BOEKBESPREKINGEN Een prikkelende publicatie COUPERUS HERONTDEKT "BERANI MATI" OOK VOOR U Van Doom's notities van een reis in Indonesië. Het reisverslag van prof. Van Doorn, 'Orde- Opstand-Orde", reeds in Tong Tong aange kondigd, is bijzonder prikkelende lectuur. Zoals uit de titel blijkt is het in de eerste plaats bedoeld als een poging tot analyse van de rol van militaire machtsmiddelen: in de periode 1945-50 zijn het nederlandse militairen die "rust en orde" moeten her stellen, in 1965 is het het indonesische le ger, dat diezelfde opdracht toevalt. Het heeft die taak niet gezocht, maar is ertoe gebracht die te aanvaarden omdat de civiele elite er niet in geslaagd was een werkbaar systeem te organiseren. Nu het eenmaal zo ver is dat de gewenste stabiliteit is verze kerd is het grote probleem: wat nu? De schrijver ziet meer aanknopingspunten tus sen de geleide democratie van Soekarno en de "nieuwe orde" dan de meeste schrij vers, maar hij stelt nadrukkelijk dat voor waarden voor een westerse democratische ontwikkeling niet of nauwelijks aanwezig zijn. Inmiddels waarschuwt hij nadrukkelijk tegen de gedachte, dat het militaire regiem in Indonesië te vergelijken zou zijn met Griekse of fascistische toestanden. Ziedaar, kort (en verre van onberispelijk) saamgevat het hoofdmoment van deze pu blicatie. Bevatte het boekje niets anders, dan zou ik mij ertoe kunnen bepalen de schrijver te complimenteren met zijn heldere stijl en de ijver, waarmede hij zijn licht heeft laten schijnen over gecompliceerde toestan den en verhoudingen. Maar hij geeft veel meer. Dit reisverslag wemelt van opmer kingen, die tot nadenken prikkelen. Soms ook tot kritiek en in een enkel geval wel licht zelfs tot volstrekte afwijzing van het geen de schrijver stelt. Maar als uit de botsing der meningen de waarheid te voor schijn komt, heeft Van Doom's boekje in ieder geval de verdienste, dat het tot bot sing van opinies meer dan voldoende aan leiding biedt. Er wordt hier en daar flink geschopt tegen de schenen van de dragers van traditionele opvattingen inzake het ne- derlands-indonesisch conflict en de verdere ontwikkeling. Het is natuurlijk geen zaak van "gelijk" of "ongelijk" maar welke re acties prof. Van Doom's opmerkingen en notities ook wekken, mij hebben zijn kant tekeningen bijzonder geboeid. Wie dit boekje opslaat zal er goed aan doen de beide motto's die hij het meegeeft niet over te slaan. Het eerste is van Orwel "Dit is onvoorwaardelijk het geval in het Oosten: een verhaal klinkt duidelijk genoeg in de verte, maar hoe dichter je komt bij het toneel der gebeurtenissen, hoe vager het wordt. En een van Hercule Poirot (of all people): "Niets is meer misleidend dan observatie". Agathe Christie's held wordt te hulp geroepen om de betrekkelijkheid van alle waarnemingen - ook die van Van Doorn! - nog eens nadrukkelijk vast te stellen. De schrijver is zielsgelukkig bij het weer zien van Indonesië dat hij leerde kennen toen hij als nederlands soldaat van 1947- 1950 daar diende. Ontmoeting met Indone sische militairen of "subversieve elemen ten", die het aan de andere kant van de scheidingslijn het nederlandse soldaten zo moeilijk mogelijk maakten hebben een pa radoxaal karakter. Soms op het potsierlijke af, bijv. wanneer hij een eertijds berucht revolutionair ontmoet die numakelaar in koffie is (net als Droogstoppel uit de Max Havelaar). Wat overheerst is de open heid en hartelijkheid waarmee men de ge wezen "vijand" tegemoettreedt, hem van de een naar de ander stuurt om hem in de gelegenheid te stellen het beeld te vol tooien. Het volledig ontbreken van oud hartzeer is treffend. Men realiseert zich welk een uitermate interessant verschijnsel dit is wanneer men zich het onmogelijk tafreel voorstelt van amicale gesprekken tussen duitse soldaten, deel uitmakend van de be zetting van Nederland, en nederlandse ver zetsstrijders. Over de nederlandse opvattingen betreffen de de betekenis van onze aanwezigheid in Indië maakt Van Doorn een aantal opmer kingen die uitermate nuttig kunnen zijn om aan zekere oer-Nederlandse trekken van zelfgenoegzaamheid een eind te maken. Zij behoren tot de meest controversiële in dit boekje. Het was een axioma, dat Indië zon der steun of hulp van Nederland ten