36
am, een ^.avaanóe^,
Ze was grijs, ze was klein;
Haar hart was groot, haar liefde rein.
Kani, zo heette zij;
Onze wereld was mooi en blij.
Zij rook altijd fris naar sirih,
We waren voor elkaar, sendiri.
Soms vleide ik mij in haar slendang, 1
Dan streelde haar ruikzoen mijn wang.
Een bruine hand, plök plók warm,
Een bundeltje blank in haar lieve arm.
Zo doezelde ik veilig in haar schoot,
Bewust van een liefde, heel groot.
Ergens geurde een bloeiende tjempaka,
Zij neuriede zacht "boeroeng Ka-Ka".
Klanken, woorden, een waardig "noewoen",
Een zacht, beleefd "sampoen".
Ik ademde de geur van batik,
Van akar-wangi, kain loerik.
En zoveel meer, als melatie, roos,
Kenanga, Kantil, Kemoening, broos.
We speelden "Dakon", met z'n doewa,
De regels van dit spel, soeda loepa.
Samen zaten we op de koele vloer;
Soms reeg zij een heel lang snoer.
Van Tandjong bloesem, donzig, geurig,
Ook ringetjes van kraaltjes, fleurig.
We woonden op het land, zo heette dat;
De kinderen reden naar school in de stad.
Daar in de pondok wachtte Kani met mij;
De laagste klassen waren om elf uur vrij.
Heel jong was ik, toen ik haar verliet;
Vergeten kan ik haar niet.
Haar gezichtje vervaagt, na zovele jaren;
Nu heb ik zelf grijze haren!
Dank je, lieve, lieve Kani;
Eens was ik je kleine Nonni.
Saja Sadja
(1895^
vervolg: "De eeuwige hengelaar"
zicht zal zien~ln mijn ganse rijk ben
ik geen vrouw tegengekomen van een
dergelijke schoonheid." Daarop zei hij:
"Doe beide zoals ik beveel". Tot de
vis zei hij toen: "Wanneer ik "jij" zeg,
moet je het meisje opeten". En tot het
meisje: "Wanneer ik het zeg, spring
dan".
Toen de vorst nu "jij" tegen de vis
uitriep, sprong het meisje aan land. De
vis hapte, maar zijn mond vulde zich
slechts met water. "Het oordeel is ge
veld", zei de vorst. "Nu hoort de vrouw
Niet Kani, maar een van de velen zoals zij
(foto Mevr. Sandberg)
Heden is van ons heengegaan onze
lieve en zorgzame moeder, behuwd-,
groot- en overgrootmoeder, zuster
en tante
CATHARINA MARIA SPIL
weduwe van
Drs. Frederik Karei Stephan
in de ouderdom van 81 jaar.
Uit aller naam:
K. M. STEPHAN
's-Gravenhage, 10 juni 1974
de Savornin Lohmanlaan 489
Correspondentie-adres:
Frederik van Eedenlaan 3, Leiden
De bijzetting heeft plaats gehad in
het familiegraf op de R.K. Begraaf
plaats "St. Barbara", Binckhorstlaan.
aan mij. Ga nu terug, als je tenminste
niet wil dat ik je dood".
Daarop nam de vorst het meisje met
zich mee. Eenmaal thuis zei zij: "Wan
neer U er niet zou zijn geweest, zou
ik nu dood zijn. Neem mij tot Uw vrouw,
o mijn vorst, het is alles wat ik U in
dank kan aanbieden". Zeer verheugd
nam de vorst haar tot vrouw, en in het
land merkte men op: "Zo is het goed.
Wat de vorst toebehoort, kan niet de
onderdanen toebehoren. Laat ons dit
ten allen tijde bedenken".
Naverteld door JCH.
Op 17 Juni overleed tengevolge van
een ongeluk tijdens een bergwande
ling te Pregassona (Zwitserland) onze
lieve
NORA SUERMONDT-ERDBRINK
in de leeftijd van bijna 66 jaar.
Namens de familie:
H. J. Suermondt
Dr. D. P. Erdbrink
Correspondentie-adres:
H. J. Suermondt, van Heemstralaan 2
Hattem.
De afgeschoten pijl;
het gesproken woord;
de verzuimde gelegenheid.
Drie dingen die nimmer terugkeren.
(Perzisch spreekwoord)
19