Perkeniers van Ambon en Banda Zijn dochter, Sara Johanna, huwde in 1847 met de 52 jarige Andreas Dias, wiens tweede vrouw zij werd. Dias was ook Commies te Larike, vermoedelijk Op verzoek van Rosalie Grooss en met gegevens, door haar verstrekt, wil ik je nog e.e.a. vertellen over de Perkeniers van Ambon en Banda. Zij dacht, dat het misschien wel de moeite loonde om te plaatsen. Haal er anders maar uit, wat de moeite waard is. Het gaat over een andere Perkeniersfamilie. In de "Tienduizend dingen" van Maria Dermoüt staat op blz 6: "Zij droeg een mooie naam. Mevrouw von Zus en Zo (Zo had haar man geheten, die uit een Oost-Pruisisch Jonkergeslacht stamde) en zij was de laatste van de oude Hollandse Perkeniersfamilie. Al hoewel deze passage slaat op Mevr. van Aart, wil ik toch wel even vertel len van mijn voorouders. Ook een Perkeniersfamilie, die werkelijk een mooie Oost-Pruisische naam droeg, nl. Freiherr von Schmidhammer. Op blz. 84 van "de Nederlandse oud heden van de Molukken" van V.S. van der Wall staat: "Van den nieuweren tijd, een halve eeuw geleden, om streeks 1870, moeten vermeld worden een geheele reeks families, als het ware een nieuwe generatie van Per keniers, die een vooraanstaande plaats op Maatschappelijk gebied bekleed hebben, in den nieuwen glorietijd van Banda, na de afschaffing van de heer lijke rechten door het Gouvernement. Het zijn o.a. de families, Fedder, Lans, Herrebrugh, Hoeke, Delmaar, Struby, Brouerius van Nidek, Lantzius, van Bruggenhagen, Moreu, Vinn, Schmid- hamer, van der Moor, Pinège, Cos.Ney- kerk, Boudewijnsz, v. Hogendorp, Schil ling, von Lutzow, Le Cerff, die tezamen met van den Broeke en Brantsz een periode van pracht en weelde in Ban da's jongste geschiedenis in herinne ring brengen. Gedurende een korte spanne tijds helaas, hebben zij Banda weten te brengen tot meerdere bloei en al hare krachten aangewend, om Banda te maken tot een vrolijk, wel varend specerij-eiland. Ook hebben zij aan den lande verschillende uitsteken de dienaren geleverd." Op blz. 193 en 194 van hetzelfde boek werk staat: "In de negorij Larike staat onder een afdakje een grafmonument: Hier rust Robert Barber In Leven Kommies van Hila en Larike Geboren den 5den July 1797 te Patima in Bengalen. En Overleden 21 Sept. 1836 Barbers opvolger. Zijn eerste vrouw was Maria Geertruida van Yperen, van wie hij drie kinderen had. Ik zal U nu mijn verhaal vertellen. Mijn overgrootvader was een Freiherr von Schmidhammer. Hij was Oost-Prui sisch officier geweest en wegens één of andere "Ehrensache" uit Duitsland weggegaap. Was in Ambon terecht ge komen en had daar een rijke landei- genaresse getrouwd: Dias genaamd. Dus mijn overgrootmoeder. De titel was in zijn bezit, doch ver anderd in het Hollandse "Schmidha- mer". In vroeger tijd stond boven de dubbele "m" een streepje. Dat is weg gelaten, evenals het "von". Ze sche nen in elk geval twee zoons gehad te hebben, waarvan mijn grootvader de oudste was. Inmiddels was het geld verdwenen door ziekte in de tuinen (specerijen). Mijn grootvader is officier geworden, evenals mijn vader en een broer van hem. Hij (mijn grootvader) is majoor geworden met de M.W.O., Bali en Lom- bokkruis en 't Atjehkruis. Ook mijn vader is de oudste van 5 kinderen en toen hij getrouwd was en ik geboren zou worden, vroeg mijn grootvader aan m'n moeder, of zij er prijs op stel de, dat hij de titel terugkocht. Dat scheen toen te kunnen. Want mocht haar kind een zoon worden, dan zou Foto boven: Lt. Schmidhamer met zijn echtgenote en dochtertje, Piroe 1914. Foto beneden: Vrijgelaten slaven van de familie, (Binoengkoes van de Goenoeng Nona) die nog steeds een soort schatting kwamen brengen aan de familie. Lt. Schmidhamer staat op de voorgrond tussen hen. De foto werd omstreeks 1914 op Ambon genomen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 16