onder gang gedoemd zou zijn. Natuurlijk heeft de ontwikkeling, althans sedert 1965, dit axio ma aan betekenis doen verliezen, maar ook thans nog heerst in vele kringen het geloof, dat Indonesië er, zacht gezegd, onverstan dig aan heeft gedaan de helpende hand van Nederland in de laatste fase van groei af te wijzenOp een terrasje aan Bodjong in Semarang, het gewoel van de indone sische menigte gadeslaand "besef ik (Van Doorn) hoe stérk ook voor mij Indonesië destijds een land was waar wij Nederlanders, niet waren weg te denken. Thans behoeven wij niet meer te worden weggedacht; wij zijn weg. De Indonesiërs zijn onder elkaar en hebben daarmee de volledige verant woordelijkheid hun samenzijn leefbaar te houden". Aan onze onontbeerlijkheid op weg naar de onafhankelijkheid twijfelden zelfs de pro gressieven als Van Mook, de "landverrader" en zijn kornuiten die Indië wilden "verko pen" niet. Maar ondoorgrondelijk zijn de wegen van de menselijke geest. Een bijzonder prikkelend boekje. Maar wel boeiend! J.H.R. Dit jaar is uitgeroepen tot het Coupe- rus-jaar. De voordrachtkunstenaar Al- bert Vogel, zelf zeer geïnteresseerd in de schrijver, uit wiens werken hij vaak voordraagt, heeft naar aanleiding daarvan een "levensverhaal" het licht doen zien, dat bij Nijgh en Van Ditmar is verschenen. In zijn voorwoord stelt hij nadrukkelijk, dat zijn werk geen wetenschappelijk karakter draagt, maar "een beeld wil geven van Couperus, zoals hij uit zijn werken en uit de zeer verspreide en niet altijd bekende of gepubliceerde gegevens op ons over komt". Dit leek hem nuttig, nu "ook het grotere-bijna het grote - publiek Louis Couperus blijkt te hebben ont dekt". Achter deze laatste opmerking zouden wij, in alle bescheidenheid, een vraagteken willen plaatsen. Wij twijfe len vooralsnog aan de belangstelling van het grotere of zelfs grote publiek voor de schrijver. Wij twijfelen niet, intussen, aan de waarde van dit onder de titel "De man met de orchidee" verschenen boekje dat met liefdevolle aandacht het bewogen leven schetst van de grote romancier en feuilletonist - misschien wel de belangrijkste lite raire figuur die Nederland ooit gekend heeft. Zijn evenknie zal men moeilijk kunnen vinden - misschien komt Vest dijk, ook door de armslag die hij met Couperus gemeen heeft, in aanmerking in één adem met de dandy, cosmopo- liet, historicus, filosoof, en ironiseren de schrijver over de futiliteiten des dagelijksen levens genoemd te worden. Maar dat betekent geen vergelijking van beider talent. In veelzijdigheid staat Couperus bovenaan. Ouderen onder ons hebben de bloei tijd van dit onvoorstelbaar vruchtbare en veelzijdige talent mee beleefd en zullen zich de rijkdom van zijn keuze van onderwerpen, zijn brilliante taal beheersing, zijn eigenaardig, geaffec teerd optreden herinneren. Veel van wat hen in deze auteur een raadsel bleef zullen zij na lezing van het met liefde en begrip geschreven levens verhaal van Albert Vogel duidelijk wor den. Zij zullen zich een scherper beeld van Couperus kunnen vormen dan hen tevoren mogelijk was. Wij (ook een oudje!) hebben het dan ook met de grootste aandacht gelezen - ondanks een zekere ergernis over de omstan digheid, dat Vogel de naam Van Heutsz zonder s schrijft en hier en daar wat slordig met de taal omspringt. "De man met de orchidee" is ver krijgbaar in de boekhandel Tong. Tong en zo hoort het ook; Couperus had indisch bloed en verscheidene van zijn beste werken spelen in Indië of in het Haagse indisch-nederlandse milieu. De prijs is 18,90 en de portokosten bij verzending 1,75. J.H.R. Een ongewoon boekje, en we twijfelen eraan of het voor de meesten van ons, ouder wordenden, welkome leesstof is. Toch is het een goed en eerlijk boek, en sinds we de schrijfster in een TV- uitzending over dit onderwerp kennen, hebben we ronduit sympathie voor het onderwerp. Alhoewel het een "uitzichtloos" onder werp is: de hoofdpersonen, de aan een ongeneeslijke ziekte lijdende pa tiënten, gaan onherroepelijk spoedig dood. En zij weten het. Maar wij willen het niet weten en blijven - om de stervende te "sparen" - ontwijkend of hoopgevend praten met ze. In de TV- uitzending zagen we de schrijfster (die 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 4