Tjalie leerde velen onzer fietsen Jos. van Arcken "Beunhaas" over zichzelf, andere beunhazen en Tong Tong Dit hartverwarmende stuk ontvingen wij van een lezer in het verre en toch zo nabije Indonesië. Wij zijn diep getroffen door de manier, waarop de schrijver de geest van Tong Tong heeft gevat en door zijn warme aanmoediging "het enige Indische blad ter wereld" te doen voortbestaan. Toch hebben wij er iets in moeten schrappen. De schrijver laat zich in zó vleiende bewoordingen uit over de redactie zoals die nu functioneert, dat wij ervan moesten blozen. Wij zijn erkentelijk voor zijn oordeel, maar publicatie daarvan in ons eigen tijdschriftnee. Eigen roem stinkt, waarde vriend Bijzonder gewaardeerd hebben wij de opwekking van de schrijver aan zijn mede- "beunhazen" de goede werken voort te zetten. Wij zijn immers één grote familie? Laten wij elkander beloven, Tong Tong, als een monument voor zijn stichter en leider, Tjalie, te laten voortbestaan, indachtig aan de lijfspreuk: Poekoel teroes! Als ik in de loop der jaren een artikel schreef, hoe kort ook, of een onder schrift voor een foto, betrapte ik mij er op, dat ik de woorden zodanig op stelde, alsof ik een gesprek met Tjalie voerde. En die goeierd hapte er vaak in enik kon hem een bijschrift ontlokken, dat mijn artikel of foto tien maal zo interessant maakte. Fout en PIENTER BOESOEK natuurlijk! En ik mag me niet beroepen op ande ren, die dezelfde lelijke eigenschap hebben als ik. Nu is Tjalie er niet meer. Laten we niet in dezelfde fout vervallen. Dus, LATEN WE LILIAN MET RUST LATEN, want zonder Tjalie heeft zij het al hard te verantwoorden. Tegen wie heb ik het? Tegen iedereen, die bezig is TONG TONG voort te zetten. Naast Redactie en Kantoorpersoneel zijn er nog honderden, die door hun bijdragen aan de "productie" van TT medewerken, zodat elke twee weken de "consumenten" er van kunnen ge nieten. Volgens Tjalie zelf moeten er tienduizenden "consumenten" zijn en volgens mijn schatting zal dat wel juist zijn. Want toch, er zijn ongeveer zes duizend "fully qualified" abonnee's. Achter deze werkelijke abonnee's staan zeker vijf nalezers te wachten. Dus met die "naspellers" samen zijn er pakweg 30.000 genieters van Tong-Tong. Bij mijn laatste bezoek aan de Lees portefeuille van de Nederlandse Cur sus van de Gita Kirtti in Surabaja ver zekerde men mij zelfs, dat oude TT's, die men zo vriendelijk was, aan deze instelling te sturen zelfs TIENTALLEN NALEZERS hadden. En Tjalie had nog de oud-Indische (In donesische) gewoonte, mensen, die toevallig binnenvielen mee te laten aan zitten aan zijn tafel, sa'adania (wat de pot schaft). Ik bedoel hier de NIET- abonnees. Als Tjalie iets in iemand zag, vroeg hij niet: "Ben je abonnee?" Maar hij zei: "Schrijf hierover een ar tikeltje en of je abonnee bent of niet, ken niks donderen!" (Beslist niet waar- L.D.) Na het overwinnen van de eerste schroom werd er een poging gedaan en onder deskundige leiding van Tjalie werden de stukken hoe langer hoe beter. En hiermee was hij dan in de TT-familie opgenomen en door zijn kijk en beleid kon Tjalie het beste uit hem halen, enuit vele anderen, ondanks het feit, dat zij nooit van hun leven abonnee van TT zullen kunnen worden, want, "hèl-nja ister- niet!" Als ik dit zo overdenk, en ik blader de laatste TT's door, dan kom ik tot de verrassende ontdekking, dat Tjalie ons al lang losgelaten heeft. Wie? Ja, wie anders dan wij, BEUNHAZEN, die door de aanmoediging en vaak de onmerkbare leiding van Tjalie de smaak van het schrijven hebben gekregen en als U goed oplet, die soms meer dan de helft van het Tijdschrift vullen. Ook moeten we toegeven, dat onder de BEUNHAZEN verborgen talenten schuilen, die soms een artikeltje ple gen "om te zoenen", zó mooi, zo af, dat het geen amateurswerk meer is. Maar weet U, dat de technisch minder goede, maar die gewoon zo maar van hart tot hart spreken, het meest ge lezen worden? Een andere keer zal ik in de kwaliteit van LEZER ook iets zeggen, want ik ben ook LEZER, of nalezer dan. Bovendien heb ik de indruk, dat in de laatste jaren deskundigen op velerlei gebied het meer de moeite waard vin den heel interessante bijdragen in TT te laten plaatsen. Dit betekent dus een waardering van de kant van bovenge noemde deskundigen en aan de andere kant verhogen bijdragen van zulke des kundigen de waarde van TT. Nog even over ons BEUNHAZEN. Als kleine jongen leerde ik 's avonds, als de straten stil waren (dat kon toen nog) de edele kunst van het fietsen. Onze trouwe kebon holde naast mij en hield het zadel vast. Toen ik het stuur niet meer zo kramp achtig hoefde vast te houden en ik voor andere dingen ook aandacht kon heb- 4 t Voor Juwelen en Uurwerken als I van ouds naar J Laan van Meerdervoort 520 t Den Haag - Telef. 33 64 41 ben dan alleen maar mijn evenwicht, reed ik langs één van de schaarse straatlantaarns, weet U wel met gloei- draadlampen, die zulke harde slag schaduwen kunnen geven? Aan die schaduw kon ik zien, dat kebon mijn zadel losgelaten had. Van de schrik ben ik lelijk gevallen, maar dat was ook mijn laatste val. Daarna had ik zelfvertrouwen en wist ik, dat ik kon fietsen. MEDE-BEUNHAZEN! Laten we dat vallen maar overslaan en niet verbaasd zijn, dat wij van Tjalie hebben leren "fietsen" en niet alleen dat, maar ook de smaak te pakken hebben gekregen. Dus: GENDJOT TEROES, BOENG I (trap maar door, broer!). Denken jullie ook niet, dat dit Tjalie's bedoeling was? Hij wou TT, zijn troetelkind, een lang leven geven en het kan niet beter dan met een groeiend leger van ent housiaste GENDJOTTERS onder leiding van de overgebleven kern o.a. van JHR. Ons is in een artikel "POEKOEL TE- ROES" namens de Erven Boon (Robin son) medegedeeld, dat TONG-TONG zal worden voortgezet. Maar, de woordenna rijp beraad... hebben velen van ons zeker koud.e ril lingen gegeven. Want, toch, deze woor den houden in, dat het tijdens de be sprekingen NOG LANG NIET ZEKER WAS. Wadoeh! We durven er niet aan te denken, als jullie besluit was: Stop Dat had je ons niet kunnen aandoen. Masa, Tjalie heeft ons leren fietsen, En dan ineens zou onze fiets afge nomen worden? Tjilaka doeabelas! Want als niet TT, wie wil dan onze Beunhaasstukken opnemen? We pra ten een aparte taal, die niemand ver staat, we hebben een eigen gedachten- gang, die niemand kan volgen. Natuur lijk zal dit "ras" uitsterven, maar laten we hopen, dat het nog erg lang zal duren. Wat er hierna komt, zullen we wel zien. Dit hangt helemaal af van de ideeën van onze kinderen. O, ja, ik heb het nog altijd over de BEUNHAZEN. In hetzelfde artikel stond ook, dat er na Tjalie's dood zeer grote problemen bestonden. Ik meen me te herinneren, dat deze of dergelijke moeilijkheden al vóór zijn dood bestonden. Laten we na zijn dood wat dichter bij elkaar schuiven en laten we proberen SAMEN tegenover die moeilijkheden te staan. In ieder geval, als jullie maar niet ver geten, dat jullie problemen ook de onze zijn. Ik ben zo vrij uit naam van andere Beunhazen te spreken. OK? BEUNHAAS 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 4