Wie helpt
voorgestelde wijzigingen een zo groot
verzet dat het ontwerp tot 1864 bleef
rusten, in welk jaar het tenslotte door
minister Fransen van de Putte bij de
S.taten-Generaal werd ingediend. In de
betreffende memorie van toelichting
vond het denkbeeld van vrij handels
verkeer tussen moederland en kolo
niën bestrijding. Weliswaar was de al
gehele opheffing der beschermende
rechten het einddoel, doch daartoe kon
niet anders dan langs lijnen van ge
leidelijkheid worden overgegaan.
In het algemeen werd een invoerrecht
van 6% ad valorum voorgesteld, voor
bepaalde goederen 10%, terwijl geen
onderscheid werd gemaakt met betrek
king tot de vlag van het aanbrengend
vaartuig. Aardewerk, ijzer- en koper
werk, leder en lederwerk, manufactu
ren van katoen of wol, zijnde "goede
ren waarvoor bescherming nog niet
kon worden ontbeerd, werden aan 10%
invoerrecht onderworpen, indien zij
vergezeld gingen van een certificaat
van Nederlandse oorsprong, anders
volgde een belasting naar 20%. Laatst
bedoeld recht zou overigens met in
gang van 1 januari 1869 tot 16% ad
valorum worden teruggebracht.
Voor wat het uitvoerrecht betrof ging
het ontwerp uit van het beginsel dat
de heffing beperkt moest blijven tot
artikelen, die geheel of bijna uitslui
tend vbor het gebruik buiten de Archi
pel bestemd waren. De lijst van 31 ar
tikelen in het tarief van 1837 werd tot
7 ingekrompen, t.w.: huiden, indigo,
koffie, suiker, tabak, tin en vogelnest
jes. De te heffen rechten bleven na
genoeg ongewijzigd.
Het vorenbedoelde ontwerp werd zon
der ingrijpende veranderingen aange
nomen, nadat daaraan nog de bepa
ling was toegevoegd dat de wet van
kracht zou blijven tot 1 januari 1872.
Op 18 oktober 1871 kwam minister van
Bosse met een ontwerp van een nieu
we tariefwet, waarvan de hoofdge
dachte was: volledige afschaffing van
alle differentiële rechten op de in- en
uitvoer neerkomend op vervanging van
het beschermend systeem door een
fiscaal stelsel. In dit ontwerp werd
voorgesteld voor de meeste in het ta
rief genoemde goederen 10% invoer
recht te heffen en voor enige andere,
gezien de daaromtrent bestaande ver
dragen, slechts 6%. Ingevolge een
sluitpost van het tarief gold dit lagere
recht eveneens voor alle andere goe
deren, niet in het bijzonder genoemd
of niet onder de voorgaande begrepen.
Van verschillende kanten kwamen te
gen dit ontwerp bezwaren los. Sommi
gen ging het ontwerp te ver, anderen
weer niet ver genoeg. Vele kamer
leden konden zich in beginsel wel
met de afschaffing verenigen, doch
wensten deze in een langzamer tempo
te doen plaats vinden.
Tijdens deze strubbelingen ging het
ministerie heen en trad Fransen van
de Putte weder als minister van Kolo
niën op. Deze stelde bij nota van wij
ziging voor een vermindering van het
invoerrecht van de meeste artikelen
tot 6% der waarde, mede op grond van
de overweging dat door een voorge
nomen betere heffing een vermeerder
de opbrengst mocht worden verwacht.
Opnieuw begon het debat en werden
vele bezwaren naar voren gebracht.
Wederom werd de instelling van een
tolunie bepleit. Er ging ook nog een
stem op om van Indië een vrij tolge-
bied te maken. Het voornaamste ver
zet was echter gericht tegen de af
schaffing van de differentiële rechten.
Betoogd werd dat de Nederlandse in
dustrie nog geen bescherming kon ont
beren en bij de Engelse ten achter
stond; dat Engeland eerst tot vrijhan
del was overgegaan toen zijn fabrieken
zodanig waren geperfectioneerd dat
het vrijwel de gehele wereld kon voor
zien en zijn arbeiders een langdurige
ervaring bezaten. Als afschrikwekkend
voorbeeld werd de achteruitgang van
de Belgische nijverheid aangehaald,
nadat deze door de afscheiding van
Nederland haar bescherming had ver
loren. Daarbij werd de vrees geuit, dat
de regering handelde onder drang van
andere mogendheden.
De verdedigers van het ontwerp be
toogden dat aangetoond was dat dis
criminatie per saldo geen voordeel
bood. Men ging hierbij zelfs zover te
beweren dat het tenietgaan van de
nationale nijverheid geen bezwaar zou
zijn aangezien Nederland zich van na
ture moest toeleggen op handel en
scheepvaart, landbouw en visserij.
Minister Fransen van de Putte ver
klaarde dat de differentie weliswaar
door Engeland als een argument tegen
ons werd uitgespeeld, doch dat geen
druk van vreemde mogendheden op
ons was uitgeoefend. Wel werd de weg
die Nederland sinds 1865 had ingesla
gen, "gewaardeerd". De bestaande
toestand werkte - naar zijn zeggen -
ontduiking in de hand. Er werd veel
meer ingevoerd dan was aangegeven,
hetgeen wees op smokkelhandel. Door
onjuiste aangifte werden ook belang
rijke baten gederfd. Vooral de certifi
caten van oorsprong leverden grote
moeilijkheden op. Goederen van buiten
landse herkomst werden in Nederland
ingevoerd om, na enige bewerking te
hebben ondergaan, als nationaal pro-
dukt te kunnen worden aangediend ten
einde zodoende van het preferentieel
tarief te kunnen profiteren. Zulks was
in het bijzonder het geval bij Engelse
manufacturen die, na hier te lande te
zijn gebleekt, gekleurd of van enig
ornament te zijn voorzien, vergezeld
van een Nederlands certificaat van
oorsprong naar indië werden uitge
voerd. Op deze wijze werd niet de
Nederlandse industrie, doch de buiten
landse concurrentie gesteund. Als de
nationale nijverheid na meer dan veer
tig jaar te zijn opgekweekt, thans nog
niet op eigen benen zou kunnen staan,
Bovenstaande foto werd ons uit Sura-
baia gestuurd en zal ongeveer 35 jaar
geleden genomen zijn. De volwassene
op de foto is de nu 70 jarige mej.
I. SIWI, zij is directrice van een be
jaardentehuis te Surabaja. De kinde
ren op de foto zijn kinderen Noten
boom. Vader was vermoedelijk inge
nieur bij de B.P.M. Mej. Siwi heeft
destijds veel met de familie opgetrok
ken, voor de kinderen gezorgd toen de
moeder langdurig ziek werd, de oorlog
maakte een einde aan het contact, wat
tot nu toe niet meer werd hersteld.
Mej. Siwi zou dolgraag iets over de
"kinderen Notenboom" willen weten en
een adres van één of nog beter, beiden
zou haar heel welkom zijn. Uiteraard
zou dit voor de 70-jarige hard werken
de en altijd zorgende vrouw een ge
schenk van het Leven betekenen.
Inlichtingen te sturen aan: Mevr. E.
Sipma-van Kesteren, Buurtmeesterweg
38, Ede.
(antwoorden Quiz van pagina 5)
1. pedèt (e is stompe e)
2. goedèl
3. tjempee
4. kirih
5. tjemèng
6. tjiendil
7. koetdooh (td heel lichte d
met tongpunt vlak boven boven
tanden) want koetooh met ge
wone T is een moddervis.
8. merie
9. uget2
10. tjébong
11. pretjil
O. H. KILIAAN
dan miste ze blijkbaar alle levensvat
baarheid.
Tenslotte werd het ontwerp, na lang
heen en weer gepraat, met een geringe
meerderheid aangenomen.
slot volgt)
W. SATIJN
19