De voorspellingen van Ronggowarsito (IV)
Met verhaal van het
spiegelei off
één op de millioen
Kampen zijn kampen en de Japanse tijd
was natuurlijk een naargeestige tijd,
dus bijzonder naar maar het kon toch
ook wel eens geestig zijn; gelukkig
maar, anders had niemand het over
leefd om er wat van na te vertellen.
Het volgende gebeurde in kamp IV
in Pakan Baroe. Het was een soort
rustdag, waarom weet ik niet meer.
Meestal kwam er dan een toespraak
van een Japans officier dat we moes
ten verhuizen naar een idyllische plaats
waar we konden uitrusten, op krachten
komen met rijke voeding in een heer
lijke natuur. In ieder geval hadden we
rust.
Ik had een stuk zeep, daar zorgde ik
altijd voor. Het was voor mij vaak be
langrijker dan voedsel, het was het
symbool van beschaving, van een huis
en een gezin, het was de kracht waar
op ik voortleefde. Ik had ook een luxe
broek, vervaardigd uit een stuk van
een markies, zo'n ding dat vóór een
raam hangt, ergens op een on
begrijpelijke kampmanier opgeduikeld
door mijn slapie Boreel. Met brede
groene strepen op een bijna wit fond
zo staat het in de modebladen.
Ik waste hem en legde hem te drogen
in de stralende zon en ging er naast
liggen en mijmerde weg. Ik zag het
markies hangen voor een raam op een
warme middag en daarachter de half
donkere kamer, de koele tegelvloer
onder je blote voeten, de zachte rottan-
stoelen, de weelderige krossi males,
een glas ijskoude rozenstroop met se-
lasih, een goed boek. Zo sliep ik in.
Ik werd langzaam wakker, zomaar rus
tig en tevreden, en keek tersluiks naar
mijn luxebroek. Neen, dat kon natuur
lijk niet waar zijn. Gewoon een dag
droom! Ik zag een ei op dat ding lig
gen. Ha-ha! Keek een andere kant op
en weer eens terug, 't Ei lag er nog!
Kwam langzaam overeind, keek nog
eens goed. Het WAS een ei, een echt
ei, van een kip!
Vol ontzag nam ik het broze voorwerp
in mijn handen met een hart vol oot
moedige dankbaarheid. Het moest een
klein kippetje geweest zijn, slecht ge
voed, resten van kampeten natuurlijk,
want het ding was niet veel groter dan
een pingpongbal. Ik heb het voorzich
tig naar mijn slapie gebracht en er mijn
vrind Portier bij gehaald die Toban
was, dat is bediende of zo, omdat hij
asthma had.
We hebben er met z'n drieën na een
ernstig onderhoud een spiegelei van
gebakken, zonder zout en zonder olie
want die bestonden al lang alleen in
theorie. Het werd een kunstwerk zon
der rafels en krullen, de mooie goud
gele dooier iets excentrisch. Mathe-
voor Tong Tong uitgelegd door
RM. S. Tri Tjondrokoesoemo
In Hoofdstuk IV zet RM. S. Tri Tjondrokoesoemo zijn
vertaling van de voorspellingen van'Ronggowarsito voort.
Het derde deel verscheen in T.T. No. 19.
De teksten beschrijven het verval van de zedelijke
waarden in de wereld op het einde van de beschaving.
8. WAR-taning para djambur pama-
wasing warsita tanpa wus, wahanané
djaman owah-angowahi, jèkoe sangsaja
pakéwoeh, éwoeh-aja kang linakon.
Dangka RONGGOWARSITO
("Sabda Tama")
I. Gamboeh:
1. RA-saning tyas kajoengjoen, anga-
joni loekitaning gamboeh, njambi-wara
kalawan eninging ati, katenta koedoe
pitoetoer, soemingkir ing rèh tyas mi-
rong.
2 DÈN samya amitoehoe, ing sadjro-
ning djaman kala-bendoe, jogya sami
njoenjoeda ardaning ati, kang nanoen
toen mring pakéwoeh, oewohing pang-
gawé awon.
3. NGA-djapa tyas rahajoe, ngajoma-
na sasamèng toemoewoeh, wahanané
ngendak angkara kalindhih, ngéndhan-
gken pakarti doedoe, dinoewa loewar
tibèng doh.
4. BÈ-da kang ngadji poepoeng, nir
waspada roebedané toetoet, akikinthil
tan anggop anggoeng toetwoeri, tyas
riwoetrawat dahoeroe, koroep sine-
roeng ing goroh.
5. I-lang boedajanipoen, tanpa bajoe
wéjane ngaloempoek, satjiptaning war-
daja ambabajani, oebajané nora pajoe,
kari kataman pakéwoeh.
6. RONG-asta woes katekoek kari
oera-oera kang pakantoek, Dhandhang
-goela lagoe Palaran sajekti, ngloeloe-
ri para loeloehoer, abot sihing swami
karo.
7. GAlap gangsoeling temboeng, ki
Poedjangga panggoepitanipun, rangoe-
rangoe pamangoening rèh hardjanti,
tinanggapan prana tamboeh, katenta
nawoeng prihatos.
lees verder volgende pag., Ie kolom
14
(3e SERIE)
1. Mijn hart en zinnen, verheugd, aan
getrokken door deze zang, ten volle
bewust van de vredige stemming, voel
ik mij geroepen te spreken, betreed de
goede wegen en vermijd de kwade.
2. Geloof, vertrouw en volhard in 't
gebed, leven in een tijd van verleiding
en kastijding verminder, dit is nodig,
uw lusten en zinnen, omdat die leiden
naar zonde en misdaad, het gevolg er
van: zondige stappen geboren.
3- Leid uw idealen naar goede en ge
lukkige, doeleinden voor uwzelf en uw
medemensen, bevrijd uw slechte lus
ten, en houd uw kwade en boze verre
van u, verwerp 't zo ver mogelijk van
u zelf.
4. Anders is 't gesteld met degenen
die losbandig leven, hun denken be
neveld door hun zinnen, ze verliezen
houvast en laten zich leiden door hun
zondige lusten en worden geworpen
in een leven van leugen en bedrog.
5. Weg is hun edelheid en gevoel van
waarheid, ze hebben de kracht niet
meer de fouten te bevrijden, ze wor
den onbetrouwbaar en gevaarlijk, hun
beloften zijn onbetrouwbaar, dan komt
de tijd van straf en kastijding.
6. Ik kruis mijn handen over mijn
borst, en zit te zingen van nuttige
liederen, o.a. 't bekende lied "Dhand-
hang-goela" ter ere van onze voor
vaderen, van reine liefde en sympathie.
7. Wanneer tekortkomingen zijn in
deze regels, in 't opstellen van 't schrij
ven, Ki Poedjangga twijfelt of dit wel
goed is, en niet gericht aan 't verkeer
de adres, 't is alleen omdat mijn hart
overvloeit om mijn medemensen te
waarschuwen, voor deze moeilijke en
slechte tijden.
8. Het wordt verteld aangaande voor
aanstaande personen, ze worden on
ophoudelijk bekritiseerd, in deze wis
selvallige tijden vol veranderingen,
moeilijk, moeitevol en twijfelachtig,
bang om flink te handelen.