Henri Emile Charles Poortman
Portret van een dienende mens (slot)
Ing. Poortman in zijn kantoor in de Riouwstraat te Bandoeng, bij de Firma van Swaay.
Het eerste, "Indische" deel van dit
portret verscheen in Tong Tong van
1 september j.l.
Natuurlijk hadden we naar Indië terug
zullen gaan, maar de Grote Crisis
kwam tussenbeide. Mijn afgepijgerde
Vader behoorde met zijn krap veertig
jaren tot de "oude" garde van te duur
geworden werkkrachten.
Om zijn bazen, met wie hij in uitste
kende persoonlijke relatie stond, de
pijnlijke operatie te besparen, nam hij
zelf zijn ontslag uit het kantoor te Den
Haag en vond na oneindig veel moeite
en lang zoeken een aanstelling als
leraar aan de THS te Leeuwarden.
Leeuwarden! Stad van de koeienmarkt,
van melkfabrieken en eindeloze pol
dersBovendien betekende het
meer dan de halvering van zijn salaris
en wat erger was, het moeten overdoen
van zijn ingenieursexamen in Delft,
waarvoor hij ééns in de week colleges
ging lopen, dus weer de trein in en
dubbel werk doen. Doch ook dit aan
vaardde hij gelijkmoedig, zonder een
woord van verzet of bitterheid en als
vanouds gooide hij zich met geheel
zijn kracht, zijn toewijding en intelli
gentie in de nieuwe werkkring en zo
totaal andere levenssfeer. Het was
eerder zo, dat hijzelf zijn eigen levens
sfeer overal mee naar toe nam en dat
gene om hem heen schiep wat hij ab
soluut nodig had: zijn kerk en zijn
loge-leven!
Intussen was hij hertrouwd met een
oude vriendin uit Indië, moeder van
twee kleine jongens die zijn zoons
werden. De band werd nog nauwer
toen hun vader op Java omkwam in
een Jappenkamp. Daar kwamen toen
nog eens twee dochtertjes bij in de
benauwenis en ellende van de oorlog.
Hij stond op de zwarte lijst vanwege
zijn geestelijke activiteiten, maar kon
altijd op tijd van het toneel verdwijnen
door tips, als het "heet" werd. Dat
belette hem echter niet verzetsmensen
in huis te verbergen die naar Engeland
heen en weer gingen (ze werden voor
de friese kust afgezet in de nacht door
kleine oorlogsvaartuigen van de britse
Marine) en de engelse vrouw (sic!) van
één dezer verbleef zelfs maanden
lang in Vaders gezin om haar zwanger
schap "uit te zitten' en in vrede te
bevallen, waarna ze verdween.
Deze dingen weten alleen wij, kinde
ren, om evidente redenen; hemzelf
heb ik daar nimmer een woord over
horen zeggen, het was allemaal dood
gewoon en logisch Van sentimentele
of dramatische vertoningen moest hij
nu eenmaal niets hebben en dikwijls
werd die schuwheid misgevat voor on
verschilligheid, zoals dat dan gaat;
maar öf het drong niet tot hem door,
óf hij vond het nodeloos zich te recht
vaardigen.
In 1951 werd hij getroffen door een
zware ziekte die een linkszijdige ver
lamming ten gevolge had en iedereen
dacht, dat het afgelopen was of in elk
geval, dat zijn loopbaan ten einde was.
Hij lachte wat verlegen, wat afwezig,
tegen de bezorgde bezoekers en kroop
er onverstoorbaar weer bovenop, zich
taai en geduldig aan de nodige thera-
piën onderwerpend.
Weldra stond hij weer voor zijn ge
liefde klas van jonge mannen, zij het
blijvend wat vleugellam, als een aan
geschoten vogel, wiens kapotte vlerk,
goed genezen, toch geen perfect
draagvlak meer is.
Fietsen ging niet meer zo goed, dus
werd het werk aan de benenwagen
toevertrouwd met wat meer kalmte dan
vroeger.
In 1958, nieuwe mokerslag, verloor hij
ook zijn tweede vrouw. Vier kinderen
waren al uitgevlogen en stonden op
eigen benen en dus opnieuw bleef hij
alleen over met twee meisjes, waarvan
de oudste weldra zou gaan trouwen.
Opnieuw de misère met huishoudsters,
de lange rij van eenzame trieste dagen
waarin hij plichtsgetrouw al zijn schooi
en vereniginigswerk bleef vervullen,
zonder een kik te geven.
Hij werd alleen nog stiller, in zichzelf
gekeerder, sojris zó absent, dat je 't
gevoel had dat hij er gewoon niet
meer was.
Hij werd 65 na 22 jaar leeraarschap en
had z'n pensioen welletjes verdiend,
maarer kon geen plaatsvervanger
voor hem gevonden worden en zo,
van uitstel tot uitstel, ging hij door tot
zijn zeventigste! Let wel, om dit te
kunnen doen, moest hij voortdurend de
nieuwste ontwikkelingen op zijn ge
bied volgen en bijleren, want het tech
nisch onderwijs kent in dat opzicht
geen routine of slaperige herhalingen!
Zijn kennis bleef up to date echter ook
nadat het niet meer "hoefde" voor
school. Lezen en studeren was en
bleef zijn lievelingsbezigheid tot de
laatste ademteug, en zijn opname-ca
paciteit verminderde in geen enkel op
zicht!
Toen, plotseling, onverwacht en laco
niek uit de hoek komend als alti'd,
kwam het bericht: Vader hertrouwd,
kerkelijke inzegening dan en dan
(1965). Grote verlichting en vreugde
in de hélé familie, toen men vernam,
dat de uitverkorene een oude kennis
van hem was uit de geestelijke mede
werkerskring, een alleenstaande wer
kende vrouw met een allerliefst opge
wekt karakter, die de niet geringe
moed opbracht haar leven te verbinden
met een man die praktisch aan het
eind van zijn aardse loopbaan stond,
een twintig jaar ouder dan zij.
Hoe leefde hij op! Hij kwam, om 't zo
te zeggen, nog eens even helemaal op
de aarde terug en genoot van deze
late milde herfst die hem beschoren
werd.
Plannen werden gesmeed, de verschil
lende huishoudingen opgedoekt (tot
profijt van de kinderen) en een piep
kleine bungalow aangekocht in het Ve
getarisch Bejaardencentrum te Ooster
beek - als een kabouterhuisje midden
in het bos - tot de nok toe opgevuld
met boeken en tijdschriften, want mijn
Vader was nu ook hoofdredacteur en
recencent van het theosophisch Or
gaan. En eindelijk had hij ook de be-
14