DE VULKAAN DIE ER NIET WAS Tijdens een schoolvacantie, in de 30-er jaren te Malang, kreeg ik bezoek van een collega uit West-Java, die me vroeg, of ik mee ging, om de zon te zien opkomen vanaf de top van de Kawi. Dan moesten we diezelfde mid dag nog gaan en op de Kawi overnach ten. We pakten een en ander bij elkaar en vertrokken met de bus naar Batoe. Daar vonden we een paar dessalieden, die ons de weg wel wilden wijzen en de barang dragen. Batoe ligt, als ik het wel heb, op 900 m., zodat de top van de Kawi een 1750 m. hoog boven Batoe ligt; een klim, die in feite niet meer is dan een wandeling langs een gebaand pad. Het eerste stuk gaat door alang-alang, maar al gauw begint het bos. Het was mijn eerste kennismaking met het oer woud en dat werd een adembenemen de belevenis. Het oerwoud neemt je aanstonds in de houdgreep. Doodse stilte, duizenden woudreuzen om je heen, een roerloos half-duister, waarin alle besef van rich ting en van tijd, verdwijnt; een myste rieus ingehouden leven, als verstomd, maar met een intense spanning, dat je met duizend ogen schijnt aan te zien, gereed om je te bespringen en te om strengelen. De hel-luidende kreet van één enkele vogel en dan weer de on werkelijke absolute stilte. En uur na uur het slingerende pad, steeds verder omhoog. Verdwijnend soms door over woekering, versperd elders door een omgevallen boom en altijd de roerloos heid en de stilte, waarin je zwijgend voort gaat, terwijl de uren ongemerkt verstrijken. Achttien honderd meters, maar kilometer na kilometer langs het kronkelend spoor naar het onzichtbare onbekende. Het was al tegen half zes, toen we de pondok van het boswezen bereik ten, die op een klein vlak terrein, vijftig meter onder de top, was gelegen. De laatste honderd meters hadden heel wat van onze adem gevergd, zodat we af en toe hadden moeten stilstaan, om ons tikkertje wat tot bedaren te bren gen. Maar nu konden we ons rust gun nen. Eerst nog een en ander in orde brengen voor de nacht. Het was al aar dig koud daar boven en de pondok bood niet veel beschutting, half verval len, als hij was. De kieren tussen de bamboes en tussen de verschoven platgeslagen petroleumblikken, stopten we dicht met verdord gras en een vuur tje werd aangelegd op de stookplaat. We aten en dronken wat en daarna werd er nog wat gepraat. De malaise kwam ter sprake en ik ver geet nooit de rake formulering van een der Javanen: "Oeang maoe tidoer" Alleen een Oosterling kan zo in drie woorden uitdrukken, dat de dingen ons uit de hand kunnen lopen en een eigen leven gaan leiden en hij kan daarin zo wijsgerig berusten. Die nacht lagen we te rillen van de kou, ondanks de deken, het vuurtje en al het stro. De Javanen echter, zaten zwijgend bij het vuur; de kain hoog om de schouders getrokken. Bij het krieken van de dag een haas tige verfrissing onder een ijskoude pantjoeran en meteen het laatste stuk naar boven geklommen. En daar lag onder ons en rondom ons de duizeling wekkende ruimte tussen hemel en aar de, grotendeels nog onder de grauwe sluier van de nacht, honderden kilo meters wijd. Naar het Oosten kleurde de hemel in een goudglans, die de top van de Smeroe verlichtte. Het wolkendek on der ons werd een wit, wollen vacht, zo compact en zo nabij, dat je de nei ging voelde, om erop te stappen. West waarts staken de toppen van de Ke- loed, de Wilis en de Lawoe boven de grauwe deken uit die lager, alles nog bedekte. Een onzichtbare hand trok de deken geleidelijk omlaag en de vulka nen rezen er boven uit. Maar er was er één te veel! Mana bisa! Je kende de kaart van Java *toch? En toen... heel langzaam verschoof de mysterieuze vulkaan noordwaarts. Ja, toen werd het duidelijk. De zon rees nauwelijks boven de top van de Sme roe uit en verlichtte de oostkant van de Kawi, waarop we stonden. Maar aan de westkant viel zijn zware slagschaduw over het land. Een mooie zuivere kegel, even groot als de vér gelegen vulkanen en van dezelfde grauwe tint. Het was echter niet mogelijk om horizontaal van ver ticaal te onderscheiden en zo verhief de slagschaduw zich evenzeer omhoog als de echte vulkanen. Het mysterie was opgelost, maar de (lees verder volgende pag., Ie kolom beneden) mMSSIbSBB Padioogst aan de voet van de Kawi op Oost-Java. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 8