd Javaans opgegroeid en zijn lessen in de
Nederlandse taal dateren van 45 jaar terug en heeft hij
nooit in de practijk kunnen brengen, doordat hij ambte
naar was aan het Soenanaat, waar alleen wordt ge
schreven in Javaanse karakters. Het enige waar de heer
Tjondrokoesoemo dus enigszins bezorgd over is, is dat
zijn gedachten in het Nederlands niet goed genoeg over
komen. Wij corresponderen echter al een hele tijd met
hem en moeten zeggen dat hij voortreffelijk schrijft.
Hij hoopt dat onder onze lezers ook school-klasgenoten
van hem zijn, die hem herkennen.
vervolg: Kerapan)
venties, dat een man, vooral een HELD,
zijn emoties niet mag tonen, toch is er
wel iets te merken. Want toch, lezers,
zijn gemoed is vol vreugde, dat hij met
zijn koeien de prijs voor zijn dessa
gewonnen heeft. De geldprijs zal hij
verdelen onder zijn trouwe helpers,
die hem dag en nacht maanden lang
trouw hebben bijgestaan bij de verzor
ging en training van de stieren. Voor
de eigenaar is voldoende de eer, want
hij is een welgesteld man.
Zijn hart is tot berstens toe gezwollen
van trots, dat hij met de dieren de eer
voor zijn dessa en voor zijn familie
hooggehouden heeft. Hij zal niet meer
de verwijten van Buk Sidin hoeven aan
te horen, die hij de laatste tijd wel wat
erg verwaarloosd heeft. Dat moet hij
nu wel toegeven.
Hij zou wel willen springen en hossen,
maar dat kan hij niet, het is zo wiebelig
hierboven. Hij zou willen lachen dat hij
schatert, en erg blij kijken, maar het
staat zo onbeschaafd om je gevoelens
te tonen.
Het is een dans met zeer bedachtzame,
langzaam vloeiende bewegingen, daar
bij wordt een strak gezicht getrokken,
zonder uitdrukking.
Toch kunnen we soms aan een onbe
heerste hoofdbeweging zien, de trots,
waarvan hij vervuld is. Als we goed
kijken, wijst het even trillen van zijn
mondhoeken op een nauwelijks te be
dwingen emotie.
Zijn ogen houdt hij geheel of half
gesloten. Maar èls hij ze even opent
om zich te oriënteren, dan zal de scher
pe opmerker daarin het vreugdevuur
kunnen zien smeulen.
Daarom is de Tari Kalèlès, deze ogen
schijnlijk rustige dans, maar uitgevoerd
door een danser en bijgestaan door
een team, allen vervuld van de pas
verworven overwinning, vol van een
GELADENHEID, die voor degene die
goed observeert, zelfs beklemmend
werkt. Deze sfeer is met geen foto-
zelfs filmtoestel weer te geven en daar
om zult U vergeefs naar een foto hier
van in mijn collectie zoeken.
Naschrift:
In de collectie foto's van Madura die
Dr. Soetjahjo ons zond, waren er nog
vele andere dan van de Kerapan om
ons te tonen, dat er op Madura nog wat
anders te zien en te beleven is. Mis
schien zijn er nog anderen, die over
Madura nog wat te zeggen hebben:
b.v. over de "bekisar", de salak, hout
snijwerk, enz.
RAMALAN-DJANGKA RANGGAWAR-
SITA PUDJANGGA AGUNG KERATON
SURAKARTA
(Dipun djarwakaken kanthi bebas de-
ning Kidjanggan RM. Tjondrokoesoemo
Serie ingkang kaping II.
"KALA - TIDHA"
I. Sinom:
1. Mangkya daladjating Pradja,
2. kawurjan wus sunja-ruri,
3. rurah pangrèhing ukara,
4. karana tanpa palupi,
5. atilar silastuti,
6. sardjana sudjana ke- lu,
7. kalulun kalatidha,
8. tidhem tandhaning dumadi,
9. ardajèng rat dening karoban rube da
II.
1. Ratuné ratu utama,
2. patihe patih linuwih,
3. pra najaka tyas rahardja,
4. panekaré betjik betjik,
5. parandéné tan dadi,
6. palijasing kalabendu,
7. malah sangking andadra,
8. rube da kang ngribedi,
9. béda béda ardané wong sanagara.
III.
1. Katatangi tangisira,
2. sira sang paramèng kawi,
3. kawilet ing tyas duhkita,
4. kataman ing rèh wirangi,
DJANGKA (Vooruizegging) omtrent
Gebeurtenissen van INDOENSIE. (Ge
schreven door R. Ng. RONGGOWAR
SITO, Padjang Agung Keraton Sura-
karta Hadingrat. Vrij vertaald door
Kidjanggan RM. Tri Tjondrokoesoemo-
Sala)
"KALA-TIDA" (serie-ll)
I. Sinom
1. De tekenen des tijds duiden aan,
2. Alles is stil en doods,
3. Alles gaat verkeerd,
4. Daar het voorbeeld ook slecht is,
5. De goede weg wordt verlaten,
6. De wijzen staan onder de invloed
van het heden,
7. Dat in de macht staat van de tijd,
8. Niets wijst op levendigheid,
9. Het verlangen van het .Volk wordt
gehuld in een verwarrende sfeer.
II.
1. De Vorst op zich zelf is edel en
goed,
2. De minister is van speciale
kwaliteit,
3. De andere Regeringspersonen zijn
uitstekend,
4. Desondanks is de situatie niet
bevredigend,
5. Hoewel alles wordt gedaan om het
Land te redden,
6. Het wordt juist hoe langer hoe
erger,
7. De verwarring wordt erger en staat
alles in de weg,
8. De nood stijgt en het Volk,
9. Koestert verschillende verlangens.
III.
1. Gewekt door het schreien en klagen,
2. Wordt de Schrijver dezer regel,
3. Gebonden door weemoed en
droefenis,
4. Getroffen door de schaamwekkende
toestand,
16