HERMAN AGERBEEK EN Z JN FAMIL E Jos. van Arcken j Een wens die niet vervuld kan worden 9 Op 2 februari j.l. is in zijn woning te Rijswijk overleden de luit. kolonel KNIL b.d. Herman AGERBEEK, officier in de orde van Oranje-Nassau. Hij was 84 jaar oud en een van de weinige over gebleven Atjeh-officieren, die na de periode van Heutzs zo goed gezorgd hebben voor de verdere pacificatie en ontwikkeling van dat deel van de In dische Archipel - Overste Agerbeek kende Atjeh op zijn duimpje en heeft vooral in de Gajoe-landen zeer lang gediend. In het bekende boek van Zentgraaff ziet U op bladz. 224 hoe Agerbeek in 1927 de eerste Ford-auto op Blang Kedjeren introduceert. Deze auto was door zijn mannen in onder delen naar boven gedragen over het door hem aangelegde "paardenpad" en over de door hem gebouwde brug gen. Deze bruggen waren zeer be roemd, sommige hadden een overspan ning van 18 meter! Later was Ager beek op Java, waar hij bij het Korps Marechaussée diende voor de bestrij ding van het rampokkwaad en de poli tieke agitaties. Ook hierin was hij erg succesvol en hij ontving er een eer volle vermelding voor. Dit soort werk bracht hem vanzelf bij de Mil. Inlichtin gen Dienst. Hoewel hij vlak voor de oorlog werd gepensioneerd, riep de Legercommandant hem weer terug en moest hij, net als velen, de bittere tijd in Siam doormaken. Na de oorlog werd hij belast met de M.I.D. te Batavia en Ommelanden, waardoor ons Bestuur en Opperbevel vanuit een veilige ba sis kon opereren. Hij heeft dit werk voortreffelijk gedaan. Herman Agerbeek was een waardige afstammeling van zijn beroemde voor vader Alexander Agerbeek, die in 1788 benoemd werd tot vice-president van het College van Schepenen der Stad Batavia. Een zilveren bord met inscrip tie, in het museum te Djakarta, herin nert hieraan. Deze stamvader was ge trouwd met Petronella Elizabeth Grave, die hem twee kinderen schonk, waar onder de zoon Johannes Agerbeek, welke eveneens overheidsdienaar werd en op vele plaatsen in de Archipel diende. Hij huwde Engelina Elisabeth Mathoumé, ook al een dochter uit een zeer "oude" Indische familie! Het echt paar had niet minder dan 13 kinderen, van wie er 5 nakomelingen kregen. Over de vijf takken van het geslacht Agerbeek kan het volgende, in het kort. verteld worden. 1. Petrus Alexander Agerbeek, gebo ren te Semarang in 1812 en overleden te Batavia omstreeks 1903, huwde met Nancy Angus en later met Catharina Tak. Uit het eerste huwelijk had hij 6 kinderen, die tot heden nakomelingen hebben. Opgemerkt wordt, dat uit deze tak eveneens is gesproten Maria Chris tina Agerbeek, geboren te Pasoeroe- an op 12 oktober 1848 en overleden te Mr. Cornelis 6 mei 1912. Deze vrouw trad in het huwelijk met Theodorus Henricus Ronkes, die op 23 juli 1885 de vergunning kreeg om de naam zij ner echtgenote achter de zijne te voe gen. Hieruit ontstond het uitgebreide geslacht Ronkes Agerbeek, waarvan eveneens een genealogie werd ge maakt, die een andere keer ter sprake kan komen. 2. Moluccos Henricus Agerbeek, gebo ren op Ternate 17 juni 1817 en overle den te Banjoemas 10 januari 1847. Was ook al ambtenaar van het Gouverne ment. Hij huwde nimmer doch had wel 2 door hem erkende kinderen van wie één zoon, die tot heden nakomelingen heeft. 3. Johannes Alexander Agerbeek, ge boren in 1818 en overleden te Peka- longan op 5 september 1882. Hij trouw de met Johanna Hendrika Meijersieck. Het echtpaar had 3 kinderen, van wie eveneens een zoon, die tot heden na komelingen bezit. 4. Hermanus Fredericus Agerbeek, ge boren te Semarang 28 november 1820 en overleden Mr. Cornelis 13 maart 1897. Was lange tijd vendumeester op Semarang. Hij huwde met Johanna Ma ria van Loon en uit dit huwelijk sproten 12 kinderen. Hij was de grootvader van Overste Herman Agerbeek. Er waren drie zoons, die elk tot heden nakome lingen hebben en dit tot de meest uit gebreide tak van het geslacht maken. 5. Johan Frederik Agerbeek, geboren op Tegal 11 september 1824 en overle den te Ambarawa 3 maart 1882. Hij trouwde eerst met Johanna Adriana Heijne, daarna met Geertruida Elisa beth Oudhof. Uit het tweede huwelijk sproten 7 kinderen, waarvan echter de meesten jong zijn overleden. Een zoon groeide op en vormde nageslacht. Deze zoon was Paulus Frederik Ager beek; huwde met Cornelia Frederika Flohr. Hij werd later gepensioneerd als kanonnier 1e klas en heeft tot heden nakomelingen. Herman Agerbeek was de laatste jaren bijzonder geinteresseerd in zijn voor geslacht en werkte aan de opstelling van een volledige genealogie. Hij heeft die nog kunnen voltooien en maakte er zelfs een autobiografie voor. Hij was bezig met de laatste controle van het manuscript, toen hij overleed; de uit gave ervan heeft hij niet meer kunnen beleven. D.A.V. '.'oor Juwelen en Uurwerken als van ouds naar I 1 Laan van Meerdervoort 520 t j Den Haag - Telef. 33 64 41 1 Nu de verhoudingen in Indonesië min of meer gestabiliseerd zijn en met name Nederlanders er welkom blijken te zijn als zij het land hunner geboorte of van hun werkzaamheid nog eens bezoeken -rijst bij velen de vraag, of het voor de mensen van Nederlandse nationaliteit mogelijk is zich (weer) metterwoon daar te vestigen. Een onzer lezers maakt zich tot tolk van hen die, hetzij tijdelijk, hetzij per manent naar het nieuwe Indonesië zou den willen terugkeren. Wij moeten hem en wellicht nog vele anderen in zoverre teleurstellen, dat vestiging van Nederlanders in Indone sië niet mogelijk is. Blijkens een mede deling van de directeur-generaal voor immigratie in Jakarta worden geen visa afgegeven, die het mogelijk zouden maken zich daar opnieuw te vestigen. Zoals men wel weet, worden toeristen visa afgegeven die het mogelijk maken drie maanden in Indonesië te verblij ven; deze termijn kan in bepaalde om standigheden worden verlengd met nog eens drie maanden, maar daarmee is de grens bereikt. De Indische Pen- sioenbond, die zo vriendelijk was ons deze gegevens te verstrekken, ont leend haar wetenschap aan een brief wisseling met de indonesische autori teiten. Onze lezer vraagt in zijn brief aan ons ook bijzonderheden over de uitbetaling van pensioenen en A.O.W. voor het geval men als Nederlander voorgoed naar Indonesië zou willen terugkeren. Die vraag te beantwoorden heeft ui teraard geen zin in het licht van de omstandigheid, dat de terugkeer naar Indonesië voor permanent verblijf niet is toegestaan. Wie tijdelijk - uiter lijk dus zes maanden - naar Indonesië vertrekt maakt zich natuurlijk geen zorgen over de vraag, in welke geld soort zijn inkomsten worden uitbetaald: dat gebeurt ook tijdens zijn verblijf in het buitenland, in Nederland en in nederlandse guldens. De Nederlanders die in Indonesië ble ven en niet opteerden voor de indone sische nationaliteit zijn, zoals men wel weet, voor wat hun pensioenen betreft onderworpen aan formele regelingen die niet bepaald leiden tot een ruim bestaan. Ofschoon de nederlandse re gering al sedert enkele jaren een toe slag op de rupiah-uitkeringen betaalt, blijft voor deze groep schraalhans keu kenmeester. Maar hoe dit zij, indische Nederlanders, in Nederland woonach tig, die naar het land van herkomst zouden willen terugkeren om er voor goed te blijven vinden de deur geslo ten. JHR

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 9