De Duif, de Sawangan en
de Duivenrace
SPANJE, 5 km ten N. v.
Tarragona
TE KOOP
Mijn broer Bert en ik maakten pas
tijdens de Japanse bezetting kennis
met de duivensport, vanwege de jon
gens Stupers, die toen aan de Kerk
straat te Meester-Cornelis woonden.
Wijzelf woonden in één van de S.S.-
woningen aan de Manggarai-kade.
Van Guus Stupers leerden wij de voor-
en nadelen bij de Soemenep- (chocola
de-kleurig) en de Javaanse duif.
De gangbare mening was, dat de Soe
menep wel sneller was dan de Javaan
se, maar minder geschikt voor af-
standsvluchten.
Verder werd ons uitgelegd, waarop wij
moesten letten, vooral bij de manne
tjes-duif. Zoals een knikkerronde kop,
heldere ogen, een goede stand op de
poten, dat de slagpennen aan de uit
einden van de vleugels niet waren uit
getrokken en de djapitan-oedang (stuit
je) niet was kapot gedrukt, welk laatste
de duif ongeschikt maakte, zich als
een baksteen naar beneden te laten
vallen.
Omfloerste ogen (mata lamoer) kunnen
veroorzaken, dat de duif, als die op
grote hoogte vliegt (vaak alleen maar
als een stip waarneembaar en dan
alleen nog maar terug te vinden door
het geluid van de sawangan) niet goed
ziet en het doel voorbij vliegt.
Ook moest erop worden gelet, dat de
schubben aan de poten niet te vochtig
waren. Want bij een afstandsvlucht bij
droog, warm weer, konden die opdro
gen en de duif pijn veroorzaken, waar
door die o.a. lager gaat vliegen, het
geen aan het schouwspel afbreuk doet.
Dit zijn dan de voornaamste dingen,
waarop terdege moet worden gelet,
bij het keuren van een duif.
De sawangan (fluit), zoals die in Tong-
Tong werd afgebeeld, zal ik gemaks
halve de één-traps noemen, want er
zijn nog twee- en drie traps sawang-
ans, waarbij dus twee of drie fluitjes
worden gemonteerd op een stukje
bamboe. Velen voelen niet veel voor
deze twee laatste uitvoeringen, van
wege het zwaardere gewicht en de
grotere wrijving met de lucht, waardoor
het gefluit ontstaat.
Deze twee laatste punten kunnen dus
de snelheid van de duif ongunstig be
ïnvloeden.
Van al de duivenraces is de meest op
windende, die, waarbij 't mannetje op
kilometers afstand wordt losgelaten; en
wanneer die als een stip komt aanvlie
gen te laten dalen, door met het wijfje
te "klèpèk" (e van pet). Het is dan een
adembenemend gezicht om zo'n duif
te zien dalen. De vleugels gevouwen
en een weinig zig-zaggend, komt zo'n
duif als een bom aansuizen, om, enige
meters boven de grond, de vleugels
.Til
PV;>
te spreiden. Mocht de duif door het
e.o.a. zijn overgevlogen en daardoor
bij het dalen dus een soort looping
moet maken, dan noemden wij deze
stijl van dalen "balik bakoel". Hoe men
aan deze uitdrukking is gekomen, ben
ik nooit te weten gekomen. In Tong-
Tong stond "kèplèk", maar dit zal dan
wel een drukfout zijn, want "kèplèk"
betekent "vleugellam".
Het "klèpèk" gebeurt als volgt. Het
duivenlichaam wordt met de vingers
omsloten, waarbij de vleugels vrij blij
ven en de poten tussen wijs- en mid
delvinger worden geklemd, zodat de
duif niet kan ontsnappen.
Door de arm op en neer te bewegen,
begint de duif met de vleugels te
slaan, hetwelk een klepperend geluid
veroorzaakt. Wij vertaalden het woord
"klèpèk" dan ook met "klepperen."
Het beste is een race te houden tegen
of gedurende de paringstijd. Wanneer
zo'n duif "verliefd" begint te doen
tegenover het wijfje, door al koerend
rond en achter "haar aan te lopen,
haar zo nu en dan pikkend, dan noe
men wij dit stadium "giring". (ie-klank).
Wanneer de duif zo "dol-verliefd"
is, dat hij het wijfje tot bloedens toe
op de kop pikt, dan heet dit "giring-
ngokod".
U begrijpt dan wel, dat een duif in
deze toestand, zo snel mogelijk naar
"huis" wil, als hij ergens anders wordt
losgelaten.
Bij een belangrijke race worden te
voren zo'n 30 40 duiven in koeroen-
gans gevangen, waarvan enige, die op
het wijfje lijken, apart worden gehou
den.
Tegen de tijd, dat de race-duiven wor
den verwacht, pakken toeschouwers
elk een paar duiven om te "tjoele".
Aangezien de duiven vaak op zulke
hoogte vliegen, dat zij nauwelijks waar
neembaar zijn, is dit "tjoele" noodza
kelijk, om de aandacht van de duiven
te trekken en de weg te wijzen.
Zodra de duiven te zien zijn, gooien
de toeschouwers om beurten de dui
ven, die zij in de hand hebben, de
lucht in. Het gefladder van deze duiven
trekt dan de aandacht van de race
duiven en die beginnen dan te dalen.
Op het laatst blijft de echte "toekang
klèpèk" met twee duiven over. Eén
ervan is het wijfje en de ander lijkt er,
wat kleur betreft, erg op.
Eerst wordt met de dubbelganger "ge-
klèpèkt" die, op gegeven, moment ook
getjoeld wordt en op het eind krijgt
het wijfje pas het werk te doen.
Zou er van af het moment, dat de
raceduiven te zien zijn, tot het einde
met het wijfje worden geklèpèkt, dan
zou deze laatste volledig uitgeput ra
ken.
Dit dan iets over duiven en sawangan.
Tjo en Jantje Wijnands, waar zijn jullie
nu?
Chris.
deze compl. inger. fraaie bungalow, voorz. v. luxaflex
voor alle ramen; veel kastr. Het huis bevat, beh. alle
moderne gemakken, 2 sik. beide met 2 bedden; gang
hal, grote zitk. met o.a. bankbed, open keuken met
eetbar, groot terras op het zuiden met uitz. op zee.
Het buurhuis (2 onder één kap) met half overd. terras
op het oosten met uitz. op wijngaard, heuvels en zee,
is wegens omst. ook te koop èn te huur na 10/8.
adres 1e huis: Tollensl. 13, Eindh., tel 040- 11 0447.
adres 2e huis: Lübeckstr. 93, den Haag, tel. 070-608778
(hier plattegr., foto's en films te zien).
17