HET VERLOREN PARADIJS
*mk,
IP
Van mevrouw Weyrien-Molenkamp,
thans woonachtig in Spanje ontvingen
wij de volgende brief:
Het artikel van J. H. Ritman in de
Tong Tong van 1 April j.l. "Een
wens die niet vervuld kan wor
den", heeft vele gevoelens van
verdriet en teleurstelling in ons
losgewoeld.
Mijn man is in het voormalige
Ned. Indië geboren en getogen.
Ikzelf kwam als vijfjarige met
mijn ouders in Indonesië, toen
ook nog Ned. Indië, natuurlijk.
Onze ouders en wijzelf hebben
er de beste jaren van ons leven
doorgebracht. Onze broers en
zusters en onze kinderen zijn er
geboren en onze ouders liggen
er begraven.
Velen van onze groep, d.w.z. de
Indische Nederlanders, wel of
niet daar geboren en wel of niet
van gemengd bloed, hebben In
donesië als ons vaderland be
schouwd. Hoe kon het ook an
ders? Nu hebben we dus gelezen
dat we in het land van' herkomst
niet welkom zijn als blijvers.
Wèl als touristen om er ons geld
uit te geven. Waarom dan al die
hartelijkheid? Waarom dan het
devies van Tong Tong "Zoekt op
basis van nuttige ervaringen in
de gordel van smaragd nieuwe
interessen in Nederland te wek
ken voor de tropengordel?"
Waarom dan?
Bjijven mag je er niet. Wel je
beste krachten geven als werker
met een contract en dan weer
wegmoeten.
Geldt deze maatregel ook voor
mensen van andere nationaliteit?
Dus toch nog oud zeer?
Of wat ligt er aan deze maat
regel ten grondslag?
Wij begrijpen het niet en voelen
er ons zeer door gekwetst. Als
voor ons Indische of gewone
Nederlanders de deur in Indo
nesië gesloten is en wij prak
tisch overal elders ter wereld wél
welkom zijn als wij er ons blij
vend willen vestigen, waarom
moeten wij dan voor Indonesië
zoveel sympathie blijven opbren
gen? In Tong Tong is ons uit vele
brieven gebleken dat de Neder
landers er met open armen ont
vangen worden. Wat moeten wij
daar van denken? Is de Indone
sische regering om een of ande
re reden politiek of anderszins
tegen onze vestiging aldaar?
Wij willen U wèl zeggen dat wij
ons als verstoten kinderen voe
len.
Tot zover onze briefschrijfster. Ik ben
zelf 35 jaar in Indonesië geweest en
getrouwd met een indisch meisje - zou
ik dan blind en doof zijn voor de
emoties, die uit deze brief spreken?
Toen ik dan ook een paar jaar geleden
op (toeristen) bezoek in Indonesië ver
toefde heb ik ernstig de mogelijkheid
onderzocht er mij weer metterwoon te
vestigen. Daarover straks. Dat het voor
vreemdelingen - alle buitenlanders -
niet mogelijk is een vestigingsvergun
ning te verkrijgen is een ander punt;
het heeft mij in ieder geval belet een
experiment te ondernemen dat naar
mijn vaste overtuiging onzalige gevol
gen zou hebben gehad.
Nu eerst de formele kwestie. Ik zal
niet proberen een overzicht te geven
van de bezwaren die de indonesische
regering heeft tegen de permanente
vestiging van alle vreemdelingen in
dat land met uitzondering van econo
misch en technisch personeel dat zij
als onmisbaar beschouwt. Het spreekt
echter vanzelf, dat zij zoveel mogelijk
de eigen landskinderen op sleutelpo
sities ziet en wil handhaven en dus
vreemdelingen die niet volstrekt onver
vangbaar zijn weert. Zij kan daarbij
moeilijk een uitzondering maken voor
hen, die verklaren er alleen hun oude
dag te komen slijten. Overigens is er
wel een stevig gat in de mazen van de
bepalingen. Wie langer dan de looptijd
van zijn visum in Indonesië wil blijven,
begeeft zich tegen de datum waarop dit
verloopt naar Singapore en vraagt
daar aan de indonesische consulaire
instantie een nieuw toeristenvisum, dat
hem bij ons weten altijd wordt ver
leend. Het is intussen duidelijk dat dit
practisch onmogelijk is voor oudere
mensen met beperkte geldmiddelen.
Tenslotte dit: bepalingen als die in
Indonesië op dit gebied gelden, zijn
ook van kracht in Nederland ten aan
zien van Indonesiërs; zij worden na
melijk op basis van wederkerigheid
vastgesteld. Voor Indonesiërs die zich
De Heer Kromjong tijdens zijn vacantie in
Indonesië bij de toekang potong ramboet!
Actief als altijd, zoals allen weten die de Heer
Kromjong bij alle Indische evenementen in
Den Haag present zien, verheugt hij zich nu
alweer op een volgende trip naar Indonesië,
later in dit jaar.
in Nederland zouden willen vestigen
gelden dus dezelfde regels als omge
keerd.
Veel belangrijker dan de formele regels
zijn de practische bezwaren. In de
grote steden zijn de huren prohibitief.
Een woning in de oude europese wij
ken in Jakarta kost al gauw een paar
honderd amerikaanse dollars per
maand; niet zelden moet men drie jaar
huur vooruit betalen. Zoudt U in de
kampong willen wonen en U geheel
instellen op een indonesisch levens
peil, ja, dan zou het mogelijk zijn van
beperkte inkomsten te leven. De kos
ten van het eenvoudigste levensonder
houd zijn aanzienlijk lager dan in Euro
pa. Maar pas op: wat de indonesische
regering als luxe beschouwt ligt weer
véél hoger in prijs dan in Europa en
als Westerling zult U zich niet willen
vergenoegen met elke dag rijst met
een visje! Dus - zou het mogelijk zijn
U in Indonesië te vestigen - dan maar
uitkijken naar een huisje in Bandung
of Malang. Ho maar! Ofschoon niet zo
duur als Jakarta zou dat toch een prij
zige onderneming worden, allereerst
alweer door de hoge huren in de ge
wezen europese wijken. Dan maar naar
het platteland, of ergens op een stil
plaatsje in de bergen? Wil men daar
nog enige communicatie met anderen
dan Indonesiërs hebben, dan komt men
terecht in een van de bekende recrea
tieoorden als bijv. Megamendung of
de Puncak. Helaas voor de gemiddelde
man óók onbetaalbaar. Daarbuiten zal
men in ieder geval over een auto moe
ten beschikken om te pasar-en. En wat
te doen in geval van ziekte? De me
dische voorzieningen zijn in de grote
steden uitstekend tot ruim voldoende -
op het platteland pover tot geheel on
voldoende. Om kort te gaan, pok al
ware het mogelijk zonder enige wet
telijke belemmering in Indonesië te
gaan wonen, dan nog zou mijn advies
met de grootste nadruk zijn: Niet, her
haal niet doen! Tenzij men miljonair
isMaar het gaat, als wij het goed
begrijpen, in dit geval toch juist om
oudere mensen met een bescheiden
inkomen, die in het land van herkomst
rustig het einde zouden willen afwach
ten? Welnu dat is, geheel afgezien van
de wettelijke bepalingen, volstrekt on
mogelijk.
Wie de kans heeft, er voor korte tijd
als toerist heen te reizen zal het land
met diepe dankbaarheid terugzien:
zeker wij Nederlanders worden er met
open armen ontvangen en dat zeker
niet, of niet alleen, omdat wij gejd in
het laadje brengen. Er is geen "oud
zeer". Wij zijn geen "verstoten kinde
ren" maar geziene gasten. Dat ont
wikkelingen van allerlei aard ertoe ge
leid hebben, dat wij er niet permanent
kunnen vertoeven is jammer. Maar dat
ligt niet in de eerste plaats aan maat
regelen die de indonesische regering
heeft genomen om de vestiging van
vreemdelingen te regelen, maar eerste
plaats aan omstandigheden, die nie
mand in de hand heeft.
8