/T\ /W^Acè(XkM gr jg^ Bl£I>lHGteL°^ asi^ GROOT EET CU) - -15-^.t-peEsnjK 'io<_ Ttgj/rr fc-H4,T «w ibufcN&A \vr ^pE^pj bjElATTl \fc ^'Sres JÜAMSU K(jm i IS Al op "Geloof hem maar niet, hij is op de Gunung Bohong geboren, bij de Setengah Marine opgegroeid en nou chef van de Voorlichtingsdienst (Motto: Kujjenoglagge, lag dan mee) Op het artikeltje Groot Eet in T.T. no. 21 en de daarin gestelde vraag "wat is rojak-salade van boonspruiten, chili, pindasaus en vispasta", kreeg ik een paar aardige reacties. Henk en Dé van Raayen uit Amster dam: wij vragen ons af of dit een tjam- poer adoek is van roedjak, gado2 (taugé, sambal, katjang-saus en petis of trasi)? Jachtgenoot Theo Kempff uit Oostzaan: Met rojak zal wel roedjak bedoeld zijn. chili lombok vispasta trasi (maar dit wordt ge maakt van garnalen) Hij schrijft verder: Op kantoor sprak ik over saté met de klemtoon op de 1e lettergreep. Zielig smalend glim lachend keek een jongeman mij aan en zei: "U bedoelt stee". Diezelfde knaap vroeg me de ingrediënten op te noe men die in bami thuishoren. Ik noemde alles op en hij noteerde ijverig met de bedoeling om die ingrediënten te ko pen. Ik eindigde de opsomming met: "En voor de aroma moet je niet ver geten "oronjo"!" Enkele dagen later kwam hij vertellen dat hij alles had kunnen kopen behalve oronjo. Hij was in vier Indische winkels geweest maar ze wisten niet eens wat het was. Hij vroeg mij hoe hij de win kelier moest uitleggen wat het was. Ik zei: "Het is voor de aroma en het is een poeder dat bestaat uit gemalen gepofte nagels van dooie rhinoceros- sen. Maar ze moeten wel minstens 10 jaar dood zijn". Over smaak gesproken: Ik was met mijn zwager in Venlo en hij zou mij naar een "lekker" restaurant brengen die haweldihe "loempia special" ver kocht. Terwijl wjj zaten te wachten zag ik iemand "verrassend smakelijk" ge nieten van een portie bami. Hij genoot er zo intens van dat ik er plotseling ook trek in kreeg. Ik vroeg de ober om mij net zo'n portie te brengen. Ik hoopte net zo te kunnen genieten als die eter. Maar oh wat vreselijk! H*et was bami metkerri Als je wilt weten hoe een schop van een dood paard smaakt, moet je daar bami eten! Aldus Theo Kempff die de teleurstel ling van z'n leven verwerken moest. Sorry, maar tot slot moet ik U weer een vraag stellen. Ik citeer uit "Vangen en Jagen in Sumatra's Wildernis" een in 1940 geschreven boek, pagina 63: "vrouwen en meisjes waren druk in de weer met de toebereidselen voor den hoofdschotel: lemang (een kleverige rijstsoort). Deze lemang is buitenge woon geurig en heerlijk van smaak. De bereiding is als volgt: eerst wordt de rijst gewasschen en vermengd met uitgeperst klapperwater; daarna kapt de Batakker eenige jonge bamboes ter dikte van een pols, die hij telkens bij een nerf doorsnijdt, waardoor bamboe kokers ontstaan; vervolgens neemt hij een pisangblad, rolt het netjes op en schuift het in de koker, waarin het blad zich automatisch uitrolt en zoodoende den wand bedekt; nu wordt de lemang- rijst met het klapperwater in den bam boe gedaan en afgedekt met een prop vlas of een pisangblad". Einde citaat. Dat van de bamboekoker heeft hij wat vreemd gezegd. Hij bedoelde: worden de tussen-schotten die in de bamboe stengel op ongeveer gelijke afstanden van elkaar af liggen, doorstoken waar door bamboekokers ontstaan". Of wel: Hij kapt de bamboestengel bij of ter hoogte van een tussenschot door, en men krijgt een koker. Maar de alles overheersende en bran dende vraag blijft: WAT IS UITGE PERST KLAPPERWATER?????? Wie??? Oh Wie??? G. H. Bartman vervolg "Piekeran Bandoeng" om moest ik plotseling alles, wat ik tot nu toe goed en heerlijk gevonden had, weggooien en alles, wat Hollands was, wèl erg mooi vinden? Dat heb ik nooit begrepen en na enige heftige herries met Pa en omgeving, vond hij; "dat ik maar naar het Buitenland moest". Ik vond het best en was blij, weg te gaan uit een omgeving, waar ik me niet thuis kon voelen. Zo leef ik dus al sinds 1937 in het buitenland, met enige kleine onderbre kingen van vacanties, die altijd heel leuk zijn en ik meestal bij mijn stief moeder Emmy en zusje Ankie weer een stukje terug vond van het "tempo- dulu" in Den Haag. Alle bombardementen op Berlijn heb ik meegemaakt. Mijn man zat ergens in Rusland. En midden in deze wereld ondergang kreeg ik een "kabar angin". De Japanners zaten in Indië; de Slag op de Java-Zee! Maar ik kon me er niets van voorstellen! Hoezo Japan ners, en wèt op de ]ava-Zee? Je kon er geen touw aan vastknopen immers! Heel veel later was ik met mijn Vader (intussen 82) met de Her denking in Den Haag en zag daar films en foto's, en kon toen pas beseffen wat er dan eigenlijk allemaal geweest was, en dat "Tempo dulu" nooit, nooit meer terug zou komen! En dat gevoel van alles verloren te hebben, wat je lief had, had ik heel sterk, toen ik hier in het Staatstheater in Wiesbaden een avond lang de "Kra tondanseressen" had gezien! Ja, dat is alles passé! Das gibts nur einmal, das kommt nicht wieder; dat is zu schön um wahr zu sein! De Duitsers zeggen, dat je de woorden "Heimat" en "Heimweh" niet vertalen kunt maar als ik aan Bandoeng denk, dan weet ik precies, wat het is! Joon Treffers 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 9