HET GELUK VAN HET JAGEN De nieuwste "Tjoek Jachtherinneringen na de oorlog ('47-'52) moosQn "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk". ]OSé ORTEGA Y GASSET Ik zag ze vertrekken, buren en jachtkameraden, met of zonder hun bezittingen. Enigen hebben van ons afscheid genomen, velen zijn met de stille trom ver trokken; geruisloos. Er waren zelfs mensen die hun vertrek strikt geheim hadden gehouden om redenen van persoonlijke aard. Goede jachtvrienden, met wie ik vele jaren vóór en na de oorlog prettige en sportieve jachttochten heb gehad, miste ik erg. Anderen, die minder goede daden op hun geweten hadden, zag ik liever gaan dan komen. Ik zal ze hier niet bij name noemen. Wie de schoen past, trekke hem aan, zegt het spreekwoord. Ik zal maar beginnen bij het begin, en dat is een paar jaar na de Japanse capitulatie, nl. in 1947. leder jager, die de interneringskampen overleefd heeft, verlangde natuurlijk weer naar de jachtrevieren te kunnen gaan, al was het met een geleende spuit van de dump. Toentertijd waren de jachtge weren in Bandoeng verzameld, voor zover die overgebleven waren, met de resterende ammunitie die nog bruik baar was. De bedoeling was, dat die geweren later aan de rechtmatige ei genaren zouden worden teruggegeven, middels registratie door de vuurwapen commissie. Er werden jagermeesters benoemd en deze verdeeld onder di verse rayons. Een jagermeester werd bijgestaan door twee assistenten. Bo ven de jagermeesters stond een opper jagermeester, de heer J. M. Dom. He- bat bukan? Tussen twee haakjes, be dankt Hr. Dom voor uw belofte die u prompt bent nagekomen! Elke week werden er jachttochten ondernomen onder leiding van een jagermeester, bijgestaan door zijn twee assistenten. De geweren kregen wij in bruikleen van de dump. Schrijver dezes was één van de jagermeesters. Zijn assistenten waren onderluitenant Houwert van de Lombokstraat, en sergeant-majoor den Dekker van de kleine Lengkong. Deze twee heren hadden de beschikking over een legerjeep, terwijl de jager meester himself geen vervoermiddel had. Tijdens de bezetting werd zijn bij na spiksplinternieuwe Fiat, model 1940, dus nauwelijks een jaar oud, door de Jap weggesleept. Luitenant Houwert, hebt u nog genoten van de opbrengst van het geleende meubilair, dat ik u in bruikleen heb gegeven? De jagermeesters die bij toerbeurt elke Zondag er op uit trokken met 10 jagers, oude rotten en beginnelingen, waren 1. Eddie Alting Siberg, de oude trap- vaste back van Sidolig voetbalclub, speciaal voor veerwild: snippen, ajam ajam, wilde eenden, enz., 2. J. H. Maid- man, die intussen op de eeuwige jacht velden van Winnetou vertoeft, 3. van Beekum, ex-administrateur van de rub ber onderneming Tjikentjreng in de buurt van Pengandaran, zuid Tjiamis, 18 en als ik goed ben ingelicht, ook in tussen is overleden, 4. Voogt, ex amb tenaar van het hoofdpostkantoor Ban doeng, en 5. schrijver dezes. Behalve de onder 1 genoemde jagermeester, waren de 4 anderen aangewezen om de jacht te leiden op haarwild, zoals wilde zwijnen, kidangs en herten. Tot banteng kon men nog niet komen, omdat dat edelwild te vinden was in si VINCENT MAHIEU Een bundel korte verhalen, w.o. het bekende "De indringster" dat vele ma len werd vertaald, voorgedragen en bekroond. Indringende, vaak ontroerend, humo ristische geschiedenissen uit een tijd en een leven die nog niet eens zo ver achter ons liggen. Moesson-reeks. Uitg. Tong Tong. f 9,90 plus 90 ct. porto. de nog niet gepacificeerde gebieden, die dus nog gevaarlijk worden geacht. Op veerwild werd gejaagd in de sawah contreien van zuid Bandoeng zoals Tji- lampeni, Tji-endog en Rantjaekek, waaronder Tjipamokolan behoort. Me neer Alting Siberg, ik zal niet vergeten onze laatste jacht in de laatst genoem de plaats met Jhr. de Muralt. In de eerste plaats, omdat u toen reeds de zes kruisjes was gepasseerd, en in de tweede plaats kort daarop naar Hol land zou vertrekken. De souvenirs, die u mij gegeven hebt, in de vorm van kruitmaatjes, ruimer voor recalibreren van lege kartonnen hulzen, pompstok, snippenrek, enz. gebruik ik nu nog en ik zal ze in ere houden. Hoe gaat het met u en uw vrouw? Ik hoop dat u in goede gezondheid uw welverdiende oude dag nog vele, vele jaren mag genieten. Jachtkameraden, als Verheyen, Brink man, Christoffel, apa kabar? Hoe is het leven in het kikkerland? Van jagen zal er niet veel terecht komen, denk ik. Jachtpacht, jachtopziener, enz. zijn nu eenmaal dingen die voor ex Indische lui niet zo maar zijn over te stappen, niet? Zou er onder de Indische jagers iemand zijn die nu nog de jachtsport regelmatig in Holland kan beoefenen? Beste Christ, waarom liet je niets van je horen na je vertrek naar Nederland? Je weet dat ik nog steeds in jl. Putri No. 11, woon. Beste jongen, waarom heb je geen afscheid van ons geno men? Hebben we niet samen door dik en dun gejaagd, zowel vóór als na de oorlog? Lamoen kieu mah urang teh lain deukeut, doeloer. Denk je niet terug aan rawa Merni in het Indrama- joese op de eendenjacht? met de dikke Go, Meyling, Bijdendijk, Duivenbode Varkevisser en van Braam Morris? Ka- sian si Kenari, die in het internerings kamp is overleden. Ook de dikzak heeft enige jaren geleden het tijdelijke met het eeuwige verwisseld, alsook Hein Maidman en Lie Kie Lay. Onze dikzak is heengegaan vanwege suiker ziekte, diabetes, en verhoogde bloed druk, terwijl Hein aan maagzweer was bezweken. Hij is begraven naast zijn oude heer in Tjikalong Wetan, de plaats waar hij ook geboren was. Kie Lay had een verkeersongeluk in Bogor. Hij reed op een B-M-W-motorfiets en crashed againt a heavy truck. Zij allen rusten in vrede! Je zult onze jachttochten in Tjikalong Wetan, Njalindoeng, Bajabang, Radja mandala, Tjimangsoed, Soebang, en vooral in Tjihaurgeulis toch niet ver geten, wel? Voeg daar nog bij onze onvergetelijke jachtsafari's in Manjing- sal, Tjipoenegara, Toenggoel-maoeng, Tegal Pandjang, in het Soebangse, met als gastheren Galstaun, van Braam Morris (een neef van Kenari) en Pak Achmad, administrateur van de rubber onderneming Tjigaroekgak. Hoeveel ba- gongs hebben we daar niet omgelegd? Zeker toch een paar honderd beesten in de drie jaren dat we daar gingen jagen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 18