Door PLANTERSVROUW Vitamine C. 15 Hun auto was tenminste te vertrouwen. Mocht er weer iets misgaan, dan waren zij er nog achter ons aan. Dus gingen wij het eerst en de rit verliep vlot. Het Fordje deed het prima. Boven gekomen wachtten we op de anderen, maar wie er kwamen, zij niet. Van enkele mannen die naar boven kwamen lopen, hoorden we dat de Chevrolet gestrand was in een bocht. Tegen de rotswand lag een grote kei. Daar was het voorwiel overheen ge huppeld en de as zat klem, zodat men niet verder kon. Goede raad was duur. Tenslotte be sloot mijn vader terug te rijden, om te zien hoe de zaken stonden. Inderdaad trof hij de gestrande wagen aan in een bocht. Met behulp van passanten werd de wagen opgetild en kwam los van de kei. Gelukkig was er niet veel be schadigd en ze konden verder rijden. Maar nu ons Fordje. Het was ondoen lijk weer naar beneden te rijden om te keren en de weg was te smal om hier te draaien. Tot mijn moeder een op lossing vond. Ook weer met behulp van dezelfde mannen, pakten ze de Ford bij zijn vooras en bumper en draaiden hem ge woon rond om zijn eigen as, zodat hij weer met de neus naar boven stond. Per slot was het hele geval betrekke lijk licht van gewicht. Onder gejuich van ons allen slaagde het evenement. Al met al was het te laat op de dag geworden, om nog naar Fort de Koek te rijden en we besloten in de pasang- grahan van Matoer te overnachten. Een eenvoudige nasi goreng was gauw be reid door de mandoer en na afloop gingen we het gastenboek bestuderen. Dit was beslist een bezienswaardig heid. ledereen die hier geweest was had er iets in geschreven. Sommigen vertelden waar ze vandaan kwamen en waar ze heen gingen. Weer anderen hadden hele gedichten gewrocht. Zo lazen we o.a. het gedicht, waarvan ik me slechts twee regels kan herinneren. Het was kennelijk van een paartje op de huwelijksreis. Er stond: "En we dachten pas aan trouwen, bij het gat van de karbouwen". Ze bedoelden het "Karbouwengat" of "Ngarai", een die pe kloof bij Fort de Koek. Zo waren er nog meer grappige dingen in vermeld. Ook wij moesten er wat in schrijven. Ook troffen we namen van bekenden aan, die hier ook overnacht hadden. We amuseerden ons best die avond. De volgende dag ging het op huis aan en we pochten later op de hoedanig heden van onze voertuigen. De Che vrolet tegen ons Fordje. Daar bleken we niet over uitgepraat. Zo was deze tocht dus nog goed afge lopen, ondanks de diverse narigheden. E. A. Ph. Ziesel-Schmidhamer WAT DE BOER(-IN) NIET KENT In 't oude China, (las ik) werd de soya- boon zo hoog gewaardeerd, dat 't ge was als heilig werd beschouwd. De Chinese keuken biedt dan ook talloze verrukkelijke en voedzame gerechten, waarin soya-producten worden ver werkt. Nadat we 't in 't oude Indië hebben leren eten, kunnen we ook hier tahoe en timpih regelmatig in ons menu opnemen. Al dan niet met ketjap- en tao'tjo sausjes. Nu weet ik ook dat ve-tsin gemaakt wordt van kedelee; en soe'oen. En als we een beetje opschieten met onze soya-club, verwerken we mis schien al gauw de groene zaden in zalige sla'tjes, hors d'oeuvres en jar- dinières. Ik kan me de smaak van de gekookte boontjes als snoep niet zo goed meer herinneren. Maar ik weet wel dat ik 't vroeger erg lekker vond. Mijn moeder zorgde altijd voor een tussen-doortje in 't schemeruur. Soms in de vorm van een grote mand met bosjes gekookte kedelee En dan maar "si-sil'en", in een grote kring er om heen. Van de week was ik op de markt bij mijn langganan voor indisch allerlei, 't Is een goedmoedig oud manneke, met een verweerd kripoet gezicht. To tok, maar wel al een beetje kesasar, misschien naar de kant van zijn vrouw. Hij kent tenminste alle ingrediënten, zonder zich ooit te vergissen. Knap. 't Is altijd druk aan zijn stalletje, want 't is een "veelzijdig" man. Behalve indische dingen heeft hij verschillende merken margarine, "Bléuband" natuur lijk, verse- en diepvries kip, konijn. Hij kiontongt Douwe Egberts. En dat met een gezicht dat altijd op mooi weer staat. Iéts probeert'mij opzij te duwen. Neen tante, dat juist niet; 't is toch heus mijn beurt. "Ik wou graag twee van die blokken," wijs ik op de emmer met tahoe. "Wat binne dat voor dingen?", hoor ik een sjagrijnige stem naast me. Ze kijkt of ze p... ruikt. "Soya-kaas, tahoe zeggen we. Dit eten we in de plaats van vlees. Niet zo duur en nog gezonder ook." "En lekker mins... lekker...vol vitami nen", vertelt de koopman, 'van A tot Z'. "En datté?" Hij weegt tao'gé voor me af. "Vitamine C", zeg ik. "Da sal wel". Ik krijg nog een plak timpih en dan is zij aan de beurt, Lizegrim. Ze staat te prikken in bleke kippeborsten, mis schien ingespoten met ongezond spul. "Geef mè-èn maar zo'n mals kieken, neen, den diejen, met veul vlees d'r an. 'k Sijn niks nie gesteld op al die nuwig'eden." Even later stouwt ze aan een ander stalletje haar tas verder vol met grote boeren-worsten en andere vlezigheden. Nog altijd viert de welvaart hoogtij. Een ongezonde welvaart. Ten koste van ons welzijn. Maar hoe beste lezers, zouden deze mensen te bereiken zijn voor onze soya? Weet u 't? Een zij-sprong op mijn stokpaardje. Van de kedelee, naar onze dierbare kruiden en hun heilzaamheid. De zomer is weer in 't land. Maar zó ook weer voorbij. Zo heel erg lang zien we haar niet, de smalle weegbree. Nu komen we haar tegen langs veld en wegen, misschien in 't plantsoen, in uw tuin. Of bij de buurman. Maar altijd tot barstens toe gevuld met Vitamine C. Dagelijks een paar blaadjes. Gesnip perd op uw boterham, in de soep, uw sla'tje. 't Werkt kalmerend in deze tijd van jachten en jagen. 't Beschermt u tegen allerlei infectie's, heelt wondjes, 't verrijkt uw bloed, werkt verzachtend bij aandoeningen van de luchtwegen en van de darm." En ga zo maar door. Met wat honing kunt u er een hoest- stroopje van maken voor uw lievelin gen. Als ze tóch verkouden worden. Holland is eenmaal grillig en nukkig. Vraag 't Dr. Vogel, Messgué, Mellie Uyldert. Sla er onze eigen vertrouwde mevr. Kloppenburg-Versteeg voor op. Ook zij zal precies 't zelfde vertellen wat de "da'on-oerat" voor ons heeft. Zelf heb ik al een voorraadje verza meld en gedroogd. Voor de kwade win terdag. 't Ruikt naar gezondheid en beterschap. Alles heeft zijn waarde maar niet iedereen ziet haar. Plantersvrouw.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 15