HET GELUK VAN HET JAGEN Zwijnenjacht in Suriname "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" José Ortega Y Gasset. Dit is het jachtverhaal van de heer Rijklof van Goens die verteld van zijn belevenissen in Suriname. Het is een goed jachtverhaal en prettig om te lezen. De heren jagers zijn buitloos, anders gezegd platzak weer thuis gekomen. Is dat belangrijk, dat men wat "krijgt" op jacht? Weineen! De buit komt im mers pas op de tweede plaats. Be langrijker is dat men in de vrije natuur is geweest, weer gehoord heeft de typische bosgeluiden, gezien de machtige vegetatie en geroken de muffe geur van humus en rottend blad. Bravo heer Rijklof van Goens! Dat verhaal smaakt naar meer. Wij hou den ons aanbevolen voor Uw hunting- stories. Voor degenen die in Indonesië geboren en getogen zijn, was in de jaren voor het uitbreken van de Pacificoorlog (1942-1945) de jacht, en in het bijzon der de jacht op tjèlengs (wilde zwijnen) een der grootste genoegens. Elke za terdag en ook 's zondags, trokken velen de stad uit en de wildernis in. Verschillende dier oud-lndisch-gasten en schrijver dezes is er een van - zijn in Suriname terecht gekomen, een land dat in vele opzichten op Indonesië lijkt. Oók wat het jachtbedrijf betreft. Ook hier beoefenen velen de jacht en pro beren een zwijn of een hert onder schot te krijgen. "De jacht hier", vertelde een jacht liefhebber mij, "verschilt niet veel van die in Indonesië". Maar daarin ver giste deze man, die nooit in Indonesië geweest is, zich deerlijk. De grote alang-alang-vlakten die zo'n bijzonder kenmerk vormen van het Indische land schap ontbreken hier volkomen. Daar entegen zijn de bossen hier zeer uitge- sterkt en hoe verder zuidelijk men komt, hoe wilder de natuur wordt. Ver geet niet, dat het overgrote deel van Suriname nog bezaaid is met ongerepte wildernissen. Slechts de kustvlakte in het noorden - zoals men op de kaart kan zien slechts een smalle strook vormend - is in cultuur gebracht. OP WEG Dit is het verhaal van mijn eerste zwij nenjacht in Suriname, die plaats vond op 16 juni (Vaderdag). Een toevallige omstandigheid, namelijk het in aan raking komen met een Indischman, vormde de aanleiding. Door deze In dischman werd contact gemaakt met de heer Tjon Eng Soe, een Surinamer die in overheidsdienst is in Paramari bo, en die terstond bereid was om mij aan zijn groep toe te voegen. "Om vijf uur in de ochtend", zei hij, "vertrekken we. Ik kom u met de auto halen. Zorg dat u op tijd klaar bent". En aan dat laatste werd stipt de hand gehouden. "We moeten", zei de heer Tjon, "op tijd bij het overzetveer zijn, anders moeten we daar een uur wachten". Maar voor we - de heer Tjon, zijn broer en ik - daarheen konden gaan, moest eerst de Indiaanse gids en spoorzoe ker worden opgehaald. Hij stond ons reeds op te wachten en ruim op tijd kwamen we op de veerpont. Die bracht ons aan de overzijde van de Suriname- rivier. Daar reden we ongeveer een uur in oostelijke richting. Het landschap aan weerszijden van de weg bood wei nig bezienswaardigs. Hier en daar wat huizen, voor het overige een vlakte die niet gekenmerkt werd door iets bijzon ders. MUSKIETEN EN SPOREN Uiteindelijk eindigde de rit in wat men in Indonesië een kampong zou noemen en vandaaruit trokken we de wildernis in. Het werd een tocht zoals men die in de bossen van Java niet kent, wel echter in Borneo's binnenland. De grond was nog glibberig van de regen die in de nacht gevallen was. Een dik bladertapijt bedekte de bodem. We volgden een nauw zichtbaar pad. Ron dom ons een dichte vegatatie. Hier en daar het geluid van vogels, maar ove rigens was er van dierenleven niets te bespeuren, op de myriaden muskieten na. Die deden niets zolang we liepen maar stonden we even stil, dan zwerm den ze in wolken om ons heen en sta ken ons venijnig. "Dat komt vanwege de regen", zei een der heren Tjon. "Twee weken geleden waren we ook hier, maar toen was er geen regen ge vallen en waren er geen muskieten". Hier, in deze rimboe, bleek Kango, de Indiaanse gids, in zijn element te zijn. Hij woont nu ongeveer tien jaar in Pa ramaribo. Buiten Suriname is hij nooit geweest. Hij woont met zijn gezin in een klein huis aan een zijweg van de Kwattaweg, die de verbinding vormt met Nickerie, een plaatsje in het bin nenland. Hij heeft een baantje bij het Haven- en Loodswezen, heeft dus ken nis gemaakt met de beschaving, maar is een uitstekend jager en spoorzoeker gebleven. Kango, die voor ons uit liep met in de linkerhand een jachtgeweer kaliber 16 en in de rechterhand een houwer, zoals men hier een parang noemt, maakte ons attent op allerlei sporen. Hier waren, deelde hij mee, wilde zwij nen geweest, daar was het hol van een gordeldier. Elders zag hij hoefafdruk- ken van een hert en eens wees hij op het spoor van een tijger. In Zuid- Amerika komt de echte tijger niet voor dus zal het wel de naam zijn die men in Suriname geeft aan een jaguar 2) Een tijd later merkte hij sporen op van een gordeldier. Volgens hem moest het dier zich nog in de nabijheid be vinden. Hij deed moeite om het te vin den, maar dit lukte hem niet. Op mijn vraag naar het gewicht van een gordel dier, deelde een der heren Tjon mee, dat het ongeveer 15 pond weegt - een goede jachtbuit dus. KONIJNEN ROEPEN Dezelfde vraag werd gesteld nadat Kango sporen van konijnen had gezien. Die dieren, klein van formaat op Cu- ragao, waar zij zich voeden met cac tusgewassen, zijn in Suriname veel groter. Het gewicht, werd mij verteld, is wel vijf pond. Helaas kregen wij geen konijn onder schot, ofschoon Kango er wel moeite voor deed. Hij plukte een blad af, plaat ste het voor zijn mond en bracht een vreemd geluid voort, 3) dat hij ettelijke malen herhaalde. "De roep van een konijn", deelde een der heren Tjon mee. "Op dat geluid komen ze af en blijven voor je staan, zodat je ze mak kelijk kunt schieten". Geen konijn liet zich echter zien. De heer Tjon zei: "Er wordt hier teveel lees verder volgende pagina KWALITEIT EN LAGERE PRIJS ZEGEVIEREN ALTIJD Onze ketjap "HET ZWARTE VEULEN" is en blijft Uw terechte keuze. Kwaliteit: er bestaat geen betere. Prijs: 20% lager dan elk ander import merk. Verkrijgbaar in manis, sedeng en asin, 330 cc en 660 cc. Importeur: AMBOINA B.V. (voor alle rijsttafelartikelen) Johan van Oldenbarneveltlaan 110 ZEIST. Tel.: 03404- 17649 en 20070 Levering: via de detailhandel. 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 18