Zij zijn niet waarlijk dood,
die in ons harte leven"
Ver vol ff Lilian en Roffier over Tjalie
99
"Hij leefde op het scherp van de sne
de", zoals Rob Nieuwenhuys het in zijn
brief van rouwbeklag uitdrukte. En hij
wist het. Jaren geleden gaven de ge
neesheren hem nog zes maanden: het
zijn gelukkig nog jaren geworden. Kort
voor men hem vond moet hij zeker ge
weten hebben, dat nu het ogenblik was
aangebroken. In de schrijfmachine, zijn
wapen, trof men een vel papier aan met
de woorden: "Please, don't talk about
me when I'm gone". Maar aan deze
wens van Tjalie kunnen wij niet vol
doen.
Al ware het alleen al, omdat onze
lezers zich bij die wens niet kunnen
neerleggen. Zij zonden ons in de dagen
tussen zijn verscheiden en de crematie
tegen de duizend brieven. Soms met
bevende handen geschreven, sommige
in conventionele bewoordingen; ande
re in diep-ontroerende bewoordingen.
Brieven van vooraanstaande figuren
als onze oude landvoogd, Jhr. Mr. A.
W. L. Tjarda van Starckenborg Sta-
chouwer en van de eenvoudigsten uit
de Indische gemeenschap.
Wij zullen hier uit deze overvloed van
hartverwarmende sympathiebetuigin
gen, die nog eens bewijzen, welk een
grote plaats Tjalie innam in de harten
van velen, een en ander publiceren.
Het spreekt vanzelf, dat die keus
uiterst beperkt moest zijn. Wie zijn
(P. A. de Genestet)
naam niet vermeld ziet, mag daaruit
niet de conclusie trekken, dat zijn
sympathie-betuiging minder op prijs
zou zijn gesteld. Integendeel. Lilian
Ducelle en de medewerkers van Tong-
Tong zijn geroerd door elke letter, die
zij ontvingen en danken U allen daar
voor uit het diepst van hun hart.
"Hooggeachte Mevrouw,
Met groot leedwezen hebben mijn
vrouw en ik het overlijden van den
Heer Robinson vernomen. Onze har
telijke deelneming gaat naar U uit in
dit smartelijk verlies. In hem is een
mens en werker heen gegaan, die vcrör
de Nederlands Indische gemeenschap
zowel in het voormalig Nederlandsch-
Indië als in Nederland en Europa van
veel betekenis is geweest. Talrijken
zullen hem met warme erkenning van
zijn verdiensten gedenken. Persoonlijk
bewaren mijn vrouw en ik een dank
bare herinnering aan de gelegenheden,
dat wij hem mochten ontmoeten. In het
bijzonder blijft ons bij het bezoek, dat
wij van je beiden hebben mogen ont
vangen te onzen huize in Wassenaar
en waarbij veel van het Indië van vroe
ger ter sprake kwam.
Wij wensen U sterkte in Uw verdriet.
Met vriendelijke groeten, mede namens
oefende van onderwijzer, het enige
officiële papiertje dat hij in zijn leven
haalde.
Maar dan wel een geniale onderwijzer.
Want is niet de taak van ELKE onder
wijzer om de moeilijke materie op een
zo begrijpelijk mogelijke wijze over te
brengen op zijn leerlingen?
En dit op een zo makkelijk mogelijke
manier?
En dit heeft hij gedaan, op een wer
kelijk fantastische wijze. Want zowel
de spandrie als de generaal kon het
begrijpen, zowel de snijvelder als het
geleerde ondernemingshoofd.
Daardoor zal het ook wel komen dat
iedereen Tjalie op zijn eigen manier
zag en op zijn eigen manier over hem
zal denken.
Maar dat begreep hij zelf nog wel het
best, denk ik.
Ook al daarom maakte hij zelf een ver
schil tussen Tjalie Robinson en Vincent
Mahieu, en zullen velen van U hem
ook nog wel kennen onder zijn wer
kelijke naam, Jan Boon.
Dus al drie namen die ieder weer een
ander wezen waren voor één en de
zelfde persoon. Een man van vele fa
cetten. En net zoals de vele facetten
pas de echte waarde aan een diamant
geven, zo zullen ook al deze facetten
Tjalie tot een flonkerende ster gemaakt
hebben.
Beste mensen, eigenlijk zeg ik nu het
zelfde als Lilian voor mij al gezegd
heeft, niet Tjalie was Tong Tong,
JULLIE zijn Tong Tong.
Zoals jullie ieder apart een facetje van
Tjalie zagen, en SAMEN dus Tjalie
maakten, zo kan ik met Tjalie zeggen,
dat jullie SAMEN als allemaal aparte
facetjes, Tjalies juweelTong Tong
maken.
De afgelopen dagen hebben we echt
honderden brieven gehad die haast
allemaal hetzelfde zeggen:
DOORGAAN met Tong Tong.
En dat kan ook. Want allemaal samen
ZIJN wij Tong Tong, zijn wij Tjalie.
Laten wij dan ook werkelijk doen wat
zovelen zeggen en Tjalie ook ALTIJD
gewild heeft, DOORGAAN.
POEKOEL TEROES!
ROGIER
mijn vrouw en de meeste hoogachting,
Uw dw. A. W. van Starkenborgh."
"Ik kende hem niet eens persoonlijk,
alleen door zijn boeken, maar vooral
door zijn stukken in Tong-Tong, die
ik altijd verslond. Wat een talent en
- wat belangrijker is - wat een warm
voelend, groot hart!
Mensen, alsjeblieft, laten we met z'n
allen ons uiterste best doen, mét de
uitstekende schrijvers, die er nog zijn,
ons lijfblad Tong-Tong, ook al is de
ziel er nu uit, in stand te houden als
een eresaluut aan een groot man!"
Elsa Vosmaer
"Duizenden handen van Tong-Tongle
zers over heel de wereld zijn/ naar U
uitgestrekt en hun gedachten zijn bij
U. - En bij hem, onze Tjalie, op zijn reis
naar het Onbekende - Voor wie zovele
harten heeft weten te veroveren moet
het wel een veilige reis zijn."
J. Elmendorf.
"Wat in velen van ons diep binnen in
smeulde en hunkerde en wat we vaak
niet konden uiten, kon Tjalie voor ons
neer schrijven op zijn eerlijke en prach
tige wijze, zo diep uit ons hart ge
grepen.
Moge God U de moed, de kracht en
de inspiratie blijven geven om zijn werk
voort te kunnen zetten. Versaagt niet;
moge Tjalie's gezegde bewaarheid
worden. "Met poekoel teroes" komt
alles vanzelf wel terecht".
P. Mallinckrodt-Koopman
"De rest van het "nieuws" herinner
ik mij niet meer. Het feit: "Tjalie niet
meer", schiet telkens weer naar boven.
En zo, is hij er nog. In zijn werk, in
anderen - zelfs bij iemand als ik, met
een puur Hollandse achtergrond."
Jan Roelands.
"Branie - Ondernemend en Trouw - tot
in de dood."
P. Jüch-Arnold.
"Er is een waarlijk groot mens heen
gegaan. Moge je dit troost zijn, Lilian.
Ik las eens: Het geeft niet, hoe oud
men wordt, maar hóé men oud wordt.
Tjalie heeft zich helemaal gegeven aan
zijn grote ideaal. De kaars is opge
brand, maar het Licht dat hij uitzond,
blijft."
C. C. W. Arnold-Troostwijk.
ik heb geen woorden genoeg,
om jou en de kinderen met dit grote
verdriet te condoleren. Maar het zal
Tjalie zelf zijn, die jullie de troost zal
geven, omdat hij in zoveel zaken en
dingen en woorden zal voortleven".
Mieke.
"Zijn morele inzet voor alles, wat
waarlijk spiritueel was, daarmee inspe
lend op waarachtige sociale en cultu
rele vooruitgang, stempelt hem tot één
van de écht groten van deze tijd, hoe-
4