BRAZILIË gejaagd, maar als wij later het binnen land ingaan, zult u zien hoeveel succes het voortbrengen van dit geluid op levert. 'In het binnenland is wild in overvloed en dan pas kan Kango tonen wat hij waard is. Deze man is zijn ge wicht in goud waard!" VRUCHTEN De tocht door de wildernis leverde aldus geen succes op. Wel bleek dat de Surinaamse wildernis veel voort brengselen heeft, die de wouden in Indonesië niet kennen. Zo bijvoorbeeld kapte Kango op zeker moment een boompje om met zijn houwer. Er zaten veel vruchtjes aan, gelijkend op bes sen. De schil van die vruchtjes is ech ter zeer hard. Op de vraag wat hij er mee wilde doen, verklaarde men mij, dat hieruit een drank wordt bereid. Men doet de vruchten in lauw water, waar door de schil zacht wordt. Daarna knijpt men ze uit. Vervolgens wordt de aldus verkregen substantie gezeefd, waarna hetgeen door de zeef komt, vermengd met suiker wordt gedronken. Ik kreeg een hoeveelheid van die vruchtjes. Het was het enige wat de jacht opleverde. "En waar is nu de tjèleng?" vroeg moe der de vrouw. Ik schudde het hoofd. "Niets gezien of gehoord", antwoordde ik. "Zondagsja ger", smaalde ze. En zoonlief voegde er aan toe: "Je hebt ook de beroerdste dag die mogelijk was uitgèkozen. Wie gaat er nou op Vaderdag jagen" Ik bleef het antwoord schuldig. RIJKLOF VAN GOENS caliber 16 gladloop jachtgeweer. 16 ronde loden kogels in een Engels pond van 454 gram hebben het ka liber 16. twaalf ronde loden kogels in een Engels pond van 454 gram heb ben het kaliber 12. Enz. 20-24-28 2) De Zuid Amerikanen spreken van "El Tigre" de tijger. De jaguar is geen tijger, maar een gevlekte roof kat ongeveer ter grootte van een Afrikaanse panter. 3) In Indonesië lokten we kidangs met een alang-alang blad, dat tussen de handen werd geklemd en waarop geblazen werd. Dat noemt men "fiepen"! Bij deze ben ik zo vrij om U voor Tong-Tong de beschrijving van een "ervaring" toe te sturen, die me wel in de geest van Uw blad leek. Het gebeurde ongeveer een half jaar geleden, toen we claimgrenzen aan het uitzetten waren. Ik heb het toen dezelf de dag nog opgeschreven. We waren verdwaald. Om eerder thuis te zijn, waren we niet langs de "pica- da" (pad), maar dwars door het oer woud gegaan. Maar de regen speelde ons parten. Toen we al meer dan een uur hadden gelopen, bleek, dat we de goede richting kwijt waren, want, toen de zon even doorbrak, scheen zij in plaats van op onze rug, recht voor ons uit. We dachten al bijna thuis te zijn, maar toen moesten we omkeren. De beek, die we gevolgd hadden, was helemaal niet de beek naar het kamp. En de regen stroomde maar. Van alle bladeren droop het water op ons neer. Alles was doorweekt. Wortels en klim planten grepen ons bij de voeten. Twij gen en natte bladeren striemden in onze gezichten, ledereen had dorst, maar de beek was nu al weer ver be neden ons. En nog steeds stegen we. Niemand, die wat zei. De helling werd minder steil, veran derde van richting en even later daal den we. De regen hield ook op. Voor ons verscheen een lichte plek tussen het gebladerte. We kwamen er dichterbij en toenhielden we onze adem in van bewondering. We waren op een steile graniethelling terecht gekomen. Hagedissen en vleermuizen zochten verschrikt een goed heen komen. Waren We zoéven nog inge sloten geweest door dicht gebladerte, nu keken we plotseling heen over het oerwoud, dat zich diep beneden ons uitstrekte - kiillometers ver. Tot aan de horizon golfde de grijsgroene bla- derenzee zich van ons af. Met daar boven, lage, donkere regenluchten en hier en daar witte nevelslierten, op stijgend uit het oerbos. Je kon de stilte horen. Correspondentie kaarten met leuke Indische vignetten In 4 kleuren: grijs - wit - groen - chamois. 10 kaarten met bijbe horende enveloppen f 1,50 porto 60 ct. Op 2 stel 90 ct. porto. Er groeiden een paar spichtige boom pjes met dikke leerachtige bladeren, volop wilde abacaxi, wilde macaxeira en hoog opschietende cactussen, waar van sommige in bloei, terwijl bij de grond, oranje-rode bloempjes en ver schillende mossen groeiden. Nog nooit had een mens, afgezien van misschien een enkele Indiaanse jager, hier ook maar een voet gezet en een gevoel van nederigheid en eerbied vervulde ons, tegenover deze groots heid der Natuur. En tevens van dank baarheid dit aanschouwd te mogen hebben. We bleven nog even kijken, sneden wat wilde abacaxi en stapten toen weer op, want we wisten nu ook meteen, hoe we verder moesten. Rechts van ons was namelijk een andere heuvel en tussen die en die, waar we ons op bevonden, moest logischerwijs een beekje naar beneden stromen. Dat hoefden we volgens onze berekening nu nog maar te volgen, om weer bij het pad uit te komen, dat naar het kamp ging. En dat bleek juist te zijn. Met een omweg, want deze graniethel ling was te steil, om langs af te dalen, trokken we het oerwoud weer binnen. Even- later hadden we het beekje al te pakken. Eerst nog droog, steil en be zaaid met rotsblokken, maar een eindje lager siepelde er al water doorheen en nog een eind lager kwamen we op het pad uit. Een half uur later waren we "thuis". picada (piekaada) opengehakt pad in het oerwoud. abacaxi (abbakkasjie) een bepaald soort ananas. macaxeira (makkasjeera) maniok. C. Vreeke. Bloeiende flamboyant in een Indisch landschap, een stukje tropen aan de muur! Wandtegel inclusief porto 7,50 In de winkel 6,50. (de tegel is niet hitte-bestendig, dus niet als onderzetter gebruiken) 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 19