een reisherinnering Ik heb Magelang weer teruggezien. Vanuit het Midden-Javaanse plaatsje Poerworedjo, waar ik met mijn vrouw en kinderen een gelukkige episode van mijn leven heb doorgebracht en dat ik na een afwezigheid van meer dan dertig jaren heb mogen terug zien, heb ik rijdend in voor-oorlogse of wat minder oude auto's en in één van die even oude autobussen Magelang opge zocht. Al direct buiten de kom van Poerworedjo gaat het bergopwaarts en zo berg op en berg af tot Salaman. Hier splits de weg zich, want één weg voert naar de Boroboedoer en langs deze oeroude Hindoe tempel naar Djocja, terwijl de andere rechtstreeks voert naar Magelang. Een kilometgr of wat meer hier van daan moet de bus rechts af en komt men via Mertojoedan op de weg Mage- lang-Djocja. Ik kijk uit het raam, om maar niet te missen van wat deze weg mij zal laten zien en zo zie ik links al gauw de Tidar en bij het begin van de stad ligt daar nog altijd het Europese Kerkhof. Even verder rijdt de bus vóór de passer het terminal(standplaats van de autobus sen) op, stopt en dan stap ik uit. Aan de overkant koop ik wat losse bloemen en wandel terug naar het zo even genoemde kerkhof. Immers vlak achter de monumentale poort liggen Pa van der Steur en Moe en Juffrouw Otto begraven en staat de grote graf kelder van vele Steurtjes, die jong gestorven nog door Pa waren geze gend, voordat zij bij de anderen bijge zet werden. Ik ga weer door de poort de grote weg op en wandel langs de passer, waar het reeds een drukte van belang is, de Chinese Kamp door. Niets is hier veranderd - alleen de weg is breder geworden. Ik wandel zomaar de stoep op van een der winkels - en maak in het Indonesisch een praatje met de eigenaar. Omdat ik deze van mijn leef tijd schatte, vraag ik hem, of hij ook zo en zo heet en of hij nog die of die kende. Hij springt op en omhelst me letterlijk, horende wie ik was. Ik heb een oude Mulo-vriend ontmoet! na een kop koffie te hebben gedronken en kwé semprong te hebben verorberd, ga ik verder en kom al spoedig aan het begin van de Chinese Kamp met links de Klenteng en rechts het Post- en Telegraafkantoor. Ik zie weer de aloon- aloon met de watertoren, welke laatste ik nog in 1923 heb zien afbouwen - ik was toen nog maar amper 15 jaar oud. In de zelfde rij van het Post kantoor staan nog alle gebouwen van vroeger - en dus Hotel Lose, toko van Eijck - ook het klooster der Zusters Francis canessen. Aan deze kant van de weg stond vroeger een rij bomen met daar in de eeuwige blekoks, die de weg be neden hen altijd zo lekker, maar stin kend wit konden maken door hun uit werpselen. Die bomen en daarmee de blekoks zijn verdwenen. De Protestantse Kerk aan de aloon2 is er nog, maar de Kaboepaten is ver dwenen. Hiervoor in de plaats blijken een bankgebouw en regeringsgebou wen te zijn verrezen. De Katholieke Kerk met de bijbehorende pastorie staan er nog in volle glorie en ook alle gebouwen daarnaast. En daar is ook nog de Osvia. De Residentielaan heet nu Djalan Neteran en voert nog steeds tot vlak voor het Residentscomplex. Evenals het Residentiehuis, waar eens o.a. Resident - later Gouverneur van Soerakarta - van der Jagt, heeft geze teld, maken de grote en kleinere kan toorgebouwen, die bij elkaar horen, een desolate aanblik. Vergeleken hiermee valt mij op, dat het gebouwencomplex van het vroege re Oranje Nassau Gesticht een veel beter verzorgde indruk maakt. Ik kon gewoon mijn ogen niet geloven, im mers, ik had een half in elkaar gestort complex verwacht te zullen zien, en ik zie in stede daarvan gebouwen, die er netjes verzorgd bijstaan. In enige hier van heeft de gemeente Magelang haar eigen weesjes ondergebracht, terwijl weer een ander deel tot een soort in ternaatje is gemaakt voor jongelieden, die zich klaar maken voor het beroep van Djaksa. Het complex, waar dus vroeger Pa van der Steur zijn kinderen heeft gehuisvest, staat vlak naast dat, waar vroeger de Resident met zijn ambtenaren hun domicilie hadden. Langs die gebouwen ben ik naar bene den gewandeld, over de smalle Kali Bening tot aan de brug over de Progo. De Kali Progo is voor mij en vele oud- Magelangers een dierbare herinnering. Immers, wij hebben met vele Steurtjes hier vaak in gezwommen. Over de brug - de oude is er niet meer - kom ik aan de voet van de majestueuse Goenoeng Soembing. Ik wandel, na nog een laat ste blik op de Progo en de Soembing, terug en kom bij het nog altijd goed onderhouden huis van Paatje White zaliger, onze notaris. En op Boton staan nog alle huizen, die er vrooeger ook al stonden, dus ook onze oude Mulo. Daarboven is de irrigatieleiding, lopen de van achter de vroegere Kaboepa ten tot aan de tweede Plenkoeng. Alleen de Alhambra-bioscoop staat er niet meer, ook niet meer het huis van Thomson 16, maar wel nog steeds het Gemeentehuis. Om het kort te maken, ik heb gewan deld vanaf de Progo tot aan de Ello, van de Tidar tot aan het Krankzin nigengesticht op Kramat; heb het weer teruggezien, het militaire kampement, maar ook de Militaire Academie (de Alkabrie) een nieuw complex gebou wen aan de voet van de Tidar. Ik heb toko Hesselink weer gezien, het vroegere Hotel Centrum. Hotel Mon- tagne is nu het hoofd bureau van Po litie, terwijl de vroegere boekhandel Maresch een hotel is geworden. Zo kan ik doorgaan. Genoeg zij ver meld, dat dus veel bij het oude is ge bleven, maar wel 100 x drukker. Geen wonder, want er is, zoals overal op Java, overbevolking. Ik moge eindigen met de hoop uit te spreken, dat Magelang vooruit mag gaan en dat ik het eens weer zal mogen terugzien en dus ook de Soembing met onze onvergetelijke Kali Progo en al mijn vrienden, die daar wonen in de tuin van Kedoe. A. L. A. van Rees. Het officierskampement in Magelang 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 20