Bateë llië'. 3 februari 1901
de 50ste verjaardag van Van Heutsz
De versterking Bateë llië' was reeds
lang het doelwit van de Ned. activi
teiten in Samalanga, te beginnen op
9 augustus 1877 onder bevel van Kol.
K. van der Heyden (jeundral buta si-
blaih). Deze actie mislukte.
De tweede aanval gebeurde op 30 juni
1880 onder bevel van Maj. W. A.
Schmilau.
Toen van Heutsz in 1898 Militair Gou
verneur van Atjeh werd, werd besloten
de benteng Bateë llië, met alle kracht
te overmeesteren.
Vanaf 15 October - 1 november 1900
werd de juiste situatie nagegaan tij
dens gevechten te Meureudoe-Sama-
langa-Peusangan.
In Januari 1900 werden verkenningen
verricht door de Kapt. v.d. Gen. Staf
R. G. Doorman, met hulp van de of
ficier van de Top. Dienst O. C. Musch.
Op 30 januari 1901 vernam van Heutsz
het bericht, dat de Sultan en Teuku
Ben Peukan zich hadden verschanst in
B. llië'.
De situatie was zeer gespannen, het
geen de Molukse Dominee Iz. Thenu
noodzaakte het lied te créeren met als
titel Samalanga. Op de 3e februari 1901
werd het sein tot de aanval gegeven,
en werd de benteng eindelijk genomen.
Noot schrijver:
Volgens de bevolking werden de eerste
aanvallen (K. v.d. Heyden) uitgevoerd
van de rivierzijde (Kr. Bateë llië), welke
hier een zeer steile oever heeft. Deze
werd door mij beklommen en de ben-
Gezicht vanuit de benteng Kota Glé, Bateë llië'.
(Foto J. H. J. Brendgen)
Bovenstaande foto werd genomen op de plaats waar van Heutsz. gestaan moet hebben.
De benteng Kota Glé (Bateë llië) bij Semalanga bevindt zich ter plaatse van de twee
asan-bomen, die vlak bij elkaar staan, waardoor het lijkt alsof er één boom is.
(Foto: J. H. J. Brendgen)
Tuanku Abdul Jalil, kleinzoon van de wnd.
Suthan Tuanku Hasjim (aanvoerder bij de
Missigit Raja te Kuta Radja) en de kol.
Brendgen reiken elkaar de hand op de Van
Heutz Bank, april 1974. Het terrein bij de
Van Heutsz Bank was pas opengekapt. De
G.G. van Starkenborgh Stachouwer was hier
bij zijn bezoek aan Atjeh in 1939.
(Foto: i. H. J. Brendgen)
teng bereikt.
Tijdens de aanval langs de steile oever
werden door de bezetting grote keien
en klapperstammen naar beneden ge
gooid. De Atjehse aanvoerder was
Teungku Tjoet Said die in de benteng
in een apart graf begraven is; de an
deren in een massagraf.
Voor de aanval van Van Heutsz kwam
een inleidende beschieting met geschut
vanaf de Glé Meureudu.
Granaatscherven werden door mij aan
getroffen in de benteng en ik ontving
later een ronde kogel van een vuur
steengeweer. (beudé dapu). De be
volking heeft na de gevechten deze
ronde kogels verzameld en gebruikt
voor verzwaring van hun werpnetten.
(boh djeuë).
Van Heutsz liet de hoofdaanval komen
langs de iets dalende heuvelrug (op
de foto dus links van de twee samen
gegroeide Asan bomen), welke aan
valsrichting dus vele voordelen bood.
De naam van Van Heutsz leeft bij de
Atjehse jeugd ook nog voort, en
spreekt deze uit als ongeveer "Pang
Höt".
Van de benteng Kota Glé werd door
het terrein door een dal gelopen naar
de Van Heutsz bank, welke met moeite
werd gevonden door het struikgewas,
nabij een bambu stoel.
Het blad van de grote ronde stenen ta
fel (middellijn ruim 2 m., dikte 25 cm) is
door de bevolking naar beneden gerold
in de Japanse tijd, en ligt bij de meuna-
sah tevens bedehuis nabij de grote
lees verder volgende pag., 1e kol. beneden
8