Loontrekkers en Vrije Ondernemers
III
Jos. van Arcken
In het spoor van Tong Tong
Het vorige hoofdstuk werd afgesloten met een korte notitie over een eenvoudig
en onbelangrijk man, Herman Gelsing, en een regel uit een brief van hem. Het
geheel deed nogal anecdotisch aan, maar bevatte nochtans als essentie een
element dat het kernpunt zal worden van dit derde hoofdstuk. Herman Gelsing
was bij al zijn onopvallendheid een "Kleine Zelfstandige of Vrije Ondernemer",
zoals er in Holland zovele zijn, die vooral in de laatste jaren in steeds groter
getale over de kop gaan. Waar niemand om maalt.
In een soort voorgevoel van een heen
gaan, dat eerder zou komen dan hijzelf
verwachtte, "schreef Tjalie een reeks ar
tikelen "In het spoor van Tong-Tong".
Hij wilde met deze serie aan de hand
van ervaringen en voorbeelden de plaats,
het begrip en de doelstellingen van zijn
blad weergeven. Tot aan zijn dood toe
vertrouwend dat alleen met Trouw
(dus ook eerlijkheid) Moed en Onder
nemendheid (dus nooit het verliezen
van eigen inzicht en identiteit) de
mens zichzelf en zijn omgeving kan
opheffen, wilde hij zijn raadgevingen
van vele jaren in 6 artikelen compri
meren. Helaas hon Tjalie er alleen drie
volledig afmaken. Het eerste artikel
verscheen 15 Maart, het tweede 1 April
en dit is derde en laatste. Een waardig
slot voor deze 18e jaargang. L.D.
Toch gaat hier een "RAS" verloren
dat eens Holland's onafhankelijkheid
tegen het grote Spanje bevocht, Ne-
derland's invloed grondvestte over alle
wereldzeeën, legendarische onsterfe
lijkheid gewon in de figuur van "De
Vliegende Hollander" en (toen Neder
land langzaam begon weg te zinken in
een bourgeois bestaan) in een garde
van laatste vrije pioniers en onderne
mers een "kolonie" in Ned. Indië op
bouwde met een eigen en karaktervolle
stijl.
Wel, de vijf door mij gekozen brief
fragmenten voor het eerste hoofdstuk
van deze artikelenserie in Nr. 16 van
dit blad (1 Mrt 1974) zijn alle vijf van
zelfstandigen en ondernemende pio
niers op divers gebied, die hun sporen
verdienden of bezig zijn te verdienen
in Nederland, Brazilië, Spanje en Indo
nesië. Ze staan tegenover onafzienbare
massa's van onbegrip. Van massa's
die als loontrekker (in alle graduaties
van hoogte en belangrijkheid) de maat
schappij dienen. Wier massa mét het
jaar toeneemt en toeneemt, terwijl het
soort Vrije Ondernemer zo schrikba
rend afneemt dat het wel lijkt of ze
worden gemitrailleerd.
In Holland is het te merken aan de vele
winkeliertjes en ambachtslieden die we
(soms in onze eigen buurt) successie
velijk zien "sneuvelen": kappers, krui
deniers, groenteboeren, schoenlappers,
verstellers (van kleding), timmerman
netjes, enz. enz. Ze laten het leven aan
allerlei soorten belastingen, té sterk
stijgende prijzen van grondstoffen en
levensonderhoud, duurder wordende
boekhouding en accountancy en con
currentie van de "collega-dinosaurus
sen" terwijl zij zelf kantjil gebleven
zijn. We bedoelen de grote levens-
middelenbedrijven, supermarkten, meu
belfabrieken, textielgroothandels, enz.
enz.
NAAR EEN KLOPPARTIJ?
In elk geval sterft in Holland kansloos
de "Prèman Kleine Boeng", dus de
Vrije Particulier Klein Formaat. En
maar weinigen beseffen dat daarmee
verloren gaat de categorie levende vi
taminen in het celweefsel van de sa
menleving. Het verschijnsel doet zich
niet alleen in Holland voor, maar in
heel Europa. De Indischman zit er
middenin en maakt er actief deel van
uit (of hij het lust of niet) en gaat er
eventueel samen mee ten onder.
Soms denk ik dat die ondergang nader
bij ons ligt dan wij vermoeden. Want
de "massamoord op de Kleine Onder
nemers" ten koste van de meteorieke
groei van de dinosaurussen der groot
bedrijven (Phillips, Albert Heyn, Akzo,
Unilever, enz enz.) vergroot de legers
(anders gezegd: kudden, horden) der
werknemers op een onrustbarende
wijze.
Is de loontrekker dan blind of laf of
zwak? Tot op zekere hoogte JA. In
vergelijking met de technocraten die
de grote bedrijven en industrieën stu
wen, is hij inderdaad een erg Kleine
Boeng. Maar in de groei van het so
cialisme en het communisme in de
afgelopen twee eeuwen heeft hij ont
dekt dat hij niet hoeft te "kalah" als
hij zich verenigt in grote groepen. Om
kort te zijn: de dag van heden levert
het beeld van aan de ene kant de
groei der giganten van de grootbe
drijven, de concerns, de multinationale
machten, maar aan de andere kant de
groei der vakverenigingen, die ook in
Nederland de lonen en prijzen dicteren
met volkomen "lak" aan Kamers en
Kabinetten. Dit MOET uitdraaien op
"De Grote Kloppartij" tussen de hand
vol Reuzen en de horden kleintjes.
Het is dus wel zo goed dat we dit
IVoor Juwelen en Uurwerken als
van ouds naar t
Laan van Meerdervoort 520 I
Den Haag - Telef. 33 64 41 j
verschijnsel onderzoeken voor zover
het in ons leeft, en misschien veel
langer dan wij denken: in de hele In
dische tijd, en lotsbepalend is geweest
voor de tragiek van de Ned. Indische
maatschappij en de psychologie van
"mestiezen en creolen" onder Neder
landse (en later ook Indonesische)
vlag.
Want het is waar wat prof. Gerritson
driekwart eeuw terug zei: "Het volk
van Ned. Indië is een volk yan loon
trekkers en daarom is het land een
loontrekkende natie onder de naties."
Ja, wij waren in loondienst van Neder
land. En van Europa en Amerika. Dus
werden wij uiteindelijk als lijfeigene
verkocht aan de oorlogvoerende wér
kelijk zelfstandige volken
"TERIMA UANG" EN "BIKIN UANG"
Het besef (vaak onbewust) van NIET
vrij ondernemend te zijn, heeft veel
meer Indo's dan wij denken dwars
gezeten, ook bij mensen die "al ge
neraties lang" ambtenaar waren. Ook
onder de totok-kleine boengs heeft
vaak het verlangen gesluimerd om los
te komen van het loden deksel van de
loondienst en heeft b.v. zulke "opstan-
digen" geschapen als Walraven. En wij
vinden ze nóg in Nederland.
Drie van de vijf brieffragmenten, waar
mee we ons eerste hoofdstuk aanvin
gen van deze serie artikelen, zijn van
zulke vrije ondernemers, en de andere
twee van mensen die het in hun hart
zijn maar door omstandigheden amb
tenaar zijn geworden. Die stap was
niet gemakkelijk, want Vrij Onderne
mer (Zelfstandige) is men door aanleg.
Wie dus een andere habitus kiest,
heeft daar veel langer "remmingen"
door dan men zelf wel beseft. Toch
verlaten vooral in de laatste decennia
steeds meer kleine zelfstandigen hun
natuurlijke bestaan, omdat de alge
mene massa-mentaliteit van de werk
nemer de vrije man steeds meer over
vleugelt.
4