KARISMAN,
de "Koningsschutter"
ziedaar een Gombongse "tjèt" ten
voeten uit, waarvan er nu nog slechts
enkele tientallen bejaarden over zullen
zijn. La garde meurt, mais se ne
rend pas, jamais! En daarom dit artikel,
dat ik echter niet wil besluiten, alvo
rens U nog het een en ander te ver
tellen over de moed en de trouw van
een eenvoudig Javaanse soldaten
vrouw, die jarenlang lief en leed met
haar man heeft gedeeld, namelijk Njai
Phine Poland. Deze vrouw, die haar
man in al zijn krijgsverrichtingen en
er waren er nog al wat en op al
zijn standplaatsen trouw is gevolgd,
heeft door haar moedig gedrag ver
scheidene malen haar man van de
dood gered.
Eén geval. Tijdens de Padri-oorlog
(midden-Sumatra) moest een Hollandse
eenheid voor een overmachtige vijand
retireren. Poland was aan het been
gewond en doodziek vanwege de op
getreden wondkoorts. In een tandoe
(draagstoel) moest hij en zijn vrouw
en bediende de wijkende troep volgen,
toen op een onzalig ogenblik de zie
kendragers het uit vrees voor eigen lijf
en leven voor de achtervolgende en
veldwinnende vijand, het verder vertik
ten en de tandoe met de patiënt aan
zijn lot overlieten en zélf het hazenpad
kozen.
Njai Poland, die in hoogstzwangere
staat was van haar eersteling, bedacht
zich geen ogenblik, ook niet toen haar
man haar het advies gaf om ook maar
te vluchten en hem aan zijn lot over te
laten. Met behulp van haar vrouwelijke
hulpje (gendoeh), nam zij haar man op
haar rug, hees hem in de slendang
(draag- en siersjaaltje) en droeg hem
zo over een afstand van 15 km, tot
dat men op een patrouillerende een
heid van de eigen soldaten stootte.
Bewusteloós viel de vrouw neer toen
ze zich veilig wist en van haar ondra
gelijke last werd bevrijd. Gelukkig heeft
ze van deze haast onmenselijke pres
tatie geen nadelige gevolgen gehad,
want zij heeft haar man 22 kinderen
geschonken, namelijk driemaal twee
lingen en eenmaal een drieling, waar
van de doopplechtigheden altijd met
de bedienende pastoor luisterrijk wer
den gevierd.
Kolonel-titulair Dorus (roepnaam Toon
tje) Poland, afkomstig uit "Verdronken
Oord" te Alkmaar, heeft zijn Phine
nooit als zijn huishoudster (concubine)
beschouwd of behandeld, zoals het
toen gebruikelijk was, vanwege het
decorum en het menselijk opzicht, doch
haar van den beginne steeds aanvaard
als zijn "wettige" echtgenote. In zijn
huis naam zij alle honneurs waar, zoals
andere wettige echtgenoten pleegden
te doen. Niemand was er voor haar te
heilig of te hoog, en zij banquetteerde
met vorsten, prinsen, hoge officieren
en ambtenaren, met als hoogtepunt
haar optreden als gastvrouw in de kra
ton van Z.H. de Sultan van Madura te
Bangkalan; bij de gelegenheid van het
bezoek van Z.K.H. Prins Hendrik der
Nedelrlanden, als adelborst bij de Ma-
14
Toontje Poland, beroemde figuur uit de
Indische krijgsgeschiedenis.
rine, tijdens diens bezoek aan Indië in
het jaar 1837. Poland, toen nog kapi
tein, was namelijk adjudant bij de oude
vorst, die hem als zijn eigen zoon heeft
geadopteerd.
Zo knap en dapper als Toontje Poland
was in de krijgsdienst, zo slordig en
zorgeloos was hij op administratief
gebied. Eén fout heeft hij ten opzichte
van zijn trouwe en toegewijde vrouw
en kinderen begaan, doordat hij haar
pas huwde nè zijn ontslag, zodat zij bij
zijn overlijden geen aanspraak kon ma
ken op enig weduwenpensioen, zodat
de collega-officieren een particuliere
inschrijving moesten organiseren om
de som van f 15.000,te haren be
hoeve bijeen te brengen.
Met dit geld als beginkapitaal heeft
deze kranige vrouw zich met haar kin
deren door het leven heen geslagen en
wist van hen nuttige leden der maat
schappij te vormen. In één der boeken
van "Tempo Doeloe" komt een portret
voor van de dochter van de familie
Poland, die te Modjokerto gehuwd is
met de rijke Armeniër P. Een waardige
dochter van moedige ouders en zo zijn
er velen in het toenmalige Indië, aan
wie men met weemoed'aan terugdenkt.
Nittemin, hulde!
W. F. Schardijn
In een artikel van J. v. H. over de Bari-
sans van Madoera komt o.m. voor:
"In het schijfschieten heeft het Bari-
san-team bij de Leger-schietwedstrij-
den te Tjimahi een prijs gekregen".
Ik heb deze schietwedstrijden meege
maakt; Karsiman van de Barisan Ma
doera was KONINGSCHUTTER. Hij
behaalde het laagste cijfer van al de
mededingers bestaande uit 46 ploegen
van alle legeronderdelen.
Wij werden ingedeeld in ploegen, acht
man sterk, en moesten staande en
knielende vijf schoten, schot voor
schot, lossen en daarna nog liggende
een snelvuur van 10 schoten. Een tref
fer in de kortst mogelijke tijd gemaakt,
werd zeer laag gewaardeerd, terwijl
voor een poedel 800 punten werd toe
gekend. De minst behaalde punten,
kregen de hoogste onderscheiding.
Onze ploeg vertegenwoordigde de Se-
marangse Schutterij en bestond uit:
J. Gottschalk, O. Beer, J. Shamier, G.
Marcussen, F. L. Lemaire en de drie
gebroeders A.C.H., P. en L.F.M. Busse
laar. Onze commandant was reserve
Luitenant J. Ibach.
Van de 46 ploegen behaalde de schut
terij te Soerabaia de eerste prijs, daar
na volgde als goede tweede de Se-
marangse schutterij, terwijl met de
derde prijs streek: het 5e Bataljon In
fanterie te Semarang.
Van elke ploeg werden de twee bes
ten uitgezocht om te dingen naar de
prijs van koningschutter; deze prijs
werd glansrijk behaald door Karsiman
van de Barisan Madoera, die eventjes
bestaande uit de vrije hand vijf eentjes
en een twee haalde met vijf, alle binnen
de seconde geloste schoten. Een ware
prestatie!
Terugkomende, werden we door de
commandant der schutterij Overste
van der Hout en Majoor Gerritsen ver
welkomd, terwijl de champagne rijke
lijk vloeide.
Dit is een mijner prettigste herinne-
rinqen.
M.B.
P.S. Eigenlijk een stukje vol humor en
top-kwaliteit uit een tijd toen mannen
nog met geweren konden omgaan
Red.
Die nooit één nachtwaak naar de
waarheid taalden,
Geen voetbreed buiten eigen kleinheid
dwaalden,
Zij wandlen rond in zachte klederen,
En schimpen op hun meerdren hoe die
faalden.
(Omar Khayyam,
vertaling P. C. Boutens)