VOETSTAPPEN IN'N ANDERE WERELD Lij ...UJ. Wai beiekeni deze boze droom? P. Stolk NOGMAALS KAREPAN SAPI I I De heer P. Stolk (Loosduinse kade 563, 's-Gravenhage) schrijft ons: "Lang heb ik overwogen of bijgaand verhaal wel voor publicatie vatbaar is; het is immers niet eens een "ware ge beurtenis", maar "slechts" een droom? Het merkwaardige voor mij is echter hieraan, dat ik nog nooit zo'n volledige droom heb gehad en ook nooit eerder over iets dergelijks heb gedroomd, noch ooit occulte verschijningen heb gezien. Mijn moeder "zag" weieens wat en gaf er ook prompt een uitleg aan, die ik dan met enige scepsis aan hoorde, maar zij is er niet meer. Nu zou ik graag haar mening over mijn droom hebben gehoörd. Als U dit ver haal toch zou plaatsen, is er wellicht onder de (oudere) lezers of lezeressen iemand, die hier een visie op heeft, die ik graag zal horen." Hier volgt het verslag van de lezer over zijn merkwaardige droom: Kort geleden had ik een "geesten- droom", waarvan de details mij zo nauwkeurig zijn bijgebleven, dat ik er diep onder de indruk van was en van de situatie de volgende dag een schetsje maakte, dat ik hierbij insluit (maar dat wij helaas niet kunnen re produceren). In mijn droom was ik in de tropen en het was nacht, zo'n uur of twee naar de diepe stilte buiten en de dauwige lucht te oordelen. Ik was nog niet naar bed, maar zat wat te mijmeren in de kleine onverlichte voorgalerij van wat op dat ogenblik mijn huis moest zijn en ik woonde er alleen. Een eind er vandaan stond een waringin, waarvan de zware takken en brede bladerkroon silhouetteerden tegen de lichtere he mel. Vóór, rechts van de boom was een borsthoog stenen muurtje en plot seling werd mijn aandacht getrokken door vier Indonesiërs, die doodstil op een rijtje daarachter stonden en naar de kruin van de boom staarden; ver der was er geen mens. Ik stond op en liep om het rottanzitje heen naar de stoep, waarbij mijn zicht naar buiten even werd onderbroken, doordat ter weerszijden van de stoep de galerij was afgesloten door een stenen pilaar en een korte stenen balustrade naar de muren, die de zijkanten van de galerij omsloten. Toen ik weer naar buiten kon kijken, zag ik tot mijn verwondering, dat het rijtje van vier mensen in die korte tus senpoos was aangegroeid tot een van zo'n twaalf man. Ze stonden daar als verstard, hoofd en blik als gebiolo geerd naar de boomkruin geheven. Wat ik daar zag deed mij verlammen van angst. De linkerzijde van de boomkruin was als weggevaagd door een hel licht, dat van een soort van troon of draag stoel met een gewelfd koepeldak uit straalde; uit de stoel stak een lange lans met aan het eind een maansikkel. Onder het dakje was alleen een groot rond hoofd zichtbaar, dat me boos aardig aangrijnsde; het leek een mas ker, gemaakt van een uitgeholde pom poen, zoals de kinderen in de States met Helloweenday wel maken en het viel me op, dat, aangezien ik de onder kant van de draagstoel kon zien, er onmogelijk een normaal lichaam bij dat hoofd kon behoren. Op dat moment werd ik mij bewust van iemand rechts naast mij, die naar het mij voorkwam, één van mijn jonge beambten moest zijn. Bij het zien van de verschijning schreeuwde hij in dierlijke angst iets naar dat hoofd, waarbij hij mij bij de schouder greep en naar mij wees. Ik begreep meer dan dat ik zijn woorden verstond, dat als de geest een offer verlangde, hij mij, de belanda, moest nemen. Ik werd op mijn beurt door een pa nische schrik, vermengd met woede bevangen. "Neen!" schreeuwde ik naar het hoofd. Ik tilde de man als een kind op mijn vooruitgestoken armen: "Neem hém I". De man spartelde nog even op mijn armen en toen lag zijn lichaam stil. Op hetzelfde ogenblik was de verschijning in de lucht verdwenen; een lichtende bol schoot weg, be schreef een bocht hoog in de lucht, kwam weer, groter wordend, mijn kant terug om mij nog eenmaal opnieuw te doen verstijven en schoot, laag tussen de boom en mij door om in het niet te verdwijnen. Daarmee was de droom ten einde. TONG-TONG POEKOEL TEROES SOUVENIRS POEKOELTEROESj Gereedschap-set in zakformaat 3,75 Mijn zegslieden zijn niet alleen Madu- rezen van Madura, maar ook van DJEMBER (de Oosthoek is overwegend Madurees.) Natuurlijk worden buiten Madura ook Kerapans gehouden. Maarde Ke- rapan is om één of ander belangrijk gebeuren een feestelijk aanzien te ge ven. Zelfs in Surabaya heb ik wel eens een Kerapan meegemaakt, ik meen tij dens het 25-jarig Jubileum van Koningin Wilhelmina. Het hangt van de draagkracht van de Sponsor af, hoe mooi de Kerapan wordt. In Surabaya was het de vette kas van het Jubileum-Comité en in Djember de nóg steviger kas van het Maalfeest, tenminste in de gulden ja ren. DE KERAPAN MOEST LUISTER GEVEN AAN HET JAARLIJKSE MAAL FEEST. Zelfs de Madurees van Djember haalt hierover medelijdend zijn schouders op, want hij vindt dit niet echt, al ver vergapen de Javanen en Hollanders er zich aan. Neen, zegt de Madurees: Je ware is de KERAPAN SAPI op Madura, de Bull- race, dat om zichzelf gehouden wordt en niet: OM IETS OP TE LUISTEREN. Een VOLKSSPEL, en VOLKSHOBBY, dat al vier generaties bestaat, dat een eeuwigdurende COMPETITIE is van dorp tegen dorp, onderdistrict tegen onderdistrict, district tegen district en tenslotte culmineert alles in de KERA PAN BESAR, de grote Kerapan in PAMEKASAN de vroegere Residentie hoofdplaats. Het volk is er van doordrongen en zowel de Nederlands-Indische als onze eigen regering heeft dit spel aange moedigd, om de veeteelt te bevorde ren. Denk aan de betere verzorging van de koe dan van de echtgenote. Het is een machtig gebeuren, dat het hele jaar voortduurt, in tegenstelling met het Maalfeest, dat maar eens per jaar plaats heeft. Het doordringt het he le eiland Madura en men zegt, dat de waarde van een winnend span plotse ling kan stijgen tot Eén Miljoen Rupiah. Dat is op het ogenblik ongeveer N.F. 6666,66 repetent, genoeg voor een snoepreisje voor een echtpaar naar Madura. Ter vergelijking: een wedstrijd tussen Ajax en Feijenoord is niet om iets op te luisteren. Dus, als ik de Kerapan in Djember niet meetel, dan huil ik met de wolven in het Bos (m.n. zowel de Madurezen van Madura als die van Djember). En vergeet niet de spanning, om steeds op je hoede te zijn voor de BLACK MAGIC of de SANTET. M. SOETJAHJO 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 